Cubaanse sigaren, glimmend koper, Spaans met Engels haar op en danseressen met pluimen in hun derrière? Dat kan alleen El Tattoo del Tigre zijn. Het enige maar niet alleen daarom het beste mambo-orkest van Vlaanderen heeft een nieuwe cd uit: ‘Sensacional’.

‘Na twee try-outs hadden we al zoiets van: als we het doen, willen we meteen op Werchter staan.’ Kijk, dat noemen wij nu gezonde ambitie. Drie jaar geleden stonden de bezoekers van Rock Werchter voor een raadsel toen bleek dat El Tattoo del Tigre, een volstrekt onbekende band, het festival zou afsluiten. Een nevenproject van Zita Swoon, werd gefluisterd. Of toch tenminste iets hips uit Antwerpen. Dat was niet gelogen, maar geen hond die vermoedde dat het een dertigkoppig mambo-orkest met beroepsmuzikanten, acteurs en Kakkewieten zou zijn.

Wat eerst voor een gimmick werd aangezien, bleek al snel een echte band te zijn. En nu, twee jaar na de eerste titelloze cd, is er Sensacional. De covers van mamboklassiekers hebben baan geruimd voor eigen composities, de grollen hebben wat plaats gemaakt voor vakmanschap. Maar de geur van Cuba is gebleven. We dronken een droge martini met trombonist Carlo Mertens en percussionist/Kakkewiet/Sukilover Stoffel Verlackt, en rolden een sigaar op de dijen van zangeres Esmé Bos (ook bekend van Tres Tristes Tigres en Duveltjeskermis). Tot voor enkele dagen racete ze heen en weer tussen Havana aan de Schelde en het Duitse Duisburg, waar ze met Flat Earth Society in de big band-opera Heliogabal optrad.

Normaal zit een band jaren te broeden op een debuut, de tweede vullen ze met overschotjes, en dan maken ze een cover-cd omdat ze geen inspiratie meer hebben. Tegendraadsheid is jullie niet vreemd?

Stoffel Verlackt: Eigenlijk is dit onze eerste plaat. Je moet goed beseffen dat we al op Werchter hadden gespeeld toen we onze eerste plaat nog moesten maken. Wij doen gewoon alles achterstevoren. (lacht) Na die eerste tournee werd het idee gelanceerd om een cd te maken. Fijn, maar had het wel zin om nummers die allang op plaat bestonden nog eens op te nemen? Die eerste plaat was gewoon een visitekaartje om concerten vast te krijgen. Dít is ons debuut.

‘Sensacional’ klinkt ernstiger. De fun, toch de oorspronkelijke reden van jullie bestaan, komt nu op het tweede plan. Of hebben jullie gewoon beter jullie huiswerk gemaakt?

Verlackt: Daar zit iets in. We verkennen meer genres van het latin-spectrum. Toen we met El Tattoo begonnen, kende ik niet zoveel van mambo, maar ik ben er keihard ingedoken. Bij de rest van de groep is het wellicht niet anders gegaan. Dancehall mambo uit de jaren vijftig, daar was het ons om te doen. Maar intussen heb ik de evolutie van die muziek beluisterd. Er zit nu af en toe ook salsa uit de jaren zeventig of latin jazz in. Het nummer van Pieter Embrechts, A Man without a Smoke, is dan weer swing uit de jaren dertig. Op dat vlak is het misschien wat ernstiger, ja.

Esmé Bos: En tegelijk ben ik er zeker van dat die fun er meer had ingezeten als we de nummers nog een half jaar langer hadden gerepeteerd. Het was niet onze bedoeling een stuk serieuzer over te komen.

Ook niet om als orkest meer als vol te worden beschouwd?

Carlo Mertens: Dat wel. Maar dan lijkt minder plezier me niet de manier om dat respect af te dwingen. Het feit dat we deze keer geen mamboklassiekers spelen, maar nummers waarvoor de muzikanten nog niet genoeg routine hadden om ze op een speelse manier te brengen, heeft wellicht voor die beschaafde toon gezorgd.

Verlackt: Ik hoop gewoon dat mensen bij het beluisteren van deze plaat zeggen: ‘ Hm, El Tattoo del Tigre, dat is toch geen mis orkest.’

Bos: En wat die fun betreft, voor de zangers was het van in het begin echt hard knokken. Alleen al omdat je met zulke straffe muzikanten speelt, omdat je vooraan op het podium staat voor een massa volk, in mambopakjes, met twee danseressen erbij waardoor je het gevoel krijgt dat je een boerenclown op klompen bent… Allemaal wel leuk, maar het gaat niet vanzelf. Het moest góéd zijn, al was het maar opdat critici niet zouden zeggen: ‘Zie je wel, die Kakkewieten doen maar wat.’ Oké, wij zijn nog geen tien jaar met mambo bezig, maar dit draait ook voor ons om vakmanschap.

Carlo Mertens: In het begin was het wel dubbel. Het opent natuurlijk enkele deuren, maar we kregen al gauw te horen dat de Kakkewieten een parodie op mambo zouden maken. Voor ‘jobmuzikanten’ als ik was het net een uitdaging om te zien hoe die creatieve en die productieve wereld samen konden komen. En dat was niet altijd simpel. Het was mooi om te zien hoe het enthousiasme is overgeslagen op de professionele muzikanten. Die kregen een telefoon met de vraag om mambo te gaan spelen – als vriendendienst, veel konden we niet betalen. Meestal haken die al snel af, maar bij ons niet. Dat is bijna uniek in het circuit. Serge Plume, Nico Scherpers en Lode Mertens zitten ook in het Brussels Jazz Orchestra. Er zijn zelfs gasten uit de jazzwereld die stiekem komen luisteren en later tussen twee pinten voorstellen om eens in te vallen.

Jullie hebben allemaal een heel diverse achtergrond. Wat bindt jullie?

Bos: Gewoon: iedereen beseft dat dit een unieke kans is om zulke muziek met zulke mensen te spelen. Je wéét dat het geen clean optreden van een balorkest wordt. Je weet dat je mag deelnemen, met je fantasie of met het inbrengen van een lied, of een dansje. Het is ook zo gek begonnen. Benjamin Boutreur (saxofonist) zat in mijn tuin en vertelde plots dat hij graag een mambo-orkest wou beginnen. Voor ieder van ons was dat een erg gave droom.

Maar in hoeverre is El Tattoo del Tigre geen formule? Stel dat Boutreur in je tuin had gezegd: ‘Hé meid, ik wil een klezmer- of een croonerprogramma beginnen?’

Bos: Dat had ook gekund. Maar je moet wel iets zien te vinden dat je van jezelf kunt maken. Voor een ander project waarin we samen zitten, Tres Tristes Tigres, kwam hij met traditionele Griekse muziek af. Dat kan ik niet, ik ken de taal niet, en voor je het weet, maak je een slap afkooksel. Met mambo was het anders. Daar hangt een Las Vegas-sfeertje aan vast, waardoor het een stuk haalbaarder wordt. En dan hangt het natuurlijk allemaal af van de mensen die willen meedoen.

Intussen is jullie stichter wel vertrokken. Een zware klap?

Mertens: Benjamin had alle vroege nummers uitgeschreven en heeft heel hard aan de kar getrokken. Later is die kern van het orkest wat uitgebreider geworden. Intussen zat hij ook bij Flat Earth Society, en door tijdsgebrek heeft hij een keuze moeten maken – en het is FES geworden. We zijn met het orkest niet in een gat gevallen, maar qua creativiteit missen we hem natuurlijk.

Carlo, jouw vader (de gevierde trompettist) Theo Mertens was zowat het muzikale boegbeeld van het orkest. Hij is op 1 april overleden. Was hij nog betrokken bij ‘Sensacional’?

Mertens: Hij heeft de eerste repetitie nog meegemaakt. Toen voelde hij dat het niet meer zou lukken. Het laatste nummer op de cd is een liveopname van Duke Ellingons Caravan, waarin hij helemaal de show steelt. We hadden het live opgenomen met een cassetterecorder die aan de PA hing, vol ruis en eigenlijk onbruikbaar. We hebben er nog aan gedacht om het opnieuw op te nemen, maar daar was hij radicaal tegen. Hij was iemand die speelde met zijn publiek, en in een studio kun je dat gewoon niet bereiken.

Bos: Ik heb bij heel veel optredens vanuit de coulissen naar Theo gekeken, en staan genieten van hoe hij er als speler en performer stónd. Het orkest heeft ook geen chef en dirigent, en Theo voelde ook wel die nood. Hij was degene die opstond en zei: ‘Hé jongens, wel leuk allemaal, maar we gaan het zó spelen en niet anders.’

Mertens: Hij was dan ook de enige waar niemand tegenin durfde te gaan. (lacht)

Op jullie debuut-cd stonden klassiekers van Perez Prado en Machito. Hoe begin je in godsnaam aan nieuw materiaal dat dat kan evenaren?

Verlackt: Het openingsnummer – en meteen de eerste single – El Tattoo del Tigre komt van mij. Twee jaar geleden schoot het thema gewoon in mijn kop. Misschien heeft dat de rest wel getriggerd: het besef dat wij, white asses, ook wel een mambootje kunnen schrijven. Bart Voet (zanger) had voor de kersttournee van 2001 al Bolero for Juanita geschreven. Mi Cha-Cha-Cha komt van Sulema. Ze danst bij El Tattoo, maar ze speelt ook mean dwarsfluit. En Mucha Emocion, een nummer van Tine Embrechts, was pas drie weken voor de opnames klaar. Tom Hautekiet wou er ook een shout-nummer bij, en dat is dan Un Cartado Mas geworden. Manfred’s Mambo, een instrumentaaltje, had ik anderhalf jaar geleden gemaakt voor een kortfilm voor een kerel uit Luik. Ik heb er een verlengde versie voor uitgeschreven, en die is op de plaat terechtgekomen.

En wat als iemand met een stinker van een idee komt aanzetten?

Mertens: Dan zal die het wel merken. Wij zijn een absoluut communistisch orkest: iedereen heeft evenveel te zeggen. El Tattoo del Tigre brengt een vorm van commercialiteit, maar dan wel met een kern van mensen die meer willen doen dan een liedje zingen. Maar we hebben nooit uitgesloten dat we mambomuziek zouden maken die heel toegankelijk zou zijn.

Anders hadden jullie gewoon ‘Afro’ van Dizzy Gillespie nagespeeld?

Mertens: Voilà. Vergeet niet dat wij in het rockcircuit zitten. El Tattoo zit op de overgang tussen kunst en kitsch. Mensen houden van kitsch, en ook al snappen ze de rest niet precies, dan krijgen ze tenminste iets degelijks.

Verlackt: Met de mogelijkheden van deze muzikanten zouden we een latinjazzorkest kunnen hebben dat bijvoorbeeld op Jazz Middelheim kan spelen. Maar als je de zaken zo wilt aanpakken, moet je hypergesubsidieerd zijn. Wij proberen de muziek verteerbaar te houden voor een Kuifje-publiek.

Cha-cha-cha!

Door Bart Cornand Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content