Hij zou dit jaar zijn honderdste verjaardag gevierd hebben: Louis Thomas Hardin, blinde componist, (straat)muzikant, dichter en excentriek figuur pur sang die door het leven ging als Moondog, de Viking van 6th Avenue! Feeërieën brengt binnenkort hulde aan de man, Roland Van Campenhout is daar al een tijdje mee bezig. ‘Hij was een muzikaal genie.’

Hij was geen echte Viking, natuurlijk, die Louis Hardin. Hij begon zijn leven in 1916 als een gewone jongen uit een anglicaans, traditioneel landbouwersgezin in Kansas. Hardin was ook niet zijn hele leven blind: een ontploft ontstekingsmechanisme ontnam hem op zijn zestiende voorgoed het zicht. Via omwegen langs gespecialiseerde muziekscholen in Arkansas en Tennessee belandde hij rond 1943 in New York, het walhalla van de straatmuzikanten, waar de legende van Moondog begon. Eind 1999, inmiddels gesetteld in Duitsland, doofde zijn licht voorgoed. Wat daartussenin gebeurde, zou een scenario kunnen zijn van de filmbroeders Coen, die enkele van Moondogs composities overigens gebruikten in de soundtrack van hun hit uit 1998, The Big Lebowski.

‘Ik geloof dat die soundtrack, zoals voor vele anderen, mijn eerste kennismaking was met de muziek van Moondog’, vertelt Michiel Van Cleuvenbergen, gitarist bij Condor Gruppe, het instrumentale combo uit Antwerpen dat in juni het album Frog Bog (A Tribute to Moondog) uitbracht. ‘Ik zou mezelf zeker geen groot kenner willen noemen, wel een groot liefhebber. Hardin werd in zijn ritmes heel erg beïnvloed door de muziek van native Americans, de Noord-Amerikaanse indianen waar ikzelf ook door gefascineerd ben. Sommige van Moondogs composities zijn heel minimaal, andere dan weer jazzy of orkestraal, maar bijna altijd is die tribale, hypnotiserende ondertoon, dat repetitieve trance-effect aanwezig. Tegelijk bedenkt hij enorm mooie melodieën, vaak op het feeërieke af. Het is die combinatie die zijn muziek zo fantastisch maakt. Moondog was een muzikaal genie, zonder twijfel. Zijn vrienden en bewonderaars zijn dan ook niet van de minsten.’

Jazzgiganten als Charlie Parker en Benny Goodman, componist Philip Glass, Nick Cave, Tom Waits, Janis Joplin (die met Big Brother and the Holding Company zijn All Is Loneliness coverde), producer Daniel Lanois, folkrockband Pentangle, gitarist John Fahey, Frank Zappa, samplewizard Mr. Scruff: het zijn maar enkele namen uit een lange lijst artiesten van vroeger en nu die hun bewondering voor Moondog niet onder stoelen of banken steken. En dat voor een componist die zijn muziek in braille noteerde, wiens originele albums zo goed als onvindbaar (of onbetaalbaar) blijven, en die een groot deel van zijn publieke leven met een metalen speer in de hand, een gehoornde Vikinghelm op het hoofd en gehuld in een soort monnikspij op een New Yorks trottoir doorbracht.

Op een dag maakt Artur Rodzinski, de Poolse dirigent van het New York Philharmonic aan de ingang van Carnegie Hall kennis met een man ‘met het gezicht van Christus’. Die man, Hardin dus, had een simpel verzoek: of hij enkele repetities mocht meemaken. Dat mocht, zo veel repetities als hij maar wenste. Een New Yorkse krant kreeg er lucht van en begin 1945 werd het levensverhaal van Moondog voor het eerst opgepikt door de media. Hardin is dan 28.

‘I’m somewhat of a wolf’, antwoordde Hardin op de vraag van de krant of hij veel vrienden heeft. ‘Ik ken veel vrouwen, maar mijn leven is eenzaam.’ In tegenstelling tot wat de overlevering vaak wil, is Hardin dan niet dakloos, maar woont hij op een bescheiden zolderappartementje met een slaapzak, een platenspeler, boeken in braille en een klein orgel. ‘In het begin wilde ik niet meer leven’, vertelt hij aan de journaliste over zijn ongeval, maar een school voor blinden in Iowa hielp de jonge Hardin zichzelf te ‘herontdekken’. ‘Ik nam muzieklessen en begon te lezen, en te denken. Lezen, denken, naar muziek luisteren en componeren is wat ik sindsdien doe.’

NU HOEFT EEN VISUELE BEPERKING voor een muzikale roeping geen struikelblok te vormen – denk maar aan Ray Charles, Stevie Wonder of desnoods Andrea Bocelli. Maar Moondog oogde niet alleen excentriek – iets tussen Sinterklaas, Odin en Raspoetin – ook zijn muziek was een buitenissig amalgaam, van nu eens primitieve, dan weer complexe percussie, bebop, oriëntaalse folk en klassiek. Tijdens zijn straatperformances gebruikte hij vooral zelfgebouwde instrumenten, zijn vroegste opnames zijn doorspekt met achtergrondgeluiden van verkeer, blaffende honden of de haven. ‘One of the strangest records ever issued to the public‘, schrijft het Britse muziekblad Melody Maker in 1953 over de ep On the Streets of New York. Maar ook: ‘a musician of exceptional talent’, en ’this is genuine music’.

‘Het was behoorlijk avant-gardistisch en modern voor die tijd, wat hij deed’, zegt Roland Van Campenhout, die de voorbije zomer, samen met Serge Feys, Patrick Riguelle, Isolde Lasoen en Mirko Banovic, als A Tribute to a Man Called Moondog aantrad op onder meer Gent Jazz – u kunt hen volgende maand nog aan het werk zien in Oostende. ‘Hij sprong bijzonder erudiet om met verschillende stijlen en invloeden. En wat soms wordt vergeten: zijn teksten waren ook niet naast de plank, hè! Iedereen weet dat ik een groot liefhebber van Bob Dylan ben, maar lang voor die in New York arriveerde, was Moondog op zijn manier een soort protestzanger avant la lettre, met soms abstracte maar poëtische teksten. Enough about Human Rights heet een van zijn – weliswaar latere – songs. ‘What about seal rights? / What about eel rights / What about coon rights? / What about loon rights? / What about wolf rights? / What about moose rights?’, enzoverder. Schitterend! (lacht) Ook mooi is Aska Me, over het ontstaan van Alaska.’

Van Campenhout voelt zich verwant met Hardin, en dat heeft met meer te maken dan enkel uitbundige wildgroei ter hoogte van de kinnebak. ‘Moondog was een monument, een bezienswaardigheid zoals Manneken Pis, maar dan van vlees en bloed, en in New York. Maar bovenal was hij een outsider, altijd going against the grain, zoals ze in Ierland zeggen. Ik ben ook begonnen als straatmuzikant, en ik heb al vaak verteld dat ik vind dat ik te laat geboren ben. Het liefst van al had ik in New York geleefd tijdens de beatnikperiode, eind jaren veertig, begin jaren vijftig. Niet toevallig de periode dat Moondog aansluiting vond bij de jazzmannen in New York.’

EEN VAN MOONDOGS VASTE STEKKEN in Manhattan lag aan de kruising van 6th Avenue en 52nd Street, oftewel ‘Swing Street’, het epicentrum van de New Yorkse jazzscene. Charles Mingus en Charlie Parker, beboppers die niet vreemd waren aan de symbiose van klassiek met jazz, raakten bevriend met de straatmuzikant en wanneer Parker in 1955 overlijdt, eert Hardin hem met Bird’s Lament, een van zijn bekendste composities. Saxofonist, klarinetspeler en orkestleider Woody Herman was een van de eersten om die vreemde snuiter met zijn zelfgefabriceerde percussiecollectie naar muzikale waarde te schatten. Het was op zijn label, Mars, dat in 1953 On the Streets of New York verscheen. Sterker nog: zonder Herman was er vandaag misschien geen sprake geweest van Moondog, de musicerende Viking. Dat zit zo: Alan Freed, destijds prominent radio-dj en ‘bedenker’ van de term rock-‘n-roll, baseerde zich op een van Moondogs eerste releases, Moondog’s Symphony uit 1950 (op 78 toeren!), om zijn show The Moondog House en zijn radio- alter-ego Moondog te dopen. Na een rechtszaak waarin Herman, destijds een van de populairste orkestleiders, figureerde als kroongetuige verkreeg Hardin een schadevergoeding en de rechten op zijn artiestennaam.

Dat de wereld maar groot genoeg is voor één Moondog mocht in 1996 ook Stef Kamil Carlens ondervinden. Voor er sprake was van Zita Swoon was er de band Moondog Jr., maar na één album, Everyday I Wear a Greasy Black Feather on my Hat, kwam er een telefoontje van een Duits advocatenkantoor: Carlens: ‘We zaten met Moondog Jr. bij Island, een groot internationaal label. Die plaat was een succes, we hadden er ook al uitgebreid mee getoerd, en toen kreeg de platenfirma dus dat telefoontje, met de vraag of we onmiddellijk wilden ophouden met de naam Moondog Jr. te gebruiken. Het straffe is: eerst had ik de naam Moondog gebruikt, zonder te weten dat er al een Moondog bestond. Toen vrienden me daarop wezen, dacht ik het op te lossen door ‘Jr.’ toe te voegen, naar Dinosaur Jr., die ooit in een gelijkaardige situatie zaten. Niet dus, en dat viel me zwaar. Ik heb uiteindelijk, na lang smeken, zelf mogen bellen met meneer Hardin, maar die wilde van geen wijken weten. ‘Die naam is van mij, ik heb er lang voor moeten werken’, klonk het aan de telefoon. “You’re just a puppy”, zei hij – juist, want ik was toen 24. “Het zal even pijn doen in je maag, and then you’ll get over it.” Ik probeerde het over een andere, persoonlijke boeg te gooien, maar ik was pokkenerveus en vroeg aan Hardin of hij de volle maan al gezien had die avond. Héél slim! (lacht)“I don’t see”, antwoordde hij droog.’

Moondog Jr. werd dus noodgedwongen Zita Swoon, en toch heeft Moondog senior er een fan voor het leven bij: ‘Toen ik ontdekte dat er al een Moondog bestond, begon ik een speurtocht naar zijn platen, wat destijds – midden jaren negentig – niet zo simpel bleek. Uiteindelijk kwam ik in een winkel in Tilburg terecht en ik vond het zó goed wat ik hoorde dat ik er meteen al zijn platen heb gekocht. Ik leg ze nog steeds vaak thuis op, ze zijn een constante geworden in mijn leven. Moondog bekleedt een unieke positie in de muziekwereld, vind ik. Er zit iets heel ontwapenends in zijn composities en teksten, alles lijkt geschreven vanuit een zeer menselijk perspectief. Zonder er al te lyrisch over te willen worden zou ik durven zeggen dat ik bij Moondog het gevoel krijg dat hij één is met de dingen, één met de wereld.’

‘EEN ZELDZAAMHEID IS DE MAN die zich niet heeft laten kopen’, zegt Hardin in 1970 aan een reporter van het tijdschrift Upstate. Hij heeft net een tweede album uit op Columbia, Moondog 2. Hét Columbia, van Bob Dylan, Miles Davis, Janis Joplin en Leonard Cohen. Hardin heeft de deal getekend op voorwaarde dat hij zijn muziek mag opnemen zonder dat iemand bij de platenfirma die op voorhand kan keuren. ‘Dat gebeurt niet veel in deze tijden’, aldus de Viking, en gelijk had-ie.

In het counterculture-klimaat van eind jaren zestig vindt de non-conformistische Moondog behoorlijk wat weerklank. Zijn excentrieke verschijning legt hij uit als een ‘persoonlijke expressie’, een rebellie tegen ‘het bourgeoisuniform’. De anglicaanse leer waarin hij werd opgevoed, heeft hij afgezworen na zijn ongeluk. ‘Als God werkelijk goed was, had hij mij mijn zicht niet ontnomen’, is zijn besluit.

‘Moondog punk avant la lettre noemen is misschien veel gezegd’, aldus Michiel Van Cleuvenbergen van Condor Gruppe. ‘Maar hij deed wel altijd zijn eigen goesting, lang voor dat in de mode was.’ Hij krijgt gelijk van de man zelf: ‘Zo lang als ik op straat leef, aanvaarden de mensen mijn verschijning, omdat ze denken dat ik een ongevaarlijke excentriekeling ben’, liet hij in 1953 optekenen. ‘En misschien ben ik dat ook. But I do as I please. That’s more than most people can say.’ Lang leve Moondog!

A CELEBRATION OF THE 100TH BIRTHDAY OF MOONDOG

Met Condor Gruppe, Stefan Lakatos en Dominique Ponty, op 23/8 in het Warandepark, in het kader van Feeërieën, helemaal gratis. Alle info: abconcerts.be

A TRIBUTE TO A MAN CALLED MOONDOG

Met onder meer Roland Van Campenhout, nog op 24/9 in De Grote Post in Oostende. Alle info: rolandvancampenhout.be

door Jonas Boel

‘Moondog was een monument, een bezienswaardigheid zoals Manneken Pis, maar dan van vlees en bloed, en in New York. En wat soms wordt vergeten: zijn teksten waren ook niet naast de plank, hè!’ Roland Van Campenhout

‘Toen we de naam Moondog Jr. van hem niet mochten gebruiken, heb ik nog met hem gebeld. Ik probeerde het over een persoonlijke boeg te gooien en vroeg de blinde Moondog pokkenerveus of hij de volle maan al gezien had die avond. Héél slim.’ Stef Kamil Carlens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content