Zaterdag 3/11, 20.30 – VIER. Tim Burton, VS 2010.

Dat gotische prins Tim Burton ooit een verfilming van Lewis Carrolls surrealistische droomklassieker Alice in Wonderland uit zijn koker zou toveren, dat stond in de Hollywoodsterren geschreven.

Disney, de studio achter zijn naar 3D geconverteerde adaptatie, draaide in 1951 al een lange tekenfilmversie. Maar Walt vond die film een mislukking. ‘Hij kon de nonsens niet vatten en miste het idee van vrede in Alice’, aldus Disneymedewerker Joe Grant. Burton heeft daar uiteraard geen last van: zijn filmografie is één lange heildronk op het vrolijke onzinnige, het excentrieke en het macabere.

Van Burton werd ook gezegd en geschreven dat hij geen aandacht heeft voor girl power in zijn freaky films. Michelle Pfeiffer spinde al als Catwoman in Batman rond en Eva Green was een wraaklustige vamp in Dark Shadows, maar Burton gomt die kritiek hier voorgoed weg: het in het negentiende-eeuwse patriarchale Engeland gesitueerde Alice in Wonderland is opgevat als een reis naar feministische bevrijding, verpakt als een spectaculaire Hollywoodfantasie – die meer dan eens de weg inslaat van een stevig opgepompte cgi-megapoppenkast.

Alice is niet langer een meisje van zeven jaar, maar een intelligente, rebelse jonge dame van 19 die weigert een korset en hoge kousen te dragen. Dat levert haar meteen al een standje van haar moeder op. Waarop Alice: ‘Als een kabeljauw op je hoofd fatsoenlijk was, droeg je die dan?’ De strijdende Alice wordt met subtiele gretigheid door Mia Wasikowska vertolkt. De actrice – ze ziet eruit als een frêle ballerina – is de echte revelatie van deze blockbuster. Ze bevestigde ondertussen haar status van nieuwe leading lady met films als Albert Nobbs en Jane Eyre.

Het humeur van Alice wordt er niet beter op als ze op het pompeuze verlovingsfeest arriveert dat buiten haar medeweten voor haar is georganiseerd. In plaats van haar saaie, voorbestemde echtgenoot het jawoord te geven, tuimelt ze – haar droom achterna – in een konijnenpijp.

Meteen het signaal voor Burton om met zijn armada van cgi-wizards en make-upspecialisten alle registers wild open te trekken. Al snel spitst alles zich fantasierijk toe op de strijd van hoedenmaker Mad Hatter (Johnny ‘Mascara’ Depp) en zijn pluizige consorten tegen de Rode Koningin, een dwingeland, met veel gekke overtuiging door Helena Bonham Carter neergezet.

Echt meeslepend wordt deze droomfantasie nooit. Daarvoor heeft het te veel weg van een al te druk denderende rit door een cartoonesk sprookjeslandschap, dat macabere eigenzinnigheid mist. Maar Burton is ook altijd een satiricus geweest die graag stereotypen ondermijnt. Op het einde laat hij Alice eerst als een soort Jeanne d’Arc opdraven, maar finaal ridiculiseert hij ook het sprookjesidealisme van de ‘ware prins’ en de hypocrisie, door de wedergeboren Alice haar nieuwe dromen vrij en alleen te laten volgen.

LUC JORIS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content