Far West op zijn best – James Mangold blaast een oude B-western nieuw leven in, waarin Russell Crowe en Christian Bale elkaar partij geven als charmante slechterik en beproefde bewaker.
James Mangold met Christian Bale, Russell Crowe, Logan Lerman, Ben Foster, Peter Fonda
Met zijn sterke verhaal maar ietwat onvoldragen uitvoering was 3: 10 to Yuma – een viriele B-western uit 1957 naar een novelle van Elmore Leonard – een van die roestige Hollywoodschatten die zich perfect leenden tot een hippe remake. Regisseur James Mangold ( Copland, Girl Interrupted,Walk the Line) laat er dan ook niet het minste tumbleweed over groeien. Waar de originele fiftiesversie van Delmer Daves nog uitblonk in sober- en compactheid, opent Mangold meteen met een spectaculaire brand en een nog zwieriger, rond één voorwaartse travelling opgebouwde roofoverval waarin alle hoofdpersonages meteen worden voorgesteld.
Dat zijn de brave huisvader en veeboer Dan Evans (Christian Bale) en de laconieke outlaw Ben Wade (Russell Crowe), die oog in oog komen te staan wanneer Wade en zijn schietgrage posse er met de beesten van Evans vandoor gaan. Geen wonder dat die laatste, wanneer Wade door de marshall wordt gevat en op de trein van tien over drie richting bajes in Yuma moet worden gezet, een van de weinigen is die hem op gevaar voor eigen leven richting station willen chaperonneren. Onderweg groeit een merkwaardige band tussen de twee.
Dat archetypische antagonisme – een mannenrelatie van aantrekken en afstoten, nijd en wraak – is meteen het centrale gegeven van deze Far Westparabel, al voegt Leonard (en in iets mindere mate ook Mangold) er ook een psychoseksueel en/of homo-erotisch geladen subtekst aan toe. Zo wordt Wade loyaal geflankeerd door zijn psychotische handlanger Charlie Prince (Ben Foster), die kost wat kost wil verhinderen dat zijn baas op de trein naar Yuma wordt gezet. Ook Wades jaloezie op Evans’ brave burgerleven-met-vrouw-en-kinderen komt tot uiting, terwijl Evans op zijn beurt heimelijk verlangt naar een vrijbuitersbestaan als gunslinger.
Onder zijn hoogst entertainende deklaag – Mangold voegt in vergelijking met het kortere origineel meer actie, subplots en decorum toe – is ook de remake een geestige doorlichting van mannelijkheid, moed, plichtsbesef en moraal. Alleen jammer dat Mangold zijn iconische landschap nooit volledig tot leven kan brengen en voortdurend de neiging heeft om alles net dat tikje op te pimpen. Verwacht dus geen monumentale tableaus à la John Ford of de psychologische gravitas van High Noon of Unforgiven. Wel een ironievrije en vooral gedreven vertolkte oldschoolwestern in een strak 21e-eeuws jasje.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier