Zoek de verschillen – Een gedegen westernklassieker werd een halve eeuw later opnieuw verfilmd – met eigen accenten, maar ook met liefde voor het genre.

1957

Film: ****

Extra’s:

Columbia TriStar

Voor kenners is de originele 3:10 to Yuma de beste western van de onderschatte Delmer Daves en het prototype van wat in de jaren 50 de ‘edelwestern’ werd genoemd. Het wilde westen levert het decor, de actie en het verhaal, maar er wordt een dimensie aan toegevoegd die de prent boven de genreconventies doet uitstijgen. De premisse is simpel: een gekwelde boer (Van Heflin) krijgt 200 dollar aangeboden – net wat hij nodig heeft om zijn land van de droogte te redden – om een beruchte outlaw (Glenn Ford) op de trein naar Yuma te zetten. Aangezien hij daar door de autoriteiten zal worden opgeknoopt, tracht zijn bende hem onderweg te bevrijden. En dat zorgt natuurlijk voor de nodige hinderlagen, duels en shootouts.

Wat 3:10 to Yuma een edelwestern maakt, zijn de psychologische en morele conflicten die haast spontaan uit de intrige oprijzen. Wanneer Ford Heflin nog een grotere premie belooft, komt de man in gewetensnood, ook omdat diegenen die het recht in handen hebben mee schuldig zijn aan zijn precaire economische situatie. Terwijl de sluwe Ford de rancher manipuleert, wordt duidelijk dat de essentie van hun geschil erin schuilt dat ze elkaar heimelijk benijden: de ene man heeft wat de andere niet heeft. Dat wordt al aangekondigd in een vroege scène waarin Heflin, die onder zijn sociale verantwoordelijkheid gebukt gaat, lijdzaam moet toekijken hoe zijn beproefde vrouw en zoon door de zorgeloosheid van de boef gecharmeerd geraken.

Het zegt iets over de sterkte van het script van Halsted Welles (naar een kortverhaal van Elmore Leonard) dat de prima remake van James Mangold niet alleen de originele plot volgt, maar in confrontaties hele dialogen letterlijk overneemt. Mangold legt wel andere accenten: zo krijgt de opstandige zoon die zijn vader (Christian Bale) van lafheid beschuldigt en de boef (Russell Crowe) openlijk bewondert een veel prominentere rol. Ook schotelt Mangoldde kijkers een veel bredere, epische visie voor, waarin hij de puur visuele eigenschappen van de western extra in de verf zet. Zo opent de film met een spectaculaire overval op een gepantserde geldtransportkoets, neemt de tocht naar het stadje door vijandelijk gebied meer tijd in beslag en is er zelfs een episode rond de aanleg van de spoorweg.

Naast deze terugkeer naar de unieke kenmerken van het genre – de majestueuze landschapsbeleving, de epische draagwijdte en de historische referenties – kan Mangold het ook niet laten om er een actuele politieke dimensie inte smokkelen – bijvoorbeeld: het martelen van gevangenen en de slachtpartij van Apachen, waarbij zoals in elke oorlog ook vrouwen en kinderen omkomen. In vijftig jaar tijd is ook de cynische kijk op de bange goegemeente sterk aangescherpt. Terwijl de bevolking van het kleine stadje in het origineel enkel laf is, zijn de inwoners in de remake zo hebzuchtig dat ze bereid zijn om tegen betaling de escorte vande boef neer te knallen.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content