Gangsters slaan gensters – Een mijlpaal uit de Amerikaanse misdaadfilm krijgt een welkome verjaardagseditie.
Film: **** Extra’s: *** (Warner)
Film. Met Bonnie and Clyde, waarin een beproefd en sterk gecodeerd Hollywoodgenre – de misdaadfilm – met een naar de Franse nouvelle vague verwijzende vrijheid en moderniteit in beeld wordt gezet, maakte Arthur Penn een van de meest invloedrijke Amerikaanse films van de jaren zestig. Rond de exploten van een beroemd gangsterpaar uit de jaren dertig, de autodief Clyde Barrow (Warren Beatty) en zijn meisje Bonnie Parker (Faye Dunaway) die samen banken beroven in het door de economische crisis geteisterde Amerikaanse Southwest van de jaren dertig, weeft Penn een lyrische en heftig emotionele ballade vol bruuske veranderingen van toon. Slapstick, zwarte humor, tragische romantiek en sociale kritiek botsen vrolijk op elkaar. Verstilde momenten waar een grote kracht van uitgaat wisselen af met scènes van een extreme gewelddadigheid die eind jaren zestig grensverleggend waren.
Scenaristen Robert Benton en David Newman geven zowel een sociale als een freudiaanse verklaring (de impotente Clyde die zijn revolver als een surrogaatpenis hanteert) voor de drijfveren van de twee sympathiek voorgestelde boeven die in hun uitdagende spot met law & order en grootkapitaal appelleerden aan de antiautoritaire tijdgeest van de sixties.
Het voortvluchtige paar wordt aan het eind in een hinderlaag gelokt en Penn ensceneert deze schietpartij als een Liebestod in slowmotion, waarin de twee minnaars doorzeefd van de kogels, schuddend en schokkend bij elkaar proberen te komen. Een visueel briljant bloedballet dat vaak geïmiteerd zou worden, maar nooit geëvenaard. De vinnige stijl waarmee een en ander in beeld is gezet heeft veel te danken aan het koortsachtige ritme van de hyperdynamische montage van Dede Allen. Het is alsof er altijd enkele beelden te vroeg wordt gesneden, wat de film bijzonder abrupt en rusteloos maakt, alsof er een energie van uitgaat die nauwelijks in bedwang kan worden gehouden.
Extra’s. Hoofdbrok op de tweede disc van deze feestelijke uitgave naar aanleiding van het veertigjarig jubileum is een nieuwe retrospectieve making of vol weetjes over de productie: Benton en Newman gingen eerst bij François Truffaut aankloppen voor de regie; oorspronkelijk was Clyde biseksueel, in een ménage à trois gewikkeld met Bonnie en een boerenlummel die ze opscharrelen. De opnamen verliepen allesbehalve rimpelloos: Warren Beatty, die voor de eerste keer ook de producerspet droeg, bemoeide zich met de regie van Penn; de veteraan-fotografieleider Burnett Guffey werd tegen zijn zin gedwongen om een soepeler stijl te hanteren (wat hem uiteindelijk een Oscar opleverde).
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier