BEFORE MIDNIGHT
Na Before Sunrise (1995) en Before Sunset (2004) is er nu Before Midnight, de derde film over lief en leed van Jesse en Celine. Een ander verhaal, een andere locatie maar ook een ander koppel want de twee twintigers van toen zijn ouder, wijzer en cynischer. Schrijver Thomas Blondeau (her)bekeek de films en zag hoe de dromers veranderd zijn in kibbelende ouders. OPGELET: Dit artikel bevat spoilers over Before Sunrise, Before Sunset en Before Midnight. Ook zitten er referenties in naar het privéleven van de auteur.
VANAF 26/6 IN DE BIOSCOOP
roeger was omslachtig. Brieven raakten verdwaald in de post, telefoons moest je met twee handen bedienen en had je je treinoverstap gemist, dan bestond de kans dat op het perron alleen wat platgetrapte peuken op je wachtten.
Er bestaan veel films over terugkijken: nostalgie is nu eenmaal het snelst aan te sporen met visuele stimuli – een passant met Dr. Martens, hup, u bent in de jaren negentig. Maar ik ken geen enkele filmreeks die zichzelf als heimweemateriaal weet te presenteren, behalve dan de trilogie Before Sunrise, Before Sunset en het nieuwe Before Midnight. De componenten van iedere film zijn dezelfde: man, vrouw en alle zalig- en gekmakende gedoe daartussen. Die eenvoudige samenstelling en de negenjarige hiaten ertussen, dwingen de trouwe volger om vergelijkingen te trekken met zijn eigen liefdeswandel. Dus start de projector, er zijn intermezzo’s.
Julie Delpy speelt Celine, een idealistische Française met blonde Botticelli-krullen, het soort vrouw dat je zomer goed kan maken door slechts af en toe je vaste terras aan te doen. Haar dromen op feministisch, milieu-activistisch en romantisch vlak fungeren als antilichamen voor haar cultuurpessimisme. Celines bezorgdheid om de wereld wordt weggegrijnsd door de blijmoedige Amerikaan Jesse, vertolkt door Ethan Hawke, een ginnegappende rouwdouw die door het leven en Europa struikelt.
In de eerste film, Before Sunrise, zijn ze begin twintig en ontmoeten ze elkaar in een trein op weg naar Wenen. Halsoverkop besluiten ze om de nacht wandelend, pratend en uiteindelijk vrijend door te brengen. Al even onstuimig besluiten ze om elkaar over zes maanden terug te zien op het perron. Telefoonnummers wisselen ze niet uit, dat doet maar uitbloeien. (Als de Dr. Martens-referentie u niets deed, er was een tijd voor Facebook. Namen stonden in een telefoonboek, maar daar had je niets aan als het om een Zuid-Franse copine ging. Van medio jaren negentig herinner ik me nog een wanhopige brief op een chocoladewikkel, geschreven door een zomerkampliefje zonder vaste verblijfplaats. Het was een paar dagen voor Kerstmis. Ik stuurde het enige telegram uit mijn leven naar het retouradres. Nooit wat op gehoord.)
Negen jaar en een film later heeft Jesse een bestseller geschreven over die nacht. Celine duikt op tijdens een openbaar interview met hem in Parijs. Ze zijn nu begin dertig, een leeftijd waarop alles nog kan, maar leeftijdsgenoten in de krant zijn dan soms al miljonair, of voorbij hun hoogtepunt. Hij heeft nog een paar uur te gaan voor zijn vliegtuig vertrekt. En weer wordt er gewandeld, gelonkt en gepraat.
De kijker leert dat zij niet is komen opdagen op de afspraak wegens een familiesterfgeval. Hij is ondertussen getrouwd en vader. Zij zet zich professioneel in voor een groenere wereld, maar heeft besloten niet meer te romantiseren. ‘I still have a lot of dreams but they are not in regard to my love life’, zegt ze enkele minuten voor ze uitbarst in schreeuwerige verwijten. Waar haalt hij het gore lef vandaan om zomaar de deur open te trappen van de rommelkamer waarin ze haar meisjesdromen over de Enige Ware Liefde had weggestopt? De aftiteling verschijnt voor de kijker te weten komt of ze weer met elkaar naar bed gaan, vlak voor Jesse moet beslissen of hij zich nog naar de luchthaven zal reppen.
In Before Midnight kunt u zien dat hij inderdaad zijn vlucht heeft gemist. Daar is niet veel later een te schattige blonde tweeling uit gekomen. (Die oogtroeteligheid is overigens een van de weinige minpunten aan deze filmreeks: net iets te veel sacharine en hoogglans. Waarschijnlijk heeft het Hollywoodpubliek dat nodig om telkens anderhalf uur aan dialoog te verstouwen.) Nu is ons koppel begin veertig, de leeftijd waarop veel al niet meer mogelijk is. Ja, ze zijn samen, maar met de vervulling van dat verlangen kwamen de omgangsregelingen, het ophalen van de kinderen, het afstemmen van agenda’s. Zijn haar is dunner geworden, haar heupen breder. Zijn charmante slungeligheid is veranderd in een schlemielig gebrek aan decorum. Haar blozend-mollige gezicht blijkt opeens in staat tot furieuze pinnigheid. De dromers zijn kibbelende ouders geworden.
Iedere Before gaat over het vinden van liefde, het vervullen van dromen en aansluiting vinden met de wereld. ‘I’ve never felt completely connected’, zegt Jesse, in verschillende variaties, in alle films. Dat hij schrijver is geworden, helpt de kijker het bijna-decennium tussen de episodes op te vullen. De vorige film heeft hij telkens tot een succesvolle roman verwerkt. Dat voortdurende teruggrijpen maakt ook duidelijk hoe geliefden hun samenzijn en hun verwachtingen daarover bijstellen.
De gesprekken in het eerste deel zijn studentikoos wijdlopig en abstract. Het gaat over eeuwig leven en waarlijk liefhebben, afgewisseld met anekdotes over gedesillusioneerde ouders en rondneukende bonobo’s. Ze hebben nog nauwelijks wat meegemaakt en hebben het daarom voortdurend over wat ze zullen gaan doen. Negen jaar later is de metafysische liefde geen gespreksonderwerp meer. Nu gaat het over billenkoek of vieze praat in bed. In de woorden van Jesse: ‘At least now we don’t have to pretend that each new sexual experience is a life-altering event.’
Die demystificatie van seks heeft natuurlijk haar voordelen – fenomenale onenightstands bijvoorbeeld. Maar die zinderende wirwar van geilheid, adoratie en anticipatie die alleen ontstaat als je lang op elkaar moet wachten, kennen de meeste mensen alleen uit hun studententijd. (En als het zich op je dertigste weer voordoet, blaast het je nog steeds van je sokken. Toen ik een paar jaar geleden een te pathetische break-up probeerde te verdrinken, vroeg ze of ze erbij mocht komen zitten. Inderdaad, zo’n vraag uit zo’n film. Omdat ze nog een vriendje had waarmee ze het nu nog even niet kon uitmaken, zagen we elkaar zelden en in het geniep. Het deed me alleen maar meer verliefd op haar worden. We sliepen samen. Met de nadruk op slapen. Het moet van een festivalweide in Torhout zijn geweest dat ik nog blauwe ballen heb gehad – ja, dames, dat bestaat. Wikipedia het even. Later leerde ik dat ze een zwak had voor aanloopkatjes en floppende mannen. Enfin, lees er alles over in mijn in september te verschijnen roman Het West-Vlaams versierhandboek.)
Die blauwe ballen moet Jesse ook gevoeld hebben in de eerste film, als hij uren met de kirrende Céline loopt te flikflooien. In het derde deel zie je hem terugklauwen naar die intensiteit. Als hij leert dat hij niet haar eerste verliefdheid was, slaat de tijd weer een deukje in zijn zelfbeeld. Veelbetekenend is dan ook de scène waarin er voor het eerst, na twintig jaar, naakt is te zien in de film. Céline ontbloot haar borsten, ze beginnen te vrijen en dan… belt zijn zoontje uit zijn eerste huwelijk. Na de huishoudelijke mededelingen steekt een oude wrevel op die omslaat in een gemene, onder je huid kruipende ruzie. Zij is de hele tijd halfnaakt; dat is geen straf maar wel ongemakkelijk. Je weet namelijk dat de aanblik van haar boezem hem ooit naar adem deed happen. Nu ziet hij het dagelijks in de badkamer. Dat is normaal, dat is het leven maar het is me toch van een banale wreedaardigheid, dat ouder worden.
Zeker, alle films zijn grappig, charmant, verleidelijk en lichtvoetig. En laten we het de Texaanse regisseur Richard Linklater vergeven dat hij van Europa een museumkast vol straatmuzikanten, literaire kroegen en zonovergoten terrassen maakt. Maar wat deze films doet ontstijgen aan die andere romantische relatierelazen, is de real-timetijdsperiode. Het is daardoor een reservoir van herinneringen en voorbije gevoelens geworden, zowel voor de hoofdpersonages als de toeschouwer. Hoewel ik nog in de leeftijd van de tweede film zit, merk ik als dertiger wel dat mijn manier van minnen al hopeloos tot een andere tijd behoort. ‘Oh, ja, zo werd je verliefd toen. Sms’jes bestonden niet. En in de trein kon je elkaar gewoon aanspreken want alleen joggers hadden een walkman.’ Of, pijnlijker: ‘Het begon allemaal zo overrompelend. Wat is er gebeurd met hen? Met ons? We hadden perfect kunnen zijn.’
In Before Midnight huppelt een jong stel verliefden langs. Net zoals de hoofdrolspelers ooit wonen ze in verschillende landen en zijn ze in elkaars leven getuimeld na een nacht van gezonde verstandsverbijstering. Hoe nu verder? Skype natuurlijk. Elke avond. Wat webcamseks erbij. Idealiseren hoeft niet meer, kan zelfs niet meer. Wie nu verliefd wordt, kan nog voor de smaak van de eerste kus uit zijn mond verdwenen is op zijn telefoon andermans vakantiefoto’s checken.
Als u zich nog een tijd zonder internetzoekmachines kunt herinneren, hebt u vast al eens kalverliefdes of vervlogen amourettes gegoogeld. Hoe ontnuchterend is dat niet? In het beste geval onthield je ze zo smachterig als toen ze zich voor het eerst aan je voordeden. Nu zie je ze terug op de sociaalnetwerksites, hun rug overwoekerd door een tatoeagewingerd. In hun klauwen houden ze een verschrikt mormel voor zich uit als proeve van vruchtbaarheid. Slonzige feestfoto’s, rood aangelopen echtgenoten, wit-plastictuinmeubels. Al dat bewijsmateriaal van onze eigen vergissingen moet ons toch af en toe doen twijfelen aan onze gevoelens voor de huidige geliefde. Hebben we toch nog even een tijdelijk voordeeltje gehad op die akelige tieners en twintigers die elk jaar weer wat strakker in hun vel zitten.
Nee, Jesse, Celine, ikzelf en ongetwijfeld velen onder u mogen niet klagen. Maar er is veel veranderd tussen toen en nu, tussen de blozende wangen en de lijnen in het voorhoofd, tussen wat we hoopten en wat we ontvingen. We verlangen naar de toekomst, we krijgen het verleden. Misschien is ouder worden jezelf weten te verzoenen met die paradox. Of zoals Celine zegt: ‘Memories are wonderful things, if you don’t have to deal with the past.’
Thomas Blondeau over Before Midnight:’WE VERLANGEN NAAR DE TOEKOMST, WE KRIJGEN HET VERLEDEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier