Brian De Palma’s ‘The Black Dahlia’ is een verfilming van het meesterlijke, op ware feiten gebaseerde crimeverhaal van James Ellroy. Om u alvast op het puntje van uw stoel te doen balanceren: een interview met de hardste aller hardgekookte schrijvers. ‘Next fucking question.’

Met zijn pastelkleurige maatpak, deukhoed en afgeleefde bokserskop ziet hij eruit alsof hij uit een gore achterbuurt van een van zijn eigen noir-romans is weggelopen. En antwoorden doet hij met even rake replieken en scherpe oneliners als de cops and crooks die zijn spijkerharde misdaadboeken als The Black Dahlia, American Tabloid en LA Confidential bevolken. Het kruisverhoor van America’s meanest, James Ellroy.

Tevreden met de film?

James Ellroy: Absoluut. Ik heb er enorm van genoten. Het is een degelijk visueel verslag van mijn boek. Het milieu en het LA van de jaren 40 worden prima weergegeven, de intrige is intact en de personages maken dezelfde dramatische curve door als in de roman. So I’ve got no quarrel with mister De Palma whatsoever.

Er werden nochtans enkele wijzigingen aangebracht.

Ellroy: So? Het is zijn film en mijn boek. De film is een accurate samenvatting. In het boek is het einde dubbelzinniger en uitgebreider, met wel drie of vier verschillende manieren waarop Bucky – prima vertolkt trouwens door young mister Hartnett – het verhaal psychologisch verwerkt. Zoiets pakt niet op film. Gelukkig kun je met voice-over een en ander compenseren.

Had u dan zelf geen inspraak?

Ellroy: It’s not my call, Jack. Ik heb een contract getekend waarin ik de rechten afsta, ik ben er goed voor betaald en voor de rest zoeken ze het zelf maar uit. Met het resultaat heb ik gewoon weer eens geluk gehad, net als bij LA Confidential.

In de traditionele noir-literatuur en

dito films speelt het politieke en sociale klimaat een enorm belangrijke rol. In welke mate verschilt dat met de politieke onderstroom uit uw neo-noirromans?

Ellroy: Niet zo veel eigenlijk. In The Black Dahlia zit bijvoorbeeld ook heel wat politiek, sociaal en raciaal commentaar, maar in de film schiet daar om de bekende redenen niet zo veel van over. Trouwens: ik ben niet happy met de term ‘noir’. Noir is dood. Noir leefde tussen 1940 en 1955. Mijn boek en de film van mister De Palma zijn historische thrillers die zich afspelen in het noir-tijdperk. Ik heb als auteur gewoon het geluk gehad dat ik geboren ben in LA – het epicentrum van de film noir – op het hoogtepunt van de film noir (meer bepaald op 4 maart 1948, nvdr.). So I’m just living out my birth right. Mijn ouders hebben me indertijd in dat koele klimaat gedropt en daar ben ik nu verslaggever van.

Kende u Scarlett Johansson, Hilary Swank of Josh Hartnett? Volgt u de hedendaagse film nog?

Ellroy: Ik had enkel Hilary Swank gezien in Million Dollar Baby, and I just didn’t like it. Als ex-bokser vond ik de boksscènes complete bullshit, in tegenstelling tot die uit The Black Dahlia. Die waren tenminste ruw, brutaal, kort en direct: zoals het hoort. Film interesseert me trouwens niet. Tv nog minder en verder lees ik ook geen kranten. Ik lees zelfs geen boeken. Ik leef en werk écht in een compleet vacuüm, and I’m not being dishonest here, sir. Ik begrijp de huidige cultuur niet en ik beperk mijn nieuwsgierigheid tot de periodes waarover ik schrijf. Dat betekent niet dat ik als een monnik leef. (cynisch) Ik heb vrienden, een ex-vrouw, een ex-hond en ik geniet van het leven.

Film interesseert u niet, maar u hebt toch ooit een filmscenario geschreven?

Ellroy: Voor Dark Blue was dat, een film met Kurt Russell. Maar daar heb ik mijn naam van de credits laten halen. En ik heb ook The Night Watchman geschreven, maar die film zal wellicht nooit worden gemaakt. Ik deed die dingen enkel voor het geld. Het disfunctionalisme van het filmmedium is er nu eenmaal op gericht het creatieve proces van de auteur in 99,9 procent van de gevallen te dwarsbomen.

‘The Black Dahlia’ is geïnspireerd op de échte moord op Hollywoodstarlet Elizabeth Short, maar u hebt het boek ook geschreven met de moord op uw eigen moeder in gedachten. Wordt zo’n film dan geen extra pijnlijke zit?

Ellroy: De moord? De dood van mijn moeder zul je bedoelen. Ik denk natuurlijk aan mijn moeder wanneer ik de film zien. Maar het enige wat ik kan denken is: what a crazy fucking life.

Die zaak is nooit opgelost en u bent er zelf jarenlang mee bezig geweest.

Ellroy: (knikt) But the thing is over. Ik heb verschillende sporen onderzocht, samen met enkele vrienden van de LAPD, maar ik heb besloten het te laten rusten. Het zal wel altijd een mysterie blijven en daar heb ik vrede mee. Hetzelfde geldt trouwens voor de moord op Elizabeth Short. Onlangs deed het gerucht weer eens de ronde dat iemand de zaak zou hebben opgelost, maar ik geloof er niks van, het interesseert me ook niet en ik spreek er zelfs niet over. Geen enkele van die theorieën is trouwens ooit bewezen, so who fucking cares?

Mensen kennen u uitsluitend als misdaadauteur, maar u hebt onlangs ook een opiniestuk geschreven over George W. Bush.

Ellroy: Klopt. Een artikel in de LA Times over de presidentsverkiezingen. Maar verder geef ik geen commentaar op mijn regering of de oorlog in Irak. Ik zal mijn land trouwens nooit bekritiseren in het buitenland. Ik ben geen cultuurcriticus en ik vind zoiets een vorm van ontrouw en gebrek aan respect. Bovendien vind ik dat Amerika de jongste jaren wel genoeg stront over zich heen gekregen heeft. En volkomen onterecht. I’m proud to be an American. I support my government the full hundred.

Voor iemand die nooit kranten leest en in een vacuüm leeft, is het toch bizar om opiniestukken over Bush te schrijven?

Ellroy: (bitsig) That’s it, partner. That’s it. Next question.

U begon zelf over de regering en de oorlog in Irak.

Ellroy: (nog bitsiger) Next fucking question.

Leest u wel eens wat critici over u schrijven en voelt u zich begrepen?

Ellroy: Toch wel. En anders is het simpel. Als ze mij goed vinden, vind ik hen ook goed. Als ze van me houden, hou ik ook van hen. Als ze me haten, haat ik hen ook. I’m a simple kind of guy. Small teeth. Big dick.

Schrijft u nog altijd met de hand?

Ellroy: Yes sir. Op blocnotes. Moderne frivoliteiten als computers komen er bij mij niet in.

Wat vindt u het leukste aan schrijven?

Ellroy: Dat ik op papier allerlei avonturen kan beleven. Ik mag negers lynchen in het zuiden, optrekken met J. Edgar Hoover en JFK omverknallen en toch valt er geen enkel slachtoffer en bovendien hoef ik geeneens mijn huis uit. Wat wil een mens nog meer?

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content