Beste mannelijke hoofdrol
Timothée Chalamet (Call Me by Your Name) / Daniel Day-Lewis (Phantom Thread) / Daniel Kaluuya (Get Out) / Gary Oldman (Darkest Hour) / Denzel Washington (Roman J. Israel, Esq.)
Acteurs zijn rekwisieten die bewegen en praten. Oké, dat is overdreven, maar dat is de aandacht die ze in vergelijking met regisseurs, cameramensen, monteurs, productiondesigners et alii krijgen óók. Bovendien is het de makkelijkste categorie om te winnen, als je maar trouw de Academy-succesformule volgt: kruip in de huid van een beroemd historisch personage dat zich tot held ontpopt, bij voorkeur een Brit, zet al diens tics en gestes danig in de verf en vermager, verdik of transformeer fysiek zoveel mogelijk, op het masochistische af. Zet die Oscar dus maar klaar voor Gary Oldman, de karakterkameleon die zich blood, sweat and tears getroostte om met een imposante kinprothese, een vet accent en een krat sigaren tot oorlogspremier Winston Churchill te muteren in Darkest Hour, een biopic waarvan de voornaamste bestaansreden lijkt te zijn crazy Gary eindelijk zijn Oscar te laten winnen. De enige, potentiële kaper op de kust is Daniel Day-Lewis, die zijn vierde beeldje kan winnen – wat een absoluut record zou zijn. DDL zou niet alleen stemmen kunnen wegkapen omdat hij in Phantom Thread opnieuw elke scène doet kraken van de onderhuidse suspense, nu hij zijn pensioen heeft aangekondigd zou het voor Hollywood ook een glorieuze manier zijn om de Iers-Britse klasbak uit te wuiven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier