The Greatest Showman in Hollywood – De vader van de grandioze bijbelspektakels was ook een meester van pikante zedenkomedies, schrijft Simon Louvish in zijn gedetailleerde biografie over Cecil B. DeMille.
Simon Louvish, Faber and Faber, 508 blz.
Je moet het zien om het te geloven. In de trailer van zijn magnum opus en testament The Ten Commandments (1956) zie je regisseur Cecil B. DeMille gezeten achter zijn antieke schrijftafel door een van zijn door Gustave Doré geïllustreerde bijbels bladeren terwijl hij de keuze van hoofdrolspeler Charlton Heston toelicht door te wijzen op de gelijkenissen tussen de steracteur en de Mozes van Michelangelo.
Lang voor het tijdperk van de regisseur als superster was DeMille (1881-1959) al even beroemd als de sterren die hij op het witte doek toverde. Met zijn megafoon, rijbroek en laarzen gedroeg hij zich op de set als een generaal die een gigantisch leger aanvoert. Zijn definitie van de circuswereld in zijn voorlaatste schouwspel The Greatest Show on Earth (1952) , ‘ a massive machine whose very life depends on discipline, motion and speed’, was ook perfect toepasselijk op de kolossale massaproducties waar hij een patent op had. Zijn religieuze spektakelfilms (per slot maar vijf films op een totaal van zeventig in een carrière die begon in 1913 en parallel liep met de groei van Hollywood als centrum van de filmwereld) vertellen echter niet het hele verhaal.
Simon Louvish brengt in zijn gedetailleerde studie van het volledige oeuvre (waaronder vijftig zwijgende films) van deze predikantenzoon ook de minder godsvruchtige aspecten onder de aandacht van de rabiate communistenhater, devote echtgenoot die er wel een reeks maîtresses op na hield en aanbidder van het gouden kalf van de box office. DeMille die gretig in zijn oudtestamentische tableaus zinnelijke toespelingen en wulpse uitspattingen in de verf zette, was ook in zijn frivole rolprenten een hypocriete puritein die flirtte met het verbodene en daarmee de kassa luid deed rinkelen. Voor hij de epische toer opging was hij een expert in pikante zedenkomedies, in verhalen over overspel en echtscheiding, in melodrama’s over zondaressen, godslasteraars en hedonisten. De titels liegen er niet om: Madam Satan, The Cheat, Don’t Change Your Husband, Why Change Your Wife?, The Godless Girl, The Woman God Forgot, Male and Female. Altijd werd de toeschouwer met een vermanend zedenlesje huiswaarts gestuurd, maar intussen had hij in de glorieuze bioscooptempel kunnen snoepen van DeMilles met overweldigend picturaal talent in beeld gezette bad- en bedscènes, exotische lingeriedefilés en heidense rituelen.
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier