CRIMI CLOWNS

MANOU KERSTING en LUK WYNS in CRIMI CLOWNS. Wie het laatst lacht, leeft nog.

Maandag 1/10, 22.40 – 2BE

Luk Wyns’ Crimi Clowns, een goed foute comedyserie op 2BE, is eerder het televisiebroertje van Ex-drummer dan dat van pakweg Frits en Freddy. Wesley Tersago (Johnny de Mol) filmt met een gestolen camera hoe hij, zijn vader Ronny (Luk Wyns) en kameraad Lou (Manou Kersting) ver van het rechte pad afdwalen om hun liederlijke levensstijl – veel drank en hoeren – te bekostigen. Het bestaan als clown is immers geen vetpot.

‘De criminaliteit en de showbizz, en met name de laagste regionen van dat laatste – clowns voelen zich de meest ondergewaardeerde entertainers – zijn twee werelden die me boeien’, aldus bedenker, regisseur en hoofdrolspeler Luk Wyns. ‘Als je die samenbrengt, krijg je vuurwerk.’

De stijl van Crimi Clowns is opvallend: door het voor te stellen als een videodagboek van een ontspoorde clown oogt het resultaat als een explosieve cocktail van filmstijlen. Hoe ben je daarop gekomen?

LUK WYNS: Ik noem het fake found footage – zelf bedacht, die term. Het was mijn bedoeling om de kijker er zo nauw mogelijk bij te betrekken. Door hem mee te laten gluren, maak je hem als het ware medeplichtig. Het laat mij ook toe om van de serie een anarchistische beeldenstorm te maken: de ene keer manisch gemonteerd en vervolgens weer tergend traag opgebouwd. De enige norm die ik hanteerde, was: blijf ik geboeid?

Wesley wordt gespeeld door Johnny de Mol, zoon van mediamagnaat John en filmheld in Nederland. Hoe raakte hij in dit waanzinnige avontuur verzeild?

WYNS: Aanvankelijke zou Wesley gespeeld worden door mijn zoon Jonas, die uiteindelijk de muziek maakte samen met Glenn Roels. Maar doordat de Nederlandse producent Column aan boord kwam, kregen we toegang tot Johnny. Een ster inderdaad, maar een met een ongelooflijk rock-‘n-rollgehalte. Niet alleen heeft hij gezwoegd om een Antwerps accent onder de knie te krijgen, elke dag gaf hij zich ook helemaal op de set. Crimi Clowns staat nogal haaks op zijn imago in Nederland en dat wilde hij net. Johnny gaf me trouwens een geweldig compliment: het was van Theo van Gogh geleden dat hij zoveel heeft geleerd van een regisseur. Zijn vader, John de Mol (medebedenker van Big Brother en The Voice , nvdr.), zei nadat hij de eerste aflevering had gezien: ‘De mooiste fictie die ik ooit zag. Maar niet ontgoocheld zijn wanneer het niet zo populair wordt als onze programma’s, zoon.’

Crimi Clowns is extreem op alle vlakken: gewelddadig, doorspekt met seks en incorrecte humor… Zo raken de clowns in de eerste aflevering slaags met Marokkaanse jongeren. Het oogt als klassieke slapstick, maar ondertussen vliegen je in die scène de racistische uitlatingen om de oren. Wilde je choqueren?

WYNS: Dat is nooit mijn bedoeling geweest, al heb ik mij voor Crimi Clowns voorgenomen om mezelf nooit of te nimmer te censureren. Die aanvaring met de Marokkaanse jongeren ontaardt trouwens verder in het verhaal nog in een klein oorlogje. De clowns verkopen inderdaad racistische praat, maar de kijker zal wel doorhebben dat zij de bad guys zijn. Al vind ik het wel leuk om met de grenzen van het toelaatbare te spelen.

Is dat louter voor de nihilistische lol of wil je iets vertellen met Crimi Clowns?

WYNS: De serie bevat evenveel diepgang als Shakespeare, maar dat heb je mij niet horen zeggen! (schatert het uit) Kijk, ik heb vooraf een lijst gemaakt met zaken die ik nog niet op tv heb gezien en die ik in Crimi Clowns wilde. Neem nu een gewelddadige dood. Ja, op televisie staan ze, onder invloed van Amerikaanse series, tegenwoordig constant met revolvers te zwaaien alsof het niets is. Maar maak dat in de werkelijkheid mee en je hebt maanden nodig om ervan te bekomen. Ik wilde het geweld in Crimi Clowns weer doen aansluiten bij de realiteit.

Dat was wellicht niet evident om in beeld te brengen?

WYNS: Dat hebben we mogelijk gemaakt met een naar mijn mening revolutionaire werkwijze. Alles is gefilmd met SLR-camera’s. Dat zijn digitale reflexcamera’s – eigenlijk fototoestellen – die vaak voor videoclips gebruikt worden. En we hebben zoveel mogelijk met het beschikbare licht gewerkt, slechts aangevuld met enkele spots en led-pads. Dat paste in de anarchistisch dynamische stijl die ik voor ogen had. We werkten ook met een ploeg half zo groot als de klassieke filmploeg, we namen dubbel zoveel materiaal als gebruikelijk op een dag op, met een budget dat bijgevolg drie keer zo klein was. Als regisseur stond ik ook niet toe te kijken: ik heb de locaties gezocht, de sets voorbereid… Dat had zijn voordelen voor de acteurs, die geen uren moesten wachten en met hun rol konden vergroeien. Mijn filosofie was dat techniek, hoe belangrijk ook, op de tweede plaats kwam.

Heb jij je daarbij laten inspireren door andere regisseurs?

WYNS: Uiteraard zijn er regisseurs naar wie ik opkijk, maar die bewondering heb ik bewust niet meegenomen naar de set. Ik wilde niemand kopiëren. Regisseurs die zo’n richtlijnen geven – ‘een shot à al Quentin Tarantino, a.u.b.’ – dat vind ik verkeerd. Nee, je moet met je crew bij elk shot bekijken welke werkwijze het verhaal het beste dient.

Het resultaat is heel eigenzinnig. Crimi Clowns lijkt ook eerder het werk van een twintiger dan een vijftiger.

WYNS: Mentaal ben ik ook een twintiger. Eerlijk gezegd begrijp ik de vijftigers van mijn generatie helemaal niet. Hoe ze met zich laten sollen, in de vallen van marketeers trappen, doen wat Big Brother hen voorschrijft en netjes in de rij met hun kop recht tegen de muur lopen.

Dat klinkt als de goegemeente die je wellicht over je heen zult krijgen door het grensoverschrijdende van Crimi Clowns.

WYNS: ‘Jij gaat tegenkanting krijgen’: hoe vaak heeft men mij dat al niet gezegd? Ik heb een zekere rust bereikt, waardoor zulke dingen mij minder raken. Het helpt ook dat ik na het tonen van de zelf gedraaide pilot het volste vertrouwen kreeg van twee zenders, 2BE en het Nederlandse Veronica. Die hebben woord gehouden door mij mijn gang te laten gaan. En die goegemeente moet maar niet kijken. Crimi Clowns zal geen groot publiek vinden, maar wel een fanatiek: (smakelijke lach) anarchisten op zoek naar een uitweg.

HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content