12 IN 40

Woensdag 25/2, Canvas, 21.05

In 12 in 40, een boek én een documentairereeks, blikken twaalf tachtigers van vandaag terug naar hun tienerjaren tijdens WO II. ‘Ze waren allemaal ongeveer twaalf jaar toen den Duits in 1940 België binnenviel’, legt journaliste-historica Ilse Nollet uit. ‘Ze zaten dus volop in de overgangsfase naar volwassenheid.’

Waren je getuigen zich er op dat moment van bewust dat ze in het grootste collectieve trauma van de 20e eeuw opgroeiden?

ILSE NOLLET: Een deel van hen keek in 1940 eerder onbevangen naar de wereld. Zo waren sommigen blij dat de Duitsers binnenvielen, gewoon omdat er dan eindelijk eens iets spannends zou gebeuren en ze voor het eerst een vliegtuig zouden zien overvliegen. Ook de esthetische kracht van honderden modieus geüniformeerde soldaten die al zingend ultragedisciplineerd marcheerden, ging niet aan hen voorbij. Maar de meesten begrepen dat de inval van de Duitsers slecht nieuws was. Fee Bloch, de dochter van een Joodse diamantbewerker, wist bijvoorbeeld wat er op til was. Haar grootouders waren Duitsland ontvlucht en brachten gruwelijke verhalen over de nazistische terreur mee. En hoewel het verboden was, had iedereen toch een radio of wist men waar er eentje stond. Dus luisterden ze praktisch allemaal naar de BBC en Radio België, die toen vanuit Londen opereerde. Vooral de vaste slotzin van presentator Fernand ‘Jan Moedwil’ Geersens zullen ze nooit vergeten: ‘Wij doen ons best, zonder erop te boffen. Toch krijgen we ze wel, de moffen!’ Sommigen, of hun ouders althans, waren ook politiek bewust. Zo wist Lydia Deveen-De Pauw, die later nog in de Senaat heeft gezeteld, wie Adolf Hitler was en waar hij voor stond. Diegenen die aanvankelijk nog wat naïef waren, leerden de situatie tijdens die vier harde oorlogsjaren vol honger, kou en uit de klas verdwijnende vriendjes beter in te schatten. Ze beseften dat hun jeugd hen was afgepakt.

Hoe moest dat na de oorlog verder?

NOLLET: Ze waren bij de bevrijding dus gemiddeld zestien. Klaar voor het volwassen leven, bij wijze van spreken. Natuurlijk kampten ze met een hoop trauma’s, maar wat me enorm opviel, was de wilskracht van die mensen. Stuk voor stuk zijn het vechters. De meesten zeggen zelfs dat de oorlog hen sterker heeft gemaakt. Dat ze het leven daarna pas echt naar waarde konden schatten. In heel korte tijd hebben ze zeer strenge levenslessen gekregen. Als je de epiloog bekijkt, merk je ook dat deze getuigen na de oorlog een soort missie hadden. Het stichten van een familie bijvoorbeeld, nooit meer bevelen moeten opvolgen of nooit meer honger moeten lijden, dat zijn heel specifieke ambities. Dat staat in schril contrast met de doelloosheid van de jeugd van vandaag, nietwaar?

SEBASTIAN ROTH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content