‘ANGELINA JOLIE NOEMT ME DE HENGST’

Met een messcherpe vertolking in gevangenisdrama Starred Up en een hoofdrol in Unbroken, de nieuwe film van Angelina Jolie, lijkt de Britse Skins-acteur Jack O’Connell voorbestemd voor Hollywoodfaam. ‘Eigenlijk wilde ik een voetbalcarrière.’

‘Ik heb het gevoel dat ik door te acteren volwassen ben geworden’, zegt Jack O’Connell. Sinds hij voor het eerst op de radar verscheen – als veertienjarige skinhead in Shane Meadows’ This Is England – heeft de ondertussen 23-jarige O’Connell inderdaad aan maturiteit gewonnen. Maar tenzij u een grote fan was van de populaire tienerreeks Skins van het Britse Channel 4, waarin hij vier seizoenen lang de zelfdestructieve James ‘I’m Cooook!’ Cook speelde, doet zijn naam wellicht nog maar weinig belletjes rinkelen.

Althans tot nu. Onlangs was hij in een bijrol te zien in 300: Rise of an Empire, in het bikkelharde gevangenisdrama Starred Up van de Schotse regisseur David Mackenzie (Young Adam) werpt hij zich op als een van de grootste acteerbeloftes van over het Kanaal. Hij geeft er rauw en hondsbrutaal gestalte aan de negentienjarige young offender Eric Love, die wegens een extreem gewelddadige staat van dienst wordt overgeplaatst naar een gevangenis voor volwassenen. O’Connell, die opgroeide in Derby, en aan zijn tienerjaren ook zelf een strafblad met kleine misdrijven overhield, is dé attractie van de film.

Yep, Jack the Lad, zoals zijn bijnaam luidt, heeft een kwajongensimago en wordt vaak als bad boy of probleemjongere gecast. Maar in Unbroken, de nieuwe film van Angelina Jolie (voorlopig gepland voor begin 2015), toont hij zijn atletische kant als Louis Zamperini, olympisch atleet op de 5000 meter van Berlijn 1936 en tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangengenomen door de Japanners. Bovendien is er nog een lowbudgetproductie met O’Connell op komst: ’71, het veelbelovende debuut van de Franse Brit Yann Demange. Daarin incarneert hij een jonge Britse soldaat die tijdens de Troubles in Belfast op de hielen gezeten wordt door het IRA.

‘Ik wil niet bekendstaan als een acteur die op veilig speelt’, zegt O’Connell, die in het echte leven een pak hoffelijker, beheerster én minder gevaarlijk overkomt dan op het scherm. ‘Ik probeer altijd op zoek te gaan naar nieuwe uitdagingen, en als ik de kans krijg om personages te spelen die zich aan de andere kant van de wet bevinden, ben ik in mijn nopjes. Starred Up bood me die kans, ik heb onmiddellijk ja gezegd.’

Je was zelf een lastpost als kind.

JACK O’CONNELL: Ik was zeker geen modeltiener, nee. Ik kom uit een arbeidersgezin en was al van jongs af aan erg vaak het huis uit. Ik ging nog écht fysiek om met mensen, iets wat jongeren door de sociale media tegenwoordig steeds minder doen – een jammerlijke evolutie, waar ik als kind gelukkig van gespaard ben gebleven. Voor Eric in Starred Up heb ik me gebaseerd op mensen die ik in het dagelijkse leven heb ontmoet en van wie ik weet dat ze ooit een gevangenisstraf hebben uitgezeten. Ik heb het gevoel dat ik mijn personage al jaren ken. Meer nog dan een verdorven knul is hij een product van zijn omgeving en zijn opvoeding. Hij houdt er een heel ander stel morele principes op na. Om dat volledig te begrijpen, om helemaal in zijn psyche te kruipen, kon ik dus wel bogen op de nodige referenties, ja. Dat heeft echt in mijn voordeel gespeeld.

Ik probeer trouwens elke rol zo realistisch mogelijk te benaderen. Ik bereidde ook Erics loopje en zijn houding voor, en gelukkig was ik nog in vorm omdat ik voor 300: Rise of an Empire tot twee keer per dag naar de gym moest. David Mackenzie wilde koste wat het kost de harde realiteit binnen de gevangenismuren tonen, wat voor mij ook de doorslaggevende factor was. We hebben gedraaid in echte gevangenissen, en daardoor moest ik uit mijn comfortzone treden. We werden bijna verplicht om ’s nachts in de celblokken te slapen, en er was niet eens centrale verwarming! Het was fysiek en emotioneel een intense ervaring.

Het scenario van Starred Up werd geschreven door debuterend scenarist Jonathan Asser, die ruim twaalf jaar als vrijwillige psycholoog in gevangenissen heeft gewerkt.

O’CONNELL: Hij heeft me ter inspiratie voorgesteld aan een ex-gevangene, die nog uitgeroepen was – vraag me niet in welke verkiezing (lacht) – tot de gevaarlijkste crimineel van het jaar 2005. Vreemd: die man drong zich nooit op en schudde me altijd vriendelijk de hand. Uit ervaring weet ik dat het grootste uitschot zo in elkaar zit. Ik wilde ook iets van zijn persoonlijkheid in Eric stoppen.

Nam je soms zelf eigenschappen van je personage over?

O’CONNELL: Hopelijk alleen de positieve dingen, anders zou ik in de problemen komen. (lacht) Maar mocht ik ooit achter de tralies belanden, dan zou ik zeker inspiratie kunnen putten uit wat ik geleerd en gezien heb voor Starred Up. Al was het maar om me te verdedigen. Maar ik probeer steeds het onderscheid te maken tussen mezelf en de personages die ik speel. Dat moet ook wel. Twee weken na de opnames van Starred Up moest ik alweer naar Belfast voor ’71. En daarin speel ik een compleet ander personage in een compleet andere situatie en een compleet ander tijdvak. Toch even wennen.

Was je vertrouwd met de Noord-Ierse Troubles toen je voor ’71 tekende?

O’CONNELL: Niet echt. Ik heb research moeten doen. Maar langs mijn vaders kant was er wel een verband. Mijn pa is afkomstig uit Kerry in het zuiden van Ierland, en ik heb een Iers-katholieke familienaam, maar ik speel dus een Britse soldaat. Ik was vooral erg behoedzaam: ik wilde zeker niemand aan deze of gene zijde van het conflict beledigen of beschuldigen. Als blijkt dat ik dat wél heb gedaan, dan zou me dat persoonlijk raken. Tot dusver vinden degenen die de film hebben gezien dat we de feiten op een eerlijke en authentieke manier hebben weergegeven. Een pak van mijn hart.

Een voor de hand liggend vraagje: hoe was het om met Angelina Jolie rond te hangen op de set van Unbroken?

O’CONNELL: Een regelrechte droom, man! Ik mis haar nog elke dag. (lacht) Ze is uitzonderlijk genereus, en ging altijd consistent te werk. Een van haar vele nobele eigenschappen is dat ze iedereen als een gelijke beschouwt. Van enige arrogantie was geen sprake. En we hebben het hier over een van de succesvolste vrouwen op de planeet, hé. Zij zou arrogant móéten zijn. En neem het van mij aan: Angie heeft een geweldig gevoel voor humor. Ze kan professioneel en doodserieus zijn als het moet, maar heeft ook een geweldig onnozele kant. Op de set sprak ze mij voortdurend aan als ‘The Stallion’. Geestig, toch? (lacht)

Het scenario van Unbroken is van de hand van Joel en Ethan Coen, ook niet van de minsten. Was je nooit geïntimideerd dat je als jonkie de affiche deelt met al die klinkende namen?

O’CONNELL: De originele draft die ik te zien kreeg, was van Richard LaGravenese (die The Fisher King schreef, nvdr.). Pas in een later stadium is het script bewerkt door de Coens. Op dat moment was ik al lang niet meer onder de indruk van al die star power. Ik was er zelfs immuun voor geworden. Kan moeilijk anders, met een levende legende als Roger Deakins achter de camera en Angelina in de regisseursstoel. Toen ik vernam dat de Coens óók mee aan boord kwamen, dacht ik: ‘Tja, tuurlijk… Who else?’ (lacht)

Je schippert tussen kleinere indieproducties en peperdure studiofilms. Wat geniet je voorkeur?

O’CONNELL: Ik heb geen voorkeuren. Voor mij draait alles om de rol, het script, de regisseur en de cast. Met al de rest hoef ik niet bezig te zijn. Gelukkig heb ik nu een aardig body of work opgebouwd. Ik ben trots op elke stap die ik heb gezet. Plus: ik ben eindelijk in de positie gekomen waarin ik keuzes kan maken en steeds meer invloed kan uitoefenen. Dat is nieuw. En spannend. Ik ben benieuwd wat de toekomst brengt.

Het lijkt erop dat Hollywood je helemaal heeft ontdekt. Heb je daar bewust naar gestreefd?

O’CONNELL: Nee, dat zou nogal voorbarig geweest zijn. Ik heb gelukkig nooit de fout gemaakt om de dingen te overhaasten, of flauwe compromissen te sluiten. Weet je trouwens dat voetbal mijn eerste grote passie was? Als kind droomde ik ervan carrière te maken in het voetbal. Wel, dat is dus grandioos mislukt.

Ik hoorde waaien dat je ooit problemen hebt gehad om aan een Amerikaans visum te komen.

O’CONNELL: Ik had als minderjarige al een strafblad. Dus om de een of andere reden achtten ze mij een te gevaarlijk sujet om de Verenigde Staten te betreden. Maar ik heb volgehouden, en mocht uiteindelijk toch binnen. En kijk eens waar ik nu sta! (lacht) Dat visum was werkelijk een mijlpaal in mijn leven, en ik ga er alles aan doen om dat niet te verkwanselen.

STARRED UP

Vanaf 4/6 in de bioscoop.

DOOR ANDREAS ILEGEMS

Jack O’Connell ‘WE HEBBEN VOOR STARRED UP GEDRAAID IN ECHTE GEVANGENISSEN. REGISSEUR DAVID MACKENZIE STELDE ME – TER INSPIRATIE – VOOR AAN EEN EX-GEVANGENE DIE NOG UITGEROEPEN WAS TOT DE GEVAARLIJKSTE CRIMINEEL VAN HET JAAR 2005. VRIENDELIJKE MAN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content