BACHTEN DE KUPE

Hoe sterk is het eenzame meisje dat zich kromgebogen tegen de wind over het wrakhout een weg baant? Met de woeste ballade Beasts of the Southern Wild trekt de jonge Amerikaan Benh Zeitlin naar de ‘Bathtub’, de frontlinie van Katrina, onbeschermd door dijken. ‘Je huis zien wegdrijven, wie kan daarmee nu niet meeleven?’

Broekventjes maken gruwelijke horrorfilms en grote lelijkaards romantische komedies: natuurlijk is er geen verband tussen een film en het uiterlijk van de regisseur. Toch schrik ik van Benh Zeitlin (30). Is deze tengere, gladgeschoren snelprater in de kleren van een overbetaalde Wall Streetboy levend teruggekeerd uit het diepste zuiden van Louisiana? Blijkbaar wel, en dan nog met Beasts of the Southern Wild onder de arm, een lyrisch portret van de mensen die er een Bijbelse storm trotseren.

Geen mens die begrijpt wat hen bezielt om in die waterige wildernis te leven, ver van alle luxe, comfort én bescherming. Geen haar op hun hoofd dat eraan denkt om hun vrijheid op te geven. Door naar hun ondergang te kijken met de ogen van de zesjarige Hushpuppy (de fascinerende Quvenzhané Wallis) kan Zeitling zijn vertelling extra romantiseren. Het door haar zwaar drinkende vader (Dwight Henry) onorthodox opgevoed kind – overleven is duidelijk belangrijker dan algebra – sleurt er metershoge oerossen bij die door het smelten van de ijskappen zijn vrijgekomen en op haar dorp afstormen als de N-VA op het stadhuis van Antwerpen.

Beasts of the Southern Wild verovert festival na festival. Cannes bekroonde Benh Zeitlin met de Caméra d’or voor de beste debutant. Net als voor Winter’s Bone (2010) van Debra Granik begon de zegetocht in Sundance. ‘Prachtig al die prijzen en aandacht op chique festivals, maar het is vooral surrealistisch’, zegt Zeitlin. ‘Het voelt alsof de natuurwetten plotsklaps veranderd zijn en we over de bodem van de oceaan wandelen. Met Quvenzhané Wallis en Dwight Henry in piekfijne kleren in het filmpaleis van Cannes applaus in ontvangst nemen, staat zo ver af van waar deze film begon!’

En dat was?

BENH ZEITLIN: In een verlaten tankstation in het zuiden van Louisiana. Ik herinner me de eerste dag nog goed. Dwight Henry had de met donutvet besmeurde werkkleren van zijn bakkerij nog aan. Ik was goed op weg naar een zonneslag en passeerde veel te vaak langs de tafels met de versnaperingen en de gesmeerde broodjes. We ploeterden door de modder. Het was een rotzooi-productie. Herinner je je dat na Katrina onwaarschijnlijke vlotten gebouwd werden om geliefden te redden? Wel, wij zochten de inventiviteit van die voddenrapers, die eigenhandig fantastische dingen maken met rommel. Junk art op grote schaal.

Het verhaal van New Orleans kennen de mensen onderhand wel. Ik volgde de weg tot je niet meer verder kunt, tot het allerlaatste dorp voor de zee. Ik heb de spirit willen vatten van de mensen die dáár wonen, waar het land elke dag wat meer afbrokkelt en in de Golf van Mexico verdwijnt.

Is ‘wonen’ daar geen eufemisme voor overleven?

ZEITLIN: De mensen leven er onder de zeespiegel. Graaf anderhalve meter diep en het water welt op. De grond is een delicate, maar zeer vruchtbare spons. Planten groeien er sneller en wilder dan elders. Insectenplagen zijn dagelijkse kost. Die curieuze plek zuigt het leven aan. Er gaat een geschifte energie van uit die heel opwindend is, en die je bijna doet vergeten hoe gevaarlijk het er is. Je bevindt je vóór de reusachtige dijken en bent dus overgeleverd aan de genade van iets dat sterker dan jezelf is: het water. Iedereen weet er dat één verschrikkelijke storm het einde kan betekenen. De dood hangt er in de lucht. Maar onverschrokkenheid is een deel van de cultuur van die mensen.

Bestaat de Bathtub echt of heb je het gebied bij elkaar gefantaseerd?

ZEITLIN:(grinnikt) Alles is op locatie gedraaid, maar de Bathtub is onze creatie. Elk element komt ergens in Louisiana voor, maar nooit tegelijk. De acteurs komen van overal. De cultuur van de personages is een mix van de cultuur van Zuid-Louisiana, West-Louisiana en New Orleans. Waag het niet om dat over dezelfde kam te scheren.

Waarom maak jij er wel een ratjetoe van?

ZEITLIN: Ik ben gefascineerd door de mentaliteit van de mensen die voorbij het land leven en zelfredzaam zijn. Ik vind er een vrijheid terug die de rest van Amerika ontbeert. Je hoort daar niet praten over orkanen. Niemand klaagt. Ze verdragen het allemaal, herbeginnen van nul zo vaak het moet en hoeven van niemand hulp.

Maar ook New Orleans fascineert. Daarvan leen ik het cerebrale: de parades, het drinken, de troep, de stedelijke cultuur die het leven op vurige wijze viert. De jazzbegrafenis is daar een prachtig voorbeeld van. Als iemand in New Orleans sterft, krijgt hij geen droevige begrafenis maar een muzikale uitvaart die uitmondt in één groot dansfeest.

De ene reageert heel rustig en vastberaden op rampen, de andere heel uitbundig. In beide gevallen laten mensen zich niet door het noodlot verpletteren. Ik bewonder beide mentaliteiten en combineer ze in één geconcentreerd toonbeeld van weerbaarheid.

De tamme reactie van George Bush op de ravage van orkaan Katrina in Lousiana was maar een van de heikele punten die de media destijds maanden bezighielden. Houd je je bewust ver van politiek?

ZEITLIN: Oh ja, ik wil het over de emotie hebben, niet over politiek. Politiek, geld, status, huidskleur, godsdienst: dingen die de mensen verdelen, bestaan niet in de Bathtub. Er is ultieme openheid en tolerantie. Ten tweede word ik er horendol van dat zowat elke discussie over Katrina uitmondt in een debat over Bush, de verschillen tussen lokale en nationale politiek of de rechtse politici die olieboringen steunen en de linkse politici die ze bestrijden. Maak een politieke film en de helft van het land verguist hem meteen als linkse of rechtse propaganda en weigert te kijken. De oppervlakkige debatten achteraf vormen heus de essentie niet. Je huis zien wegdrijven, je land van de kaart zien verdwijnen, is een tragedie waarmee iedereen kan meeleven, ongeacht waar hij zich in het politieke spectrum bevindt.

Liep je als ‘vreemdeling’ uit New York niet het risico uit je nek te kletsen?

ZEITLIN: Dat gevaar bestond. Voor een authentiek en waarachtig resultaat hadden we véél hulp nodig van mensen ter plaatse. Maar die kregen we. Dolend door Louisiana heb ik veel mensen ontmoet die met hun levensverhaal en hun persoonlijke ervaring de film hebben gevoed.

Bij de productie waren voornamelijk mensen van Louisiana betrokken. Ik deed geen beroep op professionele acteurs, maar op mensen van daar. Ik weet niet hoe het voelt om samen met je dochter een orkaan te doorstaan. Dwight wel. Hij had een bakkerij vlak bij onze werkplek. We gingen er onze donuts en koffie halen. Zijn verhaal inspireerde me. Ik kon hem overtuigen om aan een auditie deel te nemen. Hij raakte vergroeid met het personage en haalde het van acteurs met veel meer ervaring.

En de verbazingwekkende Quvenzhané Wallis?

ZEITLIN: Ik wist dat de film stond of viel met de zesjarige die Hushpuppy vertolkt. We hebben wel vierduizend meisjes gezien. Quvenzhané had de eerste ronde ternauwernood overleefd, maar op de tweede auditie maakte ze wel een verpletterende indruk. Een scène die al duizend kinderen hadden gespeeld, speelde zij helemaal anders. In plaats van te smeken, te snikken of schattig te doen, dwong zij haar vader om geneesmiddelen in te nemen door zich als een flik te gedragen. Ik moedigde haar aan om een fles naar hem te gooien. Ze wilde niet. Achteraf vroeg ik waarom. ‘Omdat dat niet mag!’ antwoordde ze ferm. Vijf jaar oud en dat wees me terecht. Woest en wijs: Quvenzhané Wallis is een wonderlijk wezen.

Hushpuppy lijkt een kruising tussen Huckleberry Finn van Mark Twain en Where the Wild Things Are van Maurice Sendak?

ZEITLIN: Aan Maurice Sendak zou ik zelf nooit gedacht hebben, maar het houdt wel steek. Hij kijkt door de ogen van een kind naar de wereld zonder de gevoelens van dat kind weg te wuiven en zonder zijn beleving en kronkels af te doen als verzinsels. Die specifieke benadering is ook de onze. We benaderen Hushpuppy’s fantasieën niet als fantasieën, maar als de realistische interpretaties van een zesjarige die haar wereld ziet afbrokkelen. We probeerden als Hushpuppy te denken.

De Mark Twainlink is evenmin dwaas. Ik wilde dat de film de gloed had van Huckleberry Finn, van zo’n klassiek verhaal dat grootvader met veel plezier doorvertelt. Een avontuur dat in ons geval begint met ‘er was eens Hushpuppy’.

Van een vleugje Terrence Malick ben je ook niet vies.

ZEITLIN: Laten we niet overdrijven: er is maar één Terrence Malick. Maar zijn films zijn beslist een invloed. Ik gebruik de cinematografische middelen die hij geperfectioneerd heeft. Ik mag de spirituele, meditatieve kwaliteiten daarvan. Volgens mij is de lyriek die hij in zijn vroege films ontplooit een zeer bruikbaar onderdeel van de filmtaal. Ze duikt slechts mondjesmaat op, maar volgens mij kun je ze perfect toepassen op volksverhalen en conventioneel gestructureerde verhalen. Ik probeer filmpoëzie en narratieve cinema te laten samengaan.

Het is eraan te merken dat je buiten het Hollywoodsysteem om opereert.

ZEITLIN: Een klassiek productiehuis zou nooit een bakker in de hoofdrol geduld hebben en zou me nooit met duur opnamemateriaal hebben laten vertrekken naar zompig gebied.

Ik werkte met Cinereach en dat non-profitbedrijf moedigt gewaagde keuzes aan. Het creatieve kwam op de eerste plaats.

Ik geloof niet meer in het Hollywoodsysteem. Het is vermoeid. Te veel films worden op dezelfde plaats op dezelfde manier gemaakt. In de muziekwereld is het ondenkbaar dat alle muziek van één plaats komt en gemaakt wordt volgens dezelfde formule. Ik geloof in een andere manier van vertellen en het doorbreken van conventies, zonder aan universaliteit in te boeten. Ik denk dat de technologische evolutie zo ver is dat regionale, ambachtelijke cinema mogelijk wordt. Ik wil werken aan een populaire folkcinema. En ik sta niet alleen.

Folkcinema?

ZEITLIN: Volksverhalen vertellen met het volk: dat staat op mijn agenda. Stel dat ik Huckleberry Finn moet verfilmen, dan wil ik Huckleberry Finn filmen met een Huckleberry Finn.

In cinema worden volksverhalen genegeerd of door de Hollywoodvleesmolen gedraaid en bedolven onder het geld. Het is een verschrikkelijk elitair systeem. En geef toe, extreem rijken die je zeggen waar Robin Hood voor staat, dat lijkt nergens op. Zo moet je Robin Hood niet vertellen. Robin Hood moet je op een gekke underdogmanier maken, met mensen die zijn verhaal aan het kampvuur verzonnen zouden kunnen hebben.

We kijken ernaar uit.

BEASTS OF THE SOUTHERN WILD

Vanaf 12/12 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

BENH ZEITLIN: ‘HET VERHAAL VAN NEW ORLEANS KENNEN WE NU WEL. IK HEB DE WEG GEVOLGD TOT AAN HET ALLERLAATSTE DORPJE VOOR DE ZEE. IK WILDE DE SPIRIT VATTEN VAN DE MENSEN DIE DÁÁR WONEN, WAAR HET LAND ELKE DAG WAT MEER IN DE GOLF VAN MEXICO VERDWIJNT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content