Film: Extra’s: (20th Century Fox)
In de beroemdste scène uit Cleopatra – de intrede in Rome van de Egyptische vorstin – maakt Elizabeth Taylor een entree die weinigen haar hebben nagedaan: gezeten op een gouden troon van een gigantische sfinx, voortgetrokken door slaven, begeleid door wulpse pseudo-historische exotische dansers, gadegeslagen door kennelijk het voltallige plebs van Caesars rijk. De kitscherige antieken decors zouden in het nieuwe Las Vegas niet misstaan en het weelderig technicolor-massatoneel wordt gevat in een mise-en-scène die het cinemascopebeeld tot in de kleinste uithoeken verkent. De intimiteit van de huiskamer (ze mag dan nog eventueel omgebouwd zijn tot een volwaardig ‘homemovie-theatre’) is natuurlijk niet de plek waar zulk tafereel het best tot zijn recht komt – daarvoor heb je minstens een bioscooptempel van tweeduizend plaatsen nodig.
Ondanks zijn superproductiestatus heeft Cleopatra nog iets anders te bieden dan kolossaal entertainment. Regisseur Joseph L.Mankiewicz is trouwens weinig geïnteresseerd in spektakel om het spektakel: de opulente productienummertjes dienen vooral als rustpauzes tussen de machiavellistische intriges, in het eerste deel ( Cleopatra en Julius Caesar) geserveerd met de assistentie van William Shakespeare, in het tweede deel ( Cleo en Marcus Antonius) met de onbezoldigde medewerking van G.B.Shaw en met als ongewilde subtekst de onstuimige romance tussen la Taylor en Richard Burton.
Maar hoe dol en perfide het in de amoureuze schermutselingen van het machtshongerige trio ook toegaat, hun snode machinaties verdwijnen in het niets vergeleken met het drama, de machtsstrijd en de catastrofen achter de schermen. Het hoogtepunt van deze driedelige dvd-set is dan ook de twee uur durende documentaire waarin de chronologie van de zwaar beproefde productie uitvoerig uit de doeken wordt gedaan. Cleopatra was ironisch genoeg opgezet als een ‘sword & sandal‘-vluggertje dat snel veel geld moest opbrengen voor de tanende ‘major’ 20th Century Fox. In plaats daarvan deed deze miljarden verslindende mastodont de studio bijna de das om en werd het ’the film that changed Hollywood’, de eerste film waarvoor de hoofdactrice één miljoen dollar incasseerde en daarmee de sluizen openzette voor het tijdperk van de almacht van de megaster.
De documentaire schetst de evolutie van de productie, van de plannen om de film op te nemen op het terrein van Fox tot de verhuis naar de Londense Pinewood studio, waar Peter Finch en Stephen Boyd de tegenspelers van Taylor zouden zijn. Maar de glamourster liep een longontsteking op, ging bijna dood in de Dorchester (er zijn slechtere locaties om de kaars uit te blazen). De productie week uit naar het warmere klimaat van Rome; in de Cinecitta-studio verrezen de somptueuze decors weer helemaal opnieuw. Regisseur Rouben Mamoulian werd wandelen gestuurd en vervangen door Mankiewicz; Boyd en Finch waren niet langer vrij, Burton en Rex Harrison kwamen in hun plaats. De paparazzi stortten zich als aasgieren op de Burton-Taylor-liaison. En er vielen nog meer slachtoffers: uiteindelijk mocht ook producer Walter Wanger, die het allemaal had opgestart, ophoepelen en kwam het tot een oorlog tussen Mankiewicz en Fox-tycoon Darryl F.Zanuck.
Intussen was de productie totaal uit de hand gelopen en had niemand nog enig idee hoe lang en hoe duur het zaakje zou worden. Uiteindelijk liep het prijskaartje op tot 42 miljoen dollar (meer dan tweehonderd miljoen dollar omgerekend naar onze tijd). Mankiewicz dacht aan een dubbele film van zes uur, maar maakte Zanuck woest met zijn eerste montage van vijf uur en twintig minuten. De dictatoriale studiobaas vond de gevechtsscènes amateuristisch – ze werden dunnetjes overgedaan. Om niet te veel vertoningen op te offeren , werd de vieruurversie (op zich al een compromis) nog eens drie kwartier ingekort. Op dvd is de lange versie te zien, totnogtoe uitsluitend te bewonderen bij de Londense première. Voor wie maar niet genoeg krijgt van de woelige achtergrondgeschiedenis is er de doorlopende audiocommentaar van Tom en Chris Mankiewicz (de twee zonen van de schrijver-regisseur), overlevende acteur Martin Landau en persman Jack Brodsky.
En toch is dit nog altijd niet de definitieve Cleopatra: volledigheidsmaniakken werken nog altijd aan de moeizame (onmogelijke?) reconstructie van de integrale versie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier