‘ALS IK HET ECHT GRAAG WILDE, STOND IK AL IN HOLLYWOOD’

© FOTO PIET GOETHALS

Van opgefokte vetmester in het misdaaddrama Rundskop tot paranoïde eenzaat in de cyberthriller Pulsar. Knack Focus zocht en vond de Jekyll en Hyde in Vlaanderens flegmatiekste leading man: Matthias Schoenaerts.

Tien jaar geleden was Matthias Schoenaerts (33) nog de ‘zoon van’, vijf jaar later noemde men hem een ‘jonge belofte’. Nu wordt hij door sommigen beschouwd als de ‘Vlaamse James Dean’. Dat heeft hij te danken aan zijn uiteenlopende prestaties in films als Linkeroever (2008), Loft (2008) en My Queen Karo (2009). En heel binnenkort komen daar nog eens twee markante hoofdrollen bij.

Zo toont hij zich vanaf volgende week van zijn meest paranoïde kant in Pulsar, de tweede langspeler van voormalig Humo-recensent Alex Stockman. In die benepen psychothriller speelt Schoenaerts een kerel bij wie de stoppen langzaam doorslaan als zijn vriendin tijdelijk in New York zit en hij vermoedt dat zijn computernetwerk wordt gehackt.

Vanaf 2 februari herken je Schoenaerts dan weer in het misdaaddrama Rundskop van debutant Michaël Roskam. Tenminste: als je door de 27 extra kilo’s heen kijkt die hij voor de gelegenheid is aangekomen. Die extra spiermassa moet de tragiek van de getroebleerde vetmester Jacky Vanmarsenille tastbaarder maken. Door toedoen van de West-Vlaamse hormonenmaffia raakt de opgefokte Limburger betrokken bij de moord op een federaal politieagent – ja, het doet denken aan de aanslag op veearts Van Noppen. Bovendien komt daarmee ook een geheim jeugdtrauma naar boven, met alle emoties en intriges van dien.

Of die imposante rol en dito fysieke metamorfose Schoenaerts eindelijk ook in het buitenland zullen lanceren, valt nog af te wachten. Toch mogen hij en regisseur Roskam nu alvast een retourtje Berlijn boeken, want Rundskop krijgt een plek in de Panoramasectie van de Berlinale. ‘Ik heb veel in de film geïnvesteerd’, aldus Schoenaerts. ‘Omdat ik in het script geloofde, in Michaël Roskam en in de cast en de crew. Ik heb alles gegeven wat ik in me had.’

Het scenario van ‘Rundskop’ was naar verluidt al vijf jaar klaar, terwijl ‘Pulsar’ blijkbaar meer op een intuïtieve manier tot stand kwam.

Matthias Schoenaerts: Klopt. Pulsar had geen hermetisch script. Er zat wel een structuur in en ook het concept – gemis dat leidt tot angst en paranoia – was van in het begin duidelijk. Voor de rest was het Alex’ bedoeling om de film als het ware tijdens de shoot te herontdekken. We hebben tijdens de opnames alvast de tijd genomen om dingen te proberen en te definiëren, wat riskant is als je maar twintig draaidagen hebt.

Is dat dan wel zo verstandig?

Schoenaerts: Er zijn genoeg Vlaamse films die verstandig zijn, maar geen greintje lef hebben. Laat ons regisseurs die durven te experimenteren dus vooral koesteren. Ik ben in elk geval tevreden met Pulsar. Er zit een lief soort humor in, en ik herken er ook Alex’ persoonlijkheid in. In essentie gaat het over iemand die zijn eigen universum creëert om zich tegen de eenzaamheid te wapenen, wat perfect bij onze tijd past.

Het is een trage film zonder veel dialogen. Dat wordt wennen voor de mensen die je kennen van ‘Loft’ of de tv-serie ‘De Smaak van de Keyser’.

Schoenaerts: Pulsar zal natuurlijk niet de kassacijfers van Loft halen. In Vlaanderen zijn we ook niet opgevoed met auteurscinema. Het blijft een mysterie waarom we wel een enorme traditie hebben in de plastische kunsten, maar dat er blijkbaar in ons brein iets blokkeert zodra de beelden bewegen. Dan schakelen we over naar veilige paden. Vlaamse cinema wordt ook nog te veel gedomineerd door tv, een braver en commerciëler medium. Gelukkig zie je dat er de jongste jaren alsmaar meer boeiende projecten op poten worden gezet.

Ben je een internetjunk zoals je personage in ‘Pulsar’?

Schoenaerts: Integendeel. Het internet is me natuurlijk niet vreemd, maar ik zit niet op Facebook en neem zelden mijn laptop mee. Die spullen zijn bedoeld om ons leven te vergemakkelijken, maar eigenlijk zijn het allemaal stressfactoren. Ik ben jaloers op mensen zoals Jan Fabre: die heeft zelfs geen gsm. We zijn die spullen zo gewend dat we ons niet meer realiseren hoeveel beslag ze op ons leggen. Als ik me net als Fabre een persoonlijke assistente zou kunnen permitteren, gooide ik mijn gsm meteen weg. (Lacht)

Als acteur kun je toch niet zonder computer en gsm?

Schoenaerts: Neen. Maar wanneer alles bereikbaar is met een simpele druk op de knop, verdwijnen deels de waarde en de poëzie ervan. Ik wil wel niet de oude zeur uithangen. Het internet heeft uiteraard ook veel positieve punten, en het hangt er maar van af wat je ermee doet. Je kunt de geestigste en creatiefste filmpjes vinden, of je kunt de ziekste porno of gruwelvideo’s bekijken. Ik geef toe dat enige sensatiezucht ook mij niet vreemd is, maar langer dan een half uurtje kunnen die dingen mij echt niet boeien.

‘Pulsar’ speelt zich af in Brussel en er wordt zowel Frans als Nederlands in gesproken. Ben je gevoelig voor de communautaire discussies van tegenwoordig?

Schoenaerts: (Schudt het hoofd) Ik begrijp dat niet. Ik volg het wel, maar het is me allemaal te abstract. Mijn grootouders zijn Walen uit Luik. Mijn vaders ouders komen uit Limburg. Ikzelf ben opgegroeid in Antwerpen, maar heb ook vijf jaar in Brussel gewoond. Wat ben ik dan? Nog een geluk dat ik de voorbije maanden in Nederland zat, waar ik in een komedie meespeelde. Die andere cultuur en energie hebben me deugd gedaan. In Nederland zijn ze luider en directer. Vlamingen zijn veel voorzichtiger in alles wat ze zeggen, doen en maken. Er is iets waardoor we onze spontaniteit onderdrukken en dat kan nooit een gezond klimaat zijn. We moeten eerlijker en vrijer zijn. Maar bon: we komen natuurlijk uit een land dat opgetrokken is uit compromissen. Het zal dus wel in onze genen zitten om behoedzaam te zijn. Bovendien is de Hollandse cinema daarom niet beter dan de onze. Integendeel.

Je hebt al in Nederland gedraaid. Wanneer is Hollywood aan de beurt?

Schoenaerts: Je moet die dingen niet forceren. Sinds een jaar heb ik een Amerikaanse agente. Die vraagt me regelmatig om naar Hollywood te komen, maar ik had hier altijd projecten lopen zodat het er nog niet van gekomen is. Trouwens: als ik het écht zo graag wilde, stond ik daar al. Ik heb één mooi buitenlands project laten liggen omdat ik met Rundskop bezig was, maar langer dan één dag heb ik daar niet over getreurd.

Welk project was dat?

Schoenaerts: De nieuwe film van David Cronenberg over Carl Jung en Sigmund Freud (het voor dit jaar voorziene ‘A Dangerous Method’, met Viggo Mortensen, Michael Fassbender en Keira Knightley, nvdr). Blijkbaar was mijn videoauditie interessant genoeg voor een ontmoeting. Die was echter een week voor de opnames van Rundskop, dat plan heb ik dus maar laten varen. Ik wilde mijn concentratiestroom niet doorbreken, plus: ik was ook niet zeker dat ik een rol ging krijgen. Ik weet het: het is natuurlijk wel fucking David Cronenberg. Bovendien was het voor de bijrol van Wolfman. De Wolfman dan nog! (Lacht)

Een Rundskop klinkt anders ook niet slecht. Hoe ben je bij debutant Michaël Roskam uitgekomen?

Schoenaerts: Ik had vijf jaar geleden al een kortfilm met Michaël gemaakt – The One Thing To Do – en toen al had hij het over Rundskop. Sindsdien is het in mijn hoofd blijven zitten. Dat de film zich in het milieu van de hormonenmaffia afspeelt, was al interessant, maar dat tragische en universele verhaal over liefde, trouw en verraad was wat me echt biologeerde.

Over biologie gesproken. Je bent 27 kilo verdikt voor je rol van vetmester. Had je niet een fatsuit kunnen dragen?

Schoenaerts: (Lacht) Ik geloof niet in zulke foefkes. Het gaat om liefde en overgave. Om inzicht te krijgen in de psychologie van mijn personage, moest ik mezelf wel fysiek transformeren. Mensen reageren helemaal anders op je als je breder en gespierder bent. Je bent zelf ook vermoeider en prikkelbaarder, omdat je lichaam op de proef wordt gesteld. Dat heb ik gebruikt om tot een zekere dierlijkheid te komen. Ik wilde Jacky benaderen vanuit het instinct en niet zozeer vanuit de psychologie.

Kwamen die 27 kilo er makkelijk bij?

Schoenaerts: Wel als je tien maanden lang tien keer per dag eet. En dan ’s nachts opstaat om nog eens te eten. Zevenduizend calorieën per dag. Eerst kost dat moeite, maar op den duur wordt het een automatisme. Dat dieet is ook maar wat het is. Het zou onnozel zijn om het alleen maar daarover te hebben. De film Monster gaat ook over meer dan over de vetrandjes van Charlize Theron. Ik heb gemerkt dat ik in bepaalde boekjes nu plots wordt opgevoerd als een woordvoerder voor mensen met obesitas. Daar heb ik pas echt mijn buik van vol. (Lacht)

Laat het ons dan hebben over je accent. In ‘Rundskop’ spreek je enkel Haspengouws dialect, wat wellicht niet simpel is voor een half-Brusselse Antwerpenaar met Luikse roots.

Schoenaerts: (Lacht) Dat is nogal tricky, ja. Die taal moet echt van jezelf zijn, want elke aarzeling hoor je. Ik heb er maanden keihard op geoefend. Michaël is zelf een Truienaar en ik heb ook familie in Hasselt wonen – al is dat dialect nog zangeriger. Tijdens de opnames zaten we op een boerderij in de buurt van Sint-Truiden en volgens de mensen daar klonk ik echt als een jongen van de streek. Ik zal hen maar geloven. Ik was al blij dat mijn personage geen West-Vlaming is. Die verbasteren hun dialect ook nog eens om de anderhalve kilometer. (Lacht)

Verlies je als acteur geen stuk naturel als je een ander dialect spreekt?

Schoenaerts: Ik hoop van niet. Ik heb mijn teksten gesproken, gedicht en geschreeuwd. Van achteren naar voren. Misschien is je perceptie van een acteur anders als je weet dat hij een dialect spreekt. Ik heb dat zelf ook. Als ik Robert De Niro in Cape Fear Texaans hoor spreken, is het ook even wennen, maar als een acteur echt goed is, ben je er zo mee weg.

En was je zelf weg met Jacky?

Schoenaerts: Ik heb Rundskop nog altijd niet gezien. Ik wacht tot de film volledig af is, muziek en titels incluis. Ik heb er wel een heel goed gevoel bij. Ik hoor van iedereen dat hij geweldig is.

Had je indertijd ook zo’n goed gevoel bij de tv-serie ‘Los Zand’?

Schoenaerts: (Grijnst) Dat niet, neen. Daar voelde ik op de set al dat het ‘van den ‘ond ging zaain’, zoals ze in Antwerpen zeggen. Eerlijk: ik heb er nog geen minuut van gezien. Ik wil niemand schofferen, maar sommige mensen hebben zwaar onderschat wat het betekent om een goede tv-serie te maken.

Heb je ooit datzelfde gevoel gehad op een filmset?

Schoenaerts: Nooit. Of toch. Bij Ellektra van Rudolf Mestdagh. Oh man. Don’t mention the war. (Lacht) Daar ben ik maanden ziek van geweest. Maar om andere redenen: ik verdenk Rudolf er nog altijd van een heel gevoelig en getalenteerd filmmaker te zijn, maar om de één of andere reden liep alles mis en rolden we van het ene conflict in het andere. Soit. Die dingen kunnen gebeuren.

Los zand erover.

DOOR DAVE MESTDACH

‘Ik heb één mooi buitenlands project laten liggen, de nieuwe van David Cronenberg. Fucking David Cronenberg.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content