DE MAN VOOR DE CLOWN – Hoeveel Chaplin zit er eigenlijk in zijn iconische zwerverstypetje met bolhoed en wandelstok? Simon Louvish pluist het naarstig uit in een nieuwe biografie over ’s werelds bekendste komiek.
Simon Louvish, Faber and Faber. 412 blz., euro28
The Tramp’s Odyssey leest niet als een enigmatische pageturner, daarvoor zijn we te goed vertrouwd met het al rijk beschreven leven en werk van Chaplin. Toch kiest Louvish in dit analytische werk voor een wat eigenzinnige aanpak. In zijn vooral met spotprenten verluchte studie gebruikt hij immers Chaplins ongelooflijk populaire creatie van de ‘ little tramp‘ om diens persoonlijkheid en paradoxale status in kaart te brengen. Het is dus niet de man achter het masker die Louvish interesseert, maar meer ‘ the mask before the man‘. Zo toont hij Chaplin als een ‘instinctief ironisch persoon die het keizerrijk en zijn sociale leeuwen zag als een zoo met wilde en wrede dieren’.
En dat doet hij niet alleen door het typetje van de vagebond historisch en sociaal binnen de Britse musichall, de vaudeville en de anar- chistische roots van de hyperkinetische Hollywoodslapstick te traceren. Louvish grijpt ook terug naar details in Chaplins films. In The Fatal Mallet bijvoorbeeld, een kortfilm uit 1914 die Chaplin voor Mack Sennetts Key- stone Comedy Studio draaide, staan er op de deur van een schuur de met krijt geschreven letters IWW, de initialen van International Workers of the World. Misschien heeft Chaplin die zelf wel aangebracht, oppert Louvish.
Chaplin stond immers bekend om zijn non-conformistische ideeën. Zijn Monsieur Verdoux (1947) werd in Amerika vijandig onthaald en bioscoopeigenaars in Ohio riepen toen zelfs tot een boycot op. Het verhaal over de Franse seriemoordenaar Landru was volgens Louvisch ook wel ‘een aanval op maatschappij, huwelijk, kapitaal en zelfs God zonder precedent in de Amerikaanse cinema.’ Niet verwonderlijk dat ook hij tijdens de communistenjacht geviseerd werd; zijn FBI-dossier telde meer dan 1900 bladzijden en hij werd begin jaren 50 bijna het land uitgezet.
Het past allemaal mooi binnen Louvish’ stelling. In The Tramp’s Odyssey maakt hij immers duidelijk dat de stinkend rijke Chaplin, die na zijn Dickensiaanse kindertijd in Londen nu de status van Hollywoodparvenu genoot, niet op de roem van zijn antiautoritaire en melancholische vagebondtypetje teerde. Integendeel zelfs: hij heeft dat masker net meer en meer afgelegd, en wel om lucht te geven aan zijn sociale en politieke ideeën – met The Great Dictator als populair scharnierpunt.
Luc Joris
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier