Mijlpaal voor een generatie, doodvonnis voor een getormenteerd artiest.

Nevermind (1991)

‘It’s better to burn out than to fade away.’ Het citaat komt uit My my, hey hey van Neil Young en staat in de afscheidsbrief van Kurt Cobain. Hij blijkt geen visionair in het aanschijn van zijn eigen dood: Rock and roll can never die is een ander citaat uit datzelfde nummer. Maar na de knal sterft ook rock-‘n-roll. Hoezeer groepen over heel de wereld ook hun stinkende best doen om in de traditie van Kurt Cobain en Nirvana verder te doen, het levert meer saai en ergerlijk oeverloos gedram op, dan intens opwindende rock.

Nevermind uit 1991 is het tweede album van Nirvana. Chaos en rauwe emotie krijgen structuur dankzij de subtiele maar noisy gitaaraandrijving van Kurt Cobain – het linkshandige gitaarspel heeft hij gemeen met zijn notoire stadsgenoot Jimi Hen- drix -, de complexe baslijnen van Krist Novoselic en de inventieve drumpartijen van Dave Grohl, alles in zijn naakte essentie gelaten door producer Butch Vig. Was dit dan zo nieuw? De songstructuren misschien wel: trage stro- fes, snel refrein, schitterende melodieën en harmonieën die knallen op noise in een tijdsbestek van drie à vier minuten per song. Maar voor het overige: vernieuwend? Bijlange niet. Het is een terugkeer naar de wortels van de rock-‘n-roll: rauw, vitaal en energiek. ‘De mensen hebben er in eerste instantie schrik van, dat is een goed teken’ , zei Neil Young ooit over Elvis Presley, Sex Pistols en Prince. Dat is evenzeer van toepassing op Nirvana, ook al is het uithangbord van de groep een aardige, jonge blonde god. Zijn appeal speelt zeker mee in de impact van de plaat en de groep. ‘Ik ben nog altijd die jongen die om drie uur ’s nachts zijn gitaar vastpakt en een liedje bedenkt, omdat ik niks anders te doen heb, en er niemand is om tegen te praten’, zegt hij daarover. ‘Ik denk dat de mensen dat voelen, dat wij niet anders zijn dan zij.’

Hoe schijnbaar eenvoudig ‘ Nevermind’ ook is, het album vat de essentie van veertig jaar rockgeschiedenis samen. De oerschreeuw van Kurt Cobain echoot de duiveluitdrijvingen van Litt- le Richard, Iggy Pop, Johnny Rotten en Frank Black. Hij is hun enige rechtmatige erfgenaam. Vier decennia overbrugd. Voilà. Terwijl Pearl Jam de jaren zeventig-flank van de grunge bezet – laten we gemakshalve Led Zeppelin en Neil Young & Crazy Horse als inspiratiebronnen vermelden -, zijn de invloeden van Nirvana meer in de jaren zestig te vinden. The Stooges, maar ook The Byrds (leg Come As YouAre maar eens naast Mr. Tambourine Man). Catchy, gebalde songs, opgefokt met adrenalinestoten uit de punk, en uit de Amerikaanse postpunk van Mudhoney, Hüsker Dü, The Replacements, Dino- saur Jr. en Pixies. ‘We klinken zoals de Bay City Rollers na een gewelddadige aanval van Black Sabbath’, laat Cobain zich ontvallen.

De trekker van het album is het uitzinnige ‘ Smells Like Teen Spirit’, dat het anthem van een nieuwe generatie wordt. Een wereldhit met een lied waarvan de titel niet eens gezongen wordt! Il faut le faire. Guns’n Roses, de vadsige heersers van die era, worden zonder pardon van hun troon gebliksemd. Amper vijf weken na de release heeft Nirvana een gouden plaat op zak. Binnen het jaar zouden wereldwijd tien miljoen exemplaren van het album verslonden worden. Er staan dan ook meer klassiekers op dan Smells Like Teen Spirit alleen. De bevlogen noise- rock van Breed, Territorial Pissings en Stay Away, de grungeclassics On A Plain en Lithium, en de intiemere Something In The Way en Polly, zijn ook hoekstenen van het album. Polly had Cobain ingespeeld op een gitaar die hem twintig dollar had gekost, en waarop hij tape moest aanbrengen om ze gestemd te houden.

In één klap wordt Nirvana van alternative rock-undergroundband uit Seattle een trendsettende commerciële trein, die het aanschijn van de industrie drastisch zal veranderen. Hoe vaak in de geschiedenis gebeurt het dat een album de wereld op zijn kop zet? Zelden. Het was van Never Mind The Bollocks van The Sex Pistols geleden dat een album nog zo’n effect had gehad, en dat album dateert uit 1977. Nirvana’s Nevermind heeft eenzelfde impact. Voor de band is het helaas meer een last dan een lust: Cobain heeft geen zin om woordvoerder van een generatie te zijn. ‘Wij willen geen nieuwe trend zijn, of de bedenkers van een nieuw modieus kapsel’, laat hij zich ontvallen: ‘Ik ben al blij als ik mij een macaroni met kaassaus kan permitteren, en mijn huishuur kan betalen. Maar nu gebeurt dit. We zijn er absoluut niet klaar voor.’

Op muzikaal vlak houdt Cobain zich ver van de talloze clichés van de rock-‘n-roll, maar in zijn privé-leven is hij een wandelende gemeenplaats. Hij trouwt met een foute feeks, Courtney Love, en raakt verslaafd aan he- roïne. Een verdovend middel dat hij gebruikt als alibi om van zijn ondraaglijke maagpijn verlost te zijn. Het licht gaat uit. In het smachtende Come As You Are zingt hij: And I swear that I don’t have a gun. Daarmee zet hij de fans iets te fanatiek op het verkeerde been. Zijn desperate zelfmoord draagt bij tot zijn mythologisering en, bij uitbreiding, van die van Nirvana en Nevermind. Het zal lang duren vooraleer er nog eens ‘een plaat waar het om gaat’ zal zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content