Festivalprogrammatoren en cinemabezoekers hebben al een tijdje hetzelfde gevoel. Zien we spoken, of zitten we echt alsmaar langer in de bioscoop?
Heeft u ook het gevoel dat u steeds meer tijd moet inplannen voor een bioscoopbezoekje? The Batman, Oppenheimer en Babylon flirtten allemaal met de grens van drie uur, films als The Brutalist en Killers of the Flower Moon gingen er los over. Ook franchisefilms lijken steeds langer te worden, met bijvoorbeeld de recentste Mission: Impossible, die afklokte op 170 minuten.
Alberto Barbera, directeur van het filmfestival van Venetië, liet in interviews dezelfde bedenking optekenen. ‘Tegenwoordig zijn de meeste films langer dan twee uur, met vele die de 150 minuten overschrijden. Dat is een probleem’, vertelde hij aan The Hollywood Reporter. ‘Doorgaans spelen we op een festivaldag vier competitiefilms. Als alle vertoningen langer duren, begint de laatste pas heel laat op de avond.’
Volgens Barbera maakt dat niet alleen de planning van het festival moeilijker, maar beïnvloedt het ook de kwaliteit. ‘Vaak hebben we het gevoel dat een goede film met 10 à 20 minuten minder zelfs beter zou zijn’, vertelt hij aan Deadline. Als oorzaak wijst Barbera naar televisie. ‘Misschien zijn filmmakers tegenwoordig meer vertrouwd met lange, succesvolle televisiereeksen en voelen ze zelf de nood om die bredere narratieven te brengen. Hun films moeten een event zijn.’
Om ter langst
Onze eigenste filmjournalist Dave Mestdach, die zelf net terug is van het Venetiaanse filmfestival, nuanceert. ‘Epische films zijn er altijd al geweest. The Ten Commandments uit 1956 moesten er bij wijze van spreken geen twaalf zijn. En langfilmers als de Filipijnse Lav Diaz zaten dit jaar niet eens in competitie in Venetië, dus de uitspraken van Barbera vond ik toch een beetje raar.’
Wanneer je naar algemenere tendensen kijkt, zie je volgens Mestdach wel een evolutie richting langere films. ‘In de jaren 50 en 60 had je B-films van 70 tot 80 minuten die voor de hoofdfilm getoond werden. Als die wegvallen, is het statistisch gezien logisch dat de gemiddelde lengte zal toenemen. In recentere tijden probeert iedereen elkaar te overbluffen in spektakel. De tentpoles (de grote releases die het filmjaar moeten goedmaken, nvdr.) worden steeds dominanter, en er moet weer gepresteerd worden voor het geld. Daardoor duurt zelfs de gemiddelde Marvelfilm tweeënhalf uur.’ In tegenstelling tot Barbera ziet onze filmjournalist daar echter geen graten in.
Blockbusters vs. arthouse
Ook dit najaar staan er enkele kleppers op het programma. One Battle after Another, de nieuwe Paul Thomas Anderson, met Leonardo DiCaprio, duurt ruim tweeënhalf uur, net als animatiehype Demon Slayer: Kimetsu no Yaiba Infinity Castle. Anneleen Van Troos, persverantwoordelijke bij Kinepolis, vertelt dat ook hun programmatieteam de films langer ziet worden. ‘Vooral in vergelijking met de jaren 80 of 90. Op korte termijn is er een gestage groei en enkele uitschieters, maar geen plotse trend. Al blijven er inderdaad langere films over wanneer je de familiefilms eruitfiltert. In alle genres, van blockbusters tot arthousefilms. Misschien worden verhaallijnen ingewikkelder, waardoor films wat meer tijd nodig hebben?’
‘Van klanten hebben we nog geen negatieve feedback gekregen over de lengtes van de films.’
Voor de planning van Kinepolis heeft die evolutie gevolgen. ‘Wanneer een film langer dan 135 minuten duurt, kan je die geen vier keer op een dag programmeren. Dan moeten we ons beperken tot drie voorstellingen, al valt dat qua impact nog wel mee. Wij beschikken over verschillende multiplex-bioscopen, met veel zalen, waardoor we verschillende soorten films kansen kunnen geven. En dan zijn drie lange, succesvolle vertoningen belangrijker voor ons dan vier matige. Ook van klanten hebben we nog geen negatieve feedback gekregen over de lengtes van de films.’
Wat zeggen de cijfers?
Bij Kinepolis beschikken ze niet over concrete statistieken omtrent de lengte van alle films. Wie die oefening wel heeft gemaakt is techblogger Matt Birchler. Op zijn website Birchtree.me heeft hij de gemiddelde lengte van de vijftig populairste films van de afgelopen vijf decennia met elkaar vergeleken. Om de relevante films te selecteren, zocht hij uit wat per decennium de vijftig populairste films waren volgens het filmplatform Letterboxd. Naar eigen zeggen kwam hij zo tot een mooie mix van blockbusters en indiehits.
De data die Birchler verzamelde, bevestigen het algemene gevoel. De gemiddelde film in de seventies duurde net geen twee uur, met in de eighties een kleine daling naar 1 uur en 53 minuten. Daarna stijgt de gemiddelde lengte een klein beetje per decennium, om in de jaren 2020 voorlopig te landen op 2 uur en 10 minuten.
Vergeleken met de jaren 70 duurt een film tegenwoordig dus een luttele 11 minuten langer. Betekent dit dan dat de echt korte films uit het aanbod verdwijnen? Dat blijkt wel degelijk het geval: in Birchlers selectie duurden 17 films uit de jaren 70 minder dan honderd minuten. Ons huidige decennium telt er slechts zes. Omgekeerd telt Birchler in de jaren 2020 12 films die langer dan tweeënhalf uur duren. In de seventies waren dat er slechts acht, in de eighties amper twee.
‘Er bestaan geen korte en lange films, alleen ongeduldige kijkers.’
De techblogger vat zelf samen hoe dit ons gevoel mogelijk beïnvloedt. ‘De gemiddelde film neemt maar tien minuten méér van onze tijd in, maar er zijn minder titels die korter dan twee uur duren. Misschien hebben we gewoon het gevoel dat we minder vaak verrast worden door een leuke, korte film.’
Dave Mestdach laat zijn horloge hoe dan ook liever thuis wanneer hij naar een film kijkt: ‘Er bestaan geen korte en lange films, alleen ongeduldige kijkers.’