Waarom Barry ‘Moonlight’ Jenkins toezegde om ‘Mufasa: the Lion King’ te regisseren
De prequel op Disney-klassieker The Lion King is gemaakt door niemand minder dan Barry Jenkins, de regisseur achter fijnzinnige Oscarwinnende films als Moonlight. ‘Tot mijn eigen verbazing heb ik toegehapt.’
‘Ik dacht dat het om een vergissing ging.’
Ook Barry Jenkins viel uit de lucht toen Disney bij hem aanklopte voor een prequel op The Lion King. De op auteurscinema verlekkerde estheet regisseert doorgaans ernstige drama’s zoals Moonlight (2016), If Beale Street Could Talk (2018) of The Underground Railroad (2021), een gitzwarte serie over slavernij. Géén Disney.
Maar The Walt Disney Company had zo zijn redenen. Mufasa: The Lion King is een prequel op de animatieklassieker The Lion King (1994) over de jeugdjaren van Mufasa, Simba’s nobele vader die werd vermoord door zijn lafhartige broer Scar. De personages zijn nauwelijks te onderscheiden van echte leeuwenwelpen, wrattenzwijnen, stokstaarten of neushoornvogels. Alleen kunnen ze praten en zingen. Disney testte de spitstechnologie vijf jaar geleden al eens uit met een levensechte Simba, Timon en Pumbaa in een remake van The Lion King. De film deed het erg goed aan de kassa, maar er was ook kritiek. De technologie imponeerde, maar qua charme en emotionele betrokkenheid raakte de remake niet in de buurt van het origineel.
Enter Barry Jenkins. De regisseur die uitblinkt in het creëren van empathie voor zijn personages zorgt ervoor dat je meeleeft met Mufasa, de mandril Rafiki en hun vrienden.
Heb je onmiddellijk toegezegd toen Disney bij je aanklopte voor Mufasa: The Lion King?
Barry Jenkins: Ik was enorm verbaasd en sceptisch. In de zomer van 2020 kreeg ik te horen dat Disney me het geheime scenario voor Mufasa: The Lion King wilde bezorgen. Maar ik stond op het punt om samen met mijn partner Lulu Wang (regisseur van The Farewell, nvdr.) eindelijk nog eens een roadtrip te maken. ‘Geen denken aan, ik ga met vakantie’, liet ik mijn agenten weten. Na onze trip suggereerde Lulu om toch een paar pagina’s van het scenario te lezen. Na 45 pagina’s zei ik tegen haar: ‘Holy shit, wat is dit goed.’
Dat betekent toch nog niet dat jíj de film moet regisseren?
Jenkins: Het scenario raakte me. Plots was de enige reden om nee te zeggen zuiver scepticisme: iemand die ‘mijn soort films’ maakt is niet verondersteld zo’n Disney-project aan te nemen. Maar dat is een slechte reden. Dus heb ik toegehapt, tot mijn eigen verbazing. Ik houd goede herinneringen over aan de keren dat ik als tiener samen met mijn neven naar The Lion King keek en genoot van de complexe emoties die voorzichtig werden aangekaart. Dat speelde mee. En na acht jaar werken aan emotioneel uitputtende projecten zoals If Beale Street Could Talk en vooral The Underground Railroad was ik toe aan iets anders.
Dat zal wel. The Underground Railroad is een brutale confrontatie met Amerika’s pikdonkere slavernijverleden.
Jenkins: Na die reeks heb ik diep gezeten. Ik was platgeslagen door heel duistere gedachten. Het was voor mijn mentale gezondheid van groot belang om niet nog eens drie jaar lang met zo’n donkere film of serie bezig te zijn.
Mufasa: The Lion King is en blijft familie-entertainment. Daar had je geen ervaring mee. Hoe verliep de transitie?
Jenkins: Zo groot is het contrast, zo vlot verliep de transitie. Ik mocht van Disney werken zoals ik altijd werk – daar hecht ik veel belang aan – maar zou respecteren dat Mufasa: The Lion King om een totaal andere toon en sfeer vraagt dan mijn eerdere projecten.
The Underground Railroad is het werk waar ik wellicht het trotst op ben. Ik hou van hoe rauw de reeks is. Maar ik weet dat er misschien maar vijf mensen naar hebben gekeken terwijl er vijf miljard mensen The Lion King hebben gezien. Dus misschien bereik ik meer door de thema’s die me na aan het hart liggen op een meer toegankelijke manier aan te snijden.
Speelt een thema als sociale onrechtvaardigheid ook een rol in Mufasa: The Lion King?
Jenkins: Ja. Ik kan er niet dieper op ingaan zonder de plot te verraden, maar mijn thema’s zijn ingebed in de film. Om uit te groeien tot de sterke en goede leider die we kennen, moet Mufasa uitvissen wat voor iemand hij wil worden. Ook de klassieke ‘nature versus nurture’-discussie komt aan bod. Ik beloof je: de film heeft iets te vertellen.
Vind je dat ook The Lion King iets te vertellen had?
Jenkins: Toch wel. Wanneer Scar aan de macht komt, krijgen de hyena’s vrij spel om op iedereen te jagen. Door overbegrazing verandert de rijke natuur in een droogtegebied. Die rampspoed is het rechtstreekse gevolg van slecht leiderschap. Ik weet dat niet iedereen The Lion King zo leest, maar het zit er wel in. Met Scar als leider in plaats van Mufasa verandert de Tuin van Eden in een woestijn. Als je niet in harmonie met het landschap leeft en geen banden smeedt met andere dieren of gemeenschappen, dan creëer je een hel.
Aan de kleurrijke getekende figuurtjes van The Lion King was veel lol te beleven. Waarom moet het er zo echt uitzien? De remake van 2019 was geen onverdeeld succes.
Jenkins: Ik vind de technologie achter The Lion King van 2019 erg interessant. Je kunt er héél expressief mee zijn. Ik denk niet dat we iets winnen of verliezen met deze technologie. Het is gewoon een heel andere manier om een verhaal te vertellen.
Mufasa: The Lion King
Vanaf 18.12 in de bioscoop.
Barry Jenkins
Geboren in 1979. Groeit op in een arme buurt van Miami, Verenigde Staten.
Verliest jong zijn vader, zijn moeder worstelt met een crackverslaving.
Sleutelt in de zomer van 2013 in de Brusselse bar Lord Byron aan het scenario van Moonlight.
Wint met Moonlight in 2017 de Oscars voor beste film, beste bijrol en beste scenario.
Wordt ook met zijn bloedmooie James Baldwin-verfilming If Beale Street Could Talk (2018) bejubeld en bekroond.
Gaat na een erg confronterende serie over slavernij, The Underground Railroad (2021), met Disney in zee.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier