Acteur Bryan Cranston over de rol waarmee hij al drie jaar op rij een Emmy heeft gewonnen. ‘Hiervan had ik nooit durven te dromen.’
‘Adembenemend goed’ (The New York Post). ‘Verbazingwekkend’ (Time Magazine). ‘De beste acteur die er momenteel op televisie te zien is’ (Entertainment Weekly). Bryan Cranston, de man die in Breaking Bad in de huid kruipt van Walter White, wordt sinds de start van de reeks in de VS met lof overladen. En met prijzen, want zijn prestatie leverde hem al drie jaar op rij een Emmy op als beste mannelijke hoofdrol in een dramaserie, een categorie die je met onder meer Michael C. Hall ( Dexter), Jon Hamm ( Mad Men), Gabriel Byrne ( In Treatment) en Hugh Laurie ( House M.D.) toch niet bepaald zwak bezet kunt noemen.
Het is een zoete wraak, vooral voor Breaking Bad-bedenker Vince Gilligan die stevig heeft moeten aandringen bij de bazen van zender AMC om de hoofdrol van zijn serie aan Cranston te mogen geven. In de VS was de acteur tot voor een paar jaar immers voornamelijk bekend dankzij Malcolm in the Middle, een komische reeks waarin hij de sullige vader van het titelpersonage speelde. Zijn acteertalent stond buiten kijf – hij werd voor Malcolm in the Middle drie keer op rij genomineerd voor een Emmy – maar omdat Cranston uit een sitcom kwam, stootte Gilligan op veel scepsis bij AMC toen hij diens naam liet vallen. ‘Hun reactie was: die twee series liggen mijlenver uit elkaar’, zo zei Gilligan in een interview. ‘Waarom zou hij in godsnaam geschikt zijn?’ Gilligan kende Cranston echter nog van de tijd dat hij bij The X-Files werkte, waar hij hem in één aflevering een rol had gegeven van een racist met psychopathische trekjes. ‘Daar liet Cranston zien dat hij een angstaanjagend en afstotelijk personage ook menselijk kon maken’, aldus Gilligan. ‘En toen ik daarna in Malcolm in the Middle zag dat hij ook grappig was, wist ik genoeg.’
In tegenstelling tot de mensen bij AMC hoefde Cranston niet lang na te denken voor hij toehapte. ‘Ik kreeg het scenario van de pilootaflevering en was vanaf de eerste pagina gepakt’, zegt hij. ‘Een man van middelbare leeftijd die in zijn ondergoed met een mobilehome door de woestijn rijdt, met een zuurstofmasker op en twee dode mannen in de koffer? Hoe kun je daar nu niet van houden? (Lacht)‘ Maar nog meer dan die inderdaad briljante openingsscène was het het concept van de reeks dat Cranstons hart stal. ‘Bij het begin is Walter in een diepe depressie gesukkeld, na een leven van gemiste kansen: hij is gevoelloos en totaal verloren gelopen. En dan krijgt hij op zijn verjaardag te horen dat hij terminale kanker heeft, en ironisch genoeg dwingt die ziekte hem om risico’s te nemen die hij nooit eerder heeft genomen. Dat vond ik een fantastisch uitgangspunt.’
Dat hij zijn leven moet omgooien, zorgt er niet alleen voor dat Walter innerlijk een ander mens wordt, ook zijn uiterlijk verandert. In het begin is de leraar chemie bijna letterlijk een grijs personage, maar hoe beter hij in de drugshandel zijn draai vindt, hoe meer kleur hij krijgt. ‘Walter is bij de start meer een geest dan een mens’, zegt Cranston. ‘Hij is bleek en bijna onzichtbaar voor zijn omgeving. Daar hebben we ook mee gespeeld: zijn kleren en zijn kapsel zijn speciaal uitgekozen om hem zoveel mogelijk in het decor te laten opgaan. Maar zodra hij begint te dealen, krijgt hij geld in zijn zakken, begint de adrenaline door zijn lijf te razen, en voelt hij voor de eerste keer in zijn leven dat hij andere mensen kan intimideren. Daardoor ziet hij er anders uit en begint hij anders te lopen.’
Die transformatie van modale grijze muis naar gevaarlijke gangster is wat Breaking Bad als reeks zo uitzonderlijk maakt, of zelfs uniek, vindt Cranston. ‘Wat wij doen, is nooit eerder gedaan in de geschiedenis van de televisie, en dat is geen overdrijving. Vince zei me dat hij een serie wilde maken waarin het hoofdpersonage bij het begin een echte ‘family man’ is – soft, iemand die zelfs nog nooit een parkeerboete heeft gekregen – en tegen het einde dan een soort Scarface is geworden, een koelbloedige moordenaar. Maar wel op zo’n manier dat je als kijker sympathie blijft hebben: uiteindelijk is Breaking Bad een reeks over een goede man die slechte beslissingen neemt, en je betrapt jezelf erop dat je voor hem zit te supporteren, ook al keur je niet goed wat hij doet.’
Een lamme goedzak die in een ‘bad guy’ verandert, is inderdaad nog niet vaak voorgekomen in een tv-serie, maar de afgelopen jaren zijn er natuurlijk wel al meer dan een handvol reeksen geweest met een verwerpelijk hoofdpersonage voor wie je als kijker ongewild sympathie voelde – van The Sopranos over The Shield tot Dexter. Cranston erkent zelf ook dat Breaking Bad heel veel aan die series te danken heeft. ‘Als Vince in 2000 Breaking Bad had proberen te verkopen, dan was hem dat nooit gelukt. Tv was er toen niet klaar voor. Dankzij de opkomst van de betaaltelevisie heb je reeksen gekregen waarin de schrijvers zich helemaal konden laten gaan, waarin de personages niet per se aardig of publieksvriendelijk hoefden te zijn. Daardoor leven we vandaag op tv-vlak in een ‘gouden tijdperk’, en kun je als schrijver én als acteur nieuwe wegen bewandelen en grenzen doorbreken.’
Die drie Emmy’s noemt Cranston dan ook flatterend – ‘het is alsof je een nerd bent en op een dag uitgevraagd wordt door het mooiste meisje van de school’, zegt hij – maar hij vindt ze niet het belangrijkste. ‘Natuurlijk ben ik dankbaar, maar ik zit niet in dit vak om prijzen te winnen. Ik vind die awards vooral fantastisch als promotiemiddel voor de serie. Kijk, na Malcolm in the Middle ben ik heel bewust op zoek gegaan naar een rol in een dramareeks. Als je meer dan honderdvijftig afleveringen de lolbroek uithangt, loop je het gevaar om in een bepaalde hoek geduwd te worden, en dat wilde ik niet. Maar ik had eerlijk gezegd nooit durven te dromen dat ik in zo’n goede serie als Breaking Bad zou belanden.’
S.W.
‘Wat wij doen, is nooit eerder gedaan in de geschiedenis van de televisie.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier