Hij bestormde de Ultratop met een Belle Perez-cover, injecteerde nummers van Dana Winner en Ian Thomas met middeleeuwse melodieën en shuffle blues en leerde de VTM-kijker Tom Waits kennen. Johannes Genard is niet langer ‘de zanger van dat indierockgroepje’, maar ‘de hyperkineet met de acrobatische stem’. Allemaal dankzij Liefde voor muziek. Maar wat brengt de toekomst voor Genard en School Is Cool? ‘We beginnen dit jaar aan onze derde plaat, zónder covers uit Liefde voor muziek.’
Het is een tikkeltje vreemd: een gewezen Rock Rally-winnaar die deelneemt aan Liefde voor muziek, het VTM-programma waarin zeven artiesten elkaars werk onder handen nemen en daarbij – als het even kan – de originele uitvoerder enkele traantjes ontlokken. ‘Dat stereotype beeld had ik aanvankelijk ook, weliswaar zonder dat ik een volledige aflevering gezien had, enkel wat fragmenten op internet’, bekent Johannes Genard. ‘Sinds ik erbij betrokken ben, heb ik gemerkt dat het wel degelijk een van de meest muzikale programma’s is die de jongste jaren in Vlaanderen gemaakt zijn. Per aflevering worden er, in primetime, zeven nummers gespeeld – zeven! En wat ik nog straffer vind: uit cijfers blijkt dat mensen niet, zoals bij talkshows, wegzappen tijdens de songs, maar eerder tijdens de gesprekken. Wie Liefde voor muziek een aanfluiting van de goede smaak vindt, kan de pot op. Het programma doet wat een muziekprogramma moet doen.’
De vraag van VTM of hij aan dit tweede seizoen wilde deelnemen, leek op geen gepaster moment te kunnen komen voor Genard. Op de twee losse singles If So en AK-47 na was 2015 een luw jaar voor School Is Cool. De band had volgens de zanger nood aan een adempauze, na de intensieve tournee ter promotie van het tweede album Nature Fear (2014) en ‘dat hele gedoe’ met Andrew Van Ostade, de percussionist die uit de groep werd gezet na een juridisch dispuut – u herinnert zich de krantenberichten over een ski-ongeval en schadevergoedingen.
Op dat voorval komt Genard liever niet terug, maar hij geeft wel toe dat het zijn zelfvertrouwen heeft aangetast. ‘Ik had het gevoel dat álles op mijn schouders terechtkwam, dat ik door iederéén gehaat werd.’ En toen kwam dat voorstel van VTM. ‘Ik stond eind september op het punt af te zeggen voor de repetities van Liefde voor muziek, omdat de mediahetze omtrent die rechtszaak toen net losgebarsten was, maar ben uiteindelijk toch gegaan. Dat heb ik me niet beklaagd.’
Heb je verder nooit getwijfeld aan je deelname? Liefde voor muziek is iets heel anders dan de Rock Rally.
JOHANNES GENARD: Ik stond er aanvankelijk inderdaad wat weifelachtig tegenover. Ik wilde het wel doen, maar heb in het begin toch eerder angstvallig ja gezegd. Niet omdat ik vond dat dat programma een te laag rock-‘n-rollgehalte heeft, wel omdat je er uitsluitend covers moet brengen. Als muzikant word je te pas en te onpas gevraagd ‘een coverke uit de Ultratop 50′ te komen spelen op de radio. Soms is dat heel leuk om doen, hoor. Maar zeker niet altijd.
Hoe is die ja volmondig geworden?
GENARD: Een gesprek met Daans keyboardspeler en Liefde voor muziek-bandleider Jeroen Swinnen, die me vertelde wie er nog ging deelnemen: ‘Dana Winner doet mee, en…’ Waarop ik: ‘Oké, ik doe het!’ He already had me at Dana Winner. (lacht) De gedachte dat de grande dame van het Vlaamse lied – wat zeg ik, van het levenslied tout court – een nummer van mij onder handen zou nemen, vond ik fucking awesome.
En de gedachte dat jij artiesten als zij, Belle Perez en Ian Thomas zou moeten coveren? Je kunt hen bezwaarlijk met Talking Heads of Pixies vergelijken, bands waar jullie je met School Is Cool wel eens aan wagen.
GENARD: Ik luister naar hiphop, Mongoolse keelgezangen, barokmuziek, Tame Impala en Enya. Om maar te zeggen: genres zijn irrelevant. Vraag aan eender welke muzikant of het nog wel zin heeft om een onderscheid te maken tussen stijlen en hij zal nee zeggen. Psychedelische dronenummers van zeven minuten hadden ze bij VTM wellicht niet echt op prijs gesteld, maar voor de rest mochten we doen wat we wilden.
Ik heb vaak voor de minder evidente songs gekozen en ik heb heel veel plezier beleefd aan het arrangeren daarvan. Voor Conquest of Paradise – bekend van Vangelis, maar haast een B-kant in het oeuvre van Dana Winner – heb ik me gebaseerd op La Folia, een middeleeuwse melodie waar ook Vivaldi, Corelli, Händel en Bach mee aan de slag zijn gegaan. En mijn versie van Ian Thomas’ Till the Morning is een soort shuffle blues geworden, mede door de feestelijke bigbandtoets die de groep eraan gegeven heeft. Op bepaalde momenten heb ik de mannen van School Is Cool heel hard gemist – ik had op voorhand gevraagd of we niet met de voltallige groep konden deelnemen, maar daarvoor bleek de sofa van het programma te klein – maar dat neemt niet weg dat het een luxe was om met Swinnen en co. te kunnen werken. Zij zijn een Belgische E Street Band.
Je hebt al in de eerste aflevering je vocale acrobatie gedemonstreerd in de Belle Perez-cover Honeybee, die nu al wekenlang in de hoogste regionen van de Ultratop kampeert.
GENARD: Heerlijk is dat. Ik heb het nooit eerder meegemaakt. Het goeie was: voor het VTM-publiek was ik ‘die zanger van dat indierockgroepje’. Die rol lag me wel. Dat zorgde ervoor dat ik met een blanco strafblad aan het programma kon beginnen. Als de minst bekende van het gezelschap was ik er natuurlijk wel op gebrand een goeie indruk na te laten, een statement te maken. Keihard uithalen met mijn stem, zoals in Honeybee, heb ik vroeger nooit echt aangedurfd. Maar de reacties waren overweldigend: ‘Wat een hyperactieve zot, maar wat een stem’, dat was de teneur op Twitter, heel geestig. Dat heeft me gesterkt in het idee dat ik in de toekomst meer op die manier moet gaan zingen.
Over de toekomst gesproken: wat brengt die voor School Is Cool? Zijn jullie van plan optimaal te profiteren van de aandacht die je dankzij Liefde voor muziek hebt gegenereerd?
GENARD: Het zou slim zijn om meteen na afloop van het programma een nieuwe single of plaat te lanceren. Toeval of niet: veel van mijn medekandidaten doen dat. Wij niet, wat duidelijk maakt dat dit uitje, hoe plezant het ook is geweest, voor mij echt losstaat van School Is Cool en mijn output als songschrijver. Het zou in zakelijk opzicht waarschijnlijk ook verstandig zijn om mijn covers met de band te gaan spelen, maar ik weet niet of dat wel moet. Ik ga mijn groepsgenoten alleszins niks opdringen. Ik denk wel dat we aanstaande zomer opnieuw zullen optreden. En ondertussen schrijven we aan nieuwe nummers en zoeken we naar een producer voor onze derde plaat. Daar willen we dit jaar sowieso aan beginnen te werken. Maar ook daar zal geen cover uit Liefde voor muziek op staan.
Na de energiebom die Entropology (2011) heette, sloegen jullie met opvolger Nature Fear (2014) een donkerder, meer elektronische weg in. Wat is de volgende stap?
GENARD:Weirde maar uitbundige wereldmuziek maken, zoals we dat in het prille begin deden. Dan heb ik het over de periode vóór onze eerste plaat, toen we veel van die invloeden gebruikten, Nusrat Fateh Ali Khan en zo. We speelden toen ook heel lange experimentele en percussieve stukken, misschien omdat we nog niet genoeg materiaal hadden om een hele liveset mee te vullen. (lacht) In vergelijking daarmee klonk Entropology heel Europees, heel klassiek, heel Arcade Fire-achtig ook. Pas op: ik ben nog steeds heel tevreden van die plaat. Van Nature Fear trouwens ook, al vind ik dat achteraf bekeken te veel een reactie op Entropology. Op die plaat hebben we naar mijn gevoel wat zitten vechten tegen de naam School Is Cool. Een duistere song als Black Dog Panting paste daar minder goed bij. Ik vind het soms moeilijk om Nature Fear als een School Is Cool-plaat te zien.
Hebben jullie er dan nooit aan gedacht onder een andere bandnaam door te gaan?
GENARD: Nee, en dat is nog steeds niet aan de orde. Het is wel zaak om weer muziek te gaan maken die strookt met de naam School Is Cool. Het op Indiase toonaarden gebaseerde If So was al een stap in de goede richting.
Mogen we dan geen nummers als Black Dog Panting meer verwachten?
GENARD: Begrijp me niet verkeerd: dergelijke songs wil ik absolúút blijven maken. Maar dan wel liefst met een ander project en onder een andere noemer. Concreet is dat allemaal nog niet, maar ik heb er al heel wat materiaal voor liggen: donkere, dance-achtige stuff met veel synths, onversterkte livedrums en zelfs trap-invloeden. Ik kijk er heel hard naar uit om me daar binnenkort op te storten.
Begon onlangs ook haar eigen project: jullie violiste Justine Bourgeus, die als Tsar B Arabisch getinte r&b maakt en er ook echt internationaal mee lijkt te mikken. Ben je bang om haar kwijt te spelen?
GENARD:(licht ironisch) Ik bereid me al voor op een emotioneel gesprek waarin ze aankondigt dat ze een School Is Cool-optreden zal moeten skippen om op Coachella te kunnen spelen. Nee, Justine is een van de belangrijkste mensen in mijn leven en ze speelt een cruciale rol in de samenwerking binnen de groep. Wat zij solo op haar laptop maakt, vind ik ongelooflijk. Net zoals ik het fantastisch vind hoe goed onze drummer Matthias Dillen het doet bij andere bands als Team William, en hoe onze toetseniste Hanne Torfs en onze bassist Toon Van Baelen hun eigen ding doen bij respectievelijk Nunki en Timbuktutu. Bij School Is Cool wordt er ruimte gecreëerd voor hen om zich op die projecten te kunnen storten, en voor mij om aan een programma als Liefde voor muziek te kunnen deelnemen. Natuurlijk zal ik mijn hart vasthouden als iemand als Justine straks een wereldster wordt. Maar één ding weet ik zeker: het zal ons er niet van weerhouden om toch weer samen te komen.
LIEFDE VOOR MUZIEK
Nog tot 29/2 elke maandag om 20.35 uur op VTM.
DOOR MICHAEL ILEGEMS – FOTO’S FILIP NAUDTS
Johannes Genard ‘VOOR HET VTM-PUBLIEK WAS IK ‘DIE ZANGER VAN DAT INDIEROCKGROEPJE’. DAT ZORGDE ERVOOR DAT IK MET EEN BLANCO STRAFBLAD AAN LIEFDE VOOR MUZIEK KON BEGINNEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier