Geen Vlaamse films in Cannes, en toch viel er vorig jaar aan de Azurenkust een gouwgenoot in de prijzen. Sam Louwyck speelt een hoofdrol in de Italiaanse prent Le meraviglie, die de Grote Prijs van de Jury binnenrijfde. De 48-jarige Bruggeling waagde enkele jaren geleden definitief de sprong van op de dansbühne naar voor de camera, en dat begint zijn vruchten af te werpen.

Hij stond jarenlang op de planken bij Les Ballets C de la B, het internationaal gerenommeerde dansgezelschap van Alain Platel; regisseur Felix van Groeningen, bij wie hij net op de set van Belgica stond, noemt hem een acteur ‘met hypercharisma’, en als alles goed gaat, is hij, naast onder meer Veerle Baetens, Kevin Janssens en Jeroen Perceval, dit najaar te zien in D’ardennen, het langverwachte speelfilmdebuut van Robin Pront. Tijd voor een gesprek met Sam Louwyck, dachten we zo. Als alles goed gaat.

EEN PLEIN IN OOSTENDE. EEN NAAMLOZE deurbel. Geen gehoor.

Meer succes via de telefoon.

‘Hallo. Met Sam.’

‘Dag Sam, Knack Focus hier.’

Knack Focus? Godverdoemme, ja, ’t is juste. Waar zit je?’

‘Ik ben in Oostende, en sta aan je voordeur.’

Gerommel op de achtergrond.

‘Sam?’

‘Ja, hallo. Ik zit in Brugge, verdomme, bij een vriend. Kom naar hier, ik zal je taxi betalen. Sorry, hoor. Maar we zitten hier op het schoonste plekje van heel Brugge. Je zult wel zien, niet normaal, vent!’

EEN VEERTIGTAL MINUTEN LATER STAAT Knack Focus aan het nieuw afgesproken adres. Opnieuw geen gehoor, enkel een kleine hond die het op een furieus keffen zet telkens de deurbel rinkelt. Na enkele verwarrende telefoontjes over en weer treffen we Louwyck op wat inderdaad een idyllisch plekje Brugge is, aan de samenloop van drie kanalen en met uitzicht op de oudste brug van de stad, de Meebrug. Hij was samen met zijn vriend snel sigaretten gaan halen, maar zag zich onderweg genoodzaakt tot enkele tussenstops.

Maar de begroeting is hartelijk – nog iets hartelijker en de boomlange acteur had me plat geknepen.

‘Kom, kom, we zullen ons in de keuken zetten. Wat wil je drinken?’

Ik suggereer koffie, maar nog voor mijn jas over een rugleuning hangt staan er al vier flesjes bier op de tafel, naast twee pakjes sigaretten en een asbak. Elders in het huis jaagt iemand Africa van Toto door overstuurde speakers. Louwyck opent de flesjes met zijn aansteker. ‘Allez, ga zitten, vent, en zeg maar: wat wil je weten?’

Laten we beginnen met een simpel ‘hoe gaat het?’

Sam Louwyck: Goed, jong!

ER LIGT EEN GELUKZALIGE GRIJNS OP ZIJN gezicht. Ontspannen, ja, helemaal bij de les, nee, ik denk het niet. En dat voor een drukbezet man, zo blijkt als je er zijn recente en toekomstige activiteiten op de Internet Movie Database op naslaat. Zoals gezegd zit Louwyck onder meer in Felix van Groeningens Belgica, die momenteel wordt gedraaid in Gent.

‘Mijn draaidagen met Felix zitten er al op. Ik speel Rodrigo, een heel ambetante, een ongelooflijk ambetante gast. Een fucking moeilijke rol, maar we hebben er samen verdomme iets goeds van gemaakt. Felix heeft ballen. Ik heb motherfucking veel respect voor Felix, hij is geen klein regisseurtje meer, hé. Een serieuze kerel. We duwen elkaar vooruit tot iets extra, tot dat tikkeltje meer. En dat was nodig want het was een fucking moeilijke rol.’

Dat het nochtans wel vaker gebeurd, dat hij gevraagd wordt om ambetante gasten te spelen, werp ik tegen. ‘Ja, natuurlijk vragen ze me dat veel. Je moet maar eens naar mijn kop kijken. Het is niet moeilijk voor mij om een ambetante gast te spelen, maar je kunt niet altijd dezelfde ambetante gast spelen, hé. Ook daarin moet je als acteur je palet telkens weer uitbreiden.’

Louwyck neemt een flinke tuig van zijn Jupiler en zucht. ‘Ik ben echt heel content dat mijn pad opnieuw dat van Felix gekruist heeft. We waren elkaar kwijtgeraakt ten tijde van Steve + Sky(Van Groeningens debuutfilm uit 2004, nvdr.), maar gelukkig komen we opnieuw overeen.’

Voor Steve + Sky was Louwyck de eerste kandidaat om Jean-Claude te spelen, de aan een rolstoel gekluisterde voormalige celgenoot van Steve (Titus De Voogdt) die een seksbar runt op de Kortrijksesteenweg in Gent. Louwyck zegde toe voor de rol, die hem op het lijf geschreven leek, maar combineerde toen een internationale carrière op de dansbühne met het acteurschap. Die drukke agenda, in combinatie met een soms onregelmatige levenswandel naast de planken, zorgde ervoor dat hij enkele belangrijke afspraken en repetities misliep, wat Van Groeningen tot ingrijpen noopt: hij gaf de rol uiteindelijk aan Johan Heldenberg.

Louwyck wordt daar vandaag met tegenzin aan herinnerd, vooral omdat dergelijke situaties hem een aantal jaren geleden noopten tot een moeilijke keuze: dansen of acteren. Het werd acteren, wat hem ondertussen al rollen opleverde in onder meer Rundskop van Michaël R. Roskam, Lost Persons Area (2009) van Caroline Strubbe, Ex-drummer (2007) van Koen Mortier, Little Black Spiders (2012) van Patrice Toye en La cinquième saison (2012) van Peter Brosens en Jessica Woodworth. Aan dat lijstje mag nu Le meraviglie toegevoegd worden; een luchtig en dromerig familiedrama van de Italiaanse regisseuse Alice Rohrwacher, waarin Louwyck zijn eerste grote starring role speelt – in het Italiaans! – als Wolfgang, de patriarch van een gezin bijenkwekers met vier dochters die op het Toscaanse platteland angstvallig de grote boze buitenwereld op afstand probeert te houden.

‘Ik ben zo gelukkig dat ik die film heb mogen maken,’ zegt Louwyck, ‘én ik was wreed gelukkig in Toscane. Alice heeft voor me gevochten bij de producenten, opdat ik die rol toch maar zou mogen spelen, en in ruil heb ik gevochten voor haar. Heel mijn hart als man en als vader heb ik daar opengezet. Ik had vier dochters in die film, man. Wie heeft er nu vier dochters!? Vier madammetjes die ik graag zie, en ze zien me graag terug! Dat is van een ongehoorde luxe. Ik heb mezelf naar extremen geduwd, tot ik geen kans meer kreeg om te doen alsof. Ik ging er helemaal in op. Op een nacht ben ik van de set naar het dichtstbijzijnde dorp gewandeld. Tien kilometer, door de complete duisternis van de pure, uitgestrekte natuur. En schrik dat ik had! Maar toen ik in dat dorp arriveerde, respecteerden ze me. Allez, dat denk ik toch, want ze zeiden: “Geen enkele onnozelaar die dat ooit geprobeerd heeft.” (lacht)

Het klinkt haast alsof je graag in Toscane gebleven was, met vier dochters en de hele bazaar erbij.

LOUWYCK: Neen, in de realiteit mag ik dat niet doen. Zo laat je mensen in de steek. Ik heb geen vier dochters, en ik weet waarom. Ook al voel ik het in mijn tripes wanneer ik zoiets zeg. Ik stel niet graag mensen teleur. Dat is nergens voor nodig en het leven is al zo kort. Ik probeer zo weinig mogelijk schade toe te brengen terwijl ik vooruitga.’

Het kan bijna niet anders of je brengt als bevlogen acteur – of danser – ergens onderweg onherroepelijke schade toe. Al was het aan jezelf.

LOUWYCK: Sommige dingen kun je rechttrekken, andere dingen niet, maar elke dag dat ik wakker word, probeer ik goed te zijn. Anders kan ik evengoed in mijn bed blijven liggen. Dat is de waarheid. Ik probeer iets goeds te doen voor de mensen. Je weet dat ik niet veel voor televisie werk, niet? Als ik iets voor tv doe, dan alleen als ik weet dat het goed zal zijn. Ik heb zo’n geluk om op deze manier te kunnen communiceren, om op zo’n manier te mogen delen. En ik kan niet anders dan delen met heel mijn hart. Ik heb geen keuze. En als ik eens tegen mijn tomate krijg dan is dat niet erg. Het kan een van de schoonste dingen in het leven zijn: op je knieën zitten en tegen je tomate krijgen.

OP DREADLOCK HOLIDAY VAN 10CC dat in de verte weerklinkt, is het even stil in de keuken. Maar voor ik kan vragen wanneer Louwyck voor het laatste op zijn tomaat heeft gekregen, steekt hij zelf opnieuw van wal.

‘In Italië heb ik ook serieus op mijn tomate gekregen: het was niet gemakkelijk om dat Italiaans enigszins vloeiend onder de knie te krijgen. De enige keer dat ik meer afgezien heb, was toen ik een Britse spion moest spelen met een Spaans-Brits accent, vorig jaar ergens (in de nog niet verschenen Spaanse productie Lobos sucios, nvdr.). Gelukkig was mijn Italiaanse taalcoach een droomvrouw. Niet willen opgeven. Met vuur en vlam, op z’n Italiaans.’

In de film is Wolfgang ook iemand die niet wil afgeven. Door fanatiek zijn dochters en bijen te willen afschermen probeert hij als het ware het leven zelf te beschermen. Regisseuse Rohrwacher moet zelfs Monica Bellucci in de strijd werpen om hem van zijn stuk te brengen. En heelder zwermen met de dood bedreigde bijen.

Louwyck hoopt dat de mensen daarover gaan nadenken dankzij de film. ‘Heb je al eens met bijen gewerkt?’ vraagt hij. ‘Bij de bijen kom je Einstein tegen, bij de bijen ben je hoe dan ook de domste van de hoop. Hun hele levenscyclus, hun hele systeem is van een ongelooflijk gesofisticeerde schoonheid. Een bij zal ook nooit zomaar steken. Wespen doen dat wel, maar wespen interesseren me geen zak! Wespen houden de planeet niet in stand, bijen wel. Als het niet goed gaat met de bijen, gaat het niet goed met ons. Ze zijn zo lief, echt waar, waarom zijn wij niet lief voor hen?’

Iets zegt me dat Louwyck geen antwoord verwacht op die laatste vraag, dus stel ik er zelf één: hoe lang is het geleden dat iemand hem nariep met Windman, zijn personage dat de rode draad vormde in het inmiddels twaalf jaar oude Any Way the Wind Blows van Tom Barman? ‘Eerlijk? Het gebeurt nog heel veel, ja. Maar ik ben daar niet ongelukkig over. “Hey, Windman! Hey, ex-drummer! Stuk krapuul!” Ik krijg het regelmatig nog tegen mijn tomate. Dat wil zeggen dat ik goed geweest ben in mijn job. Acteren is een ambacht, dat mag je nooit vergeten. En ik probeer mijn ambacht, mijn leven, zo goed mogelijk te lijden. Daarom vragen mensen mij voor filmrollen. Omdat ze weten dat ik nooit opgeef. Ik ga door een muur. Zelfs al loop ik er altijd tegen, ik doe mijn best, in mijn kop ga ik erdoor. Stoppen met dansen was een van de ergste beslissingen die ik ooit heb moeten nemen, een heel grote pijn. Maar ik moest kiezen, want ik begon de mensen te veel te ontgoochelen. Ik heb mijn keuze gemaakt, maar het deed zo veel pijn, man. Fysieke pijn. In mijn films doe ik nu al mijn stunts zelf, ik sta daarop. Soms denk ik: ‘Kom, geef mij een goeie honky-tonk, om te linedansen. Dat ik toch iets los kan laten.’ Maar wanneer ze dan Windman naar me roepen, denk ik: “Ik heb je toch doen nadenken! We hebben iets gedeeld.” Dat is mijn job: laat ons delen. Samen delen.’

GENOEG GEDEELD DAN MAAR, DE dictafoon gaat uit. Louwyck springt enthousiast van zijn barkruk: ‘Ik had het je gezegd, hé! Dat het interview moest doorgaan. Mocht je morgen naar Oostende gekomen zijn, dan zat ik in mijn bed, in een deken gewikkeld. Dan was ik toegeklapt.’

Waarom dan wel?

‘Ach, omdat ik veel, veel te breekbaar ben, man.’

Ik vraag waar de wc is. ‘In de gang, eerste deur rechts.’

De deur wringt tegen. Er blijkt een kleerkast achter te zitten.

LE MERAVIGLIE

Vanaf 11/2 in de bioscoop.

DOOR JONAS BOEL – FOTO FILIP VAN ROE

Sam Louwyck ‘HEB JE AL EENS MET BIJEN GEWERKT? BIJ DE BIJEN KOM JE EINSTEIN TEGEN, BIJ DE BIJEN BEN JE HOE DAN OOK DE DOMSTE VAN DE HOOP.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content