Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Nee, het is Superman! Of toch een van de vele. In de blockbuster Superman: Legacy mag nu ook David Corenswet het blauw-rode spandexpak van de Man van Staal aantrekken, in navolging van deze liveaction-incarnaties.
De eerste: Kirk Alyn (1948-1950)
In Supermans allereerste verschijning van vlees en bloed – een Columbia-serial uit 1948 – kroop Kirk Alyn in het blauw-rood, of wat daarvoor moest doorgaan op zwart-witpellicule.
De Man van Staal was in 1938 voor het eerst opgedoken in de stripreeks Action Comics #1 en al snel een popcultureel fenomeen geworden. Deze goedkope zwart-witproductie – het project kostte amper 300.000 dollar – moest dat stripwonder naar het grote doek tillen, in 15 korte serials, die destijds als voorprogramma getoond werden, vol stuntelige speciale effecten. Wanneer Superman moest vliegen, loste men dat met goedkope animatie op papier op: de Man van Staal veranderde letterlijk in een tekenfiguurtje.
Toch smulde het publiek ervan. Alyn – die uit het vaudevillecircuit kwam – sprong van cliffhanger naar cliffhanger. Alleen raakte hij als acteur nadien nooit meer uit het typecastingmoeras, en moest hij zich tevreden stellen met figurantenrolletjes en een cameo in Superman: The Movie (1978), de eerste grote filmproductie waarin de DC-held over het scherm zoefde.
De tv-versie: George Reeves (1952-1958)
Op het kleine scherm was George Reeves’ Superman de ideale Amerikaanse buurman, met een cape: gemoedelijk, onschuldig, en zo rechtlijnig dat hij haast een leraar algebra leek. Bovendien leek zijn pak meer op een wollen pyjama dan op een pantser. Toch hield Amerika van hem, week na week. Tot Reeves – die zijn acteerdebuut had gemaakt in Gone With the Wind, als een van Scarlett O’Hara’s vrijers – in 1959 dood werd aangetroffen met een schotwonde aan het hoofd.
Was het zelfmoord, aangezien Reeves tegen drank en depressies vocht nadat de show was afgevoerd en hij daarna geen enkele deftige rol meer kon scoren? Of speelde nog iets duisterders, iets wat met geld en afrekeningen te maken had, zoals sommigen beweerden?
George Reeves’ tragische einde – hij was amper 45 toen hij stierf – voedde in elk geval de theorie van de ‘Superman-vloek’, het sinistere idee dat de rol elke acteur zou verteren. Uiteindelijk werd Reeves een cultcuriositeit in stoffige tv-archieven. Tot Ben Affleck hem decennia later een laatste glans gaf in de door Allen Coulter geregisseerde neonoir Hollywoodland (2006), als een tragische voetnoot van Tinseltown.
De iconische: Christopher Reeve (1978-1987)
Hoewel allesbehalve een stripfanaat, speelde Christopher Reeve de rol over vier films heen: Superman: The Movie (1978), Superman II (1980), Superman III (1983) en het ronduit desastreuze Superman IV: The Quest for Peace (1987). Daarmee werd de atletische Amerikaan het definitieve gezicht van de Man of Steel. Met of zonder de bril van alter ego Clark Kent.
Toen hij in 1978 voor het eerst de cape omgorde, was dat nieuw en gedurfd. Iedereen jonger dan dertig zal het nauwelijks geloven maar superhelden hoorden tot dan toe thuis in pulpseries op tv en goedkoop gefabriceerde serials, niet in groots opgezette Hollywoodproducties. Reeve was sportief, elegant en droeg dat belachelijk strakke pak met een jongensachtige kwinkslag. De vliegscènes? Oldskool trucage met stalen kabels, windmachines en Reeve die zich horizontaal in een harnas liet hijsen – eenvoudig, maar de magie werkte en de films – zeker de eerste twee, met Margot Kidder als love interest Lois Lane en Gene Hackman als opperschurk Lex Luthor – sloegen de box office aan diggelen.
Buiten de diensturen als Superman was Reeve een klassiek geschoold acteur: hij stond op Broadway, speelde in The Bostonians en The Remains of the Day van James Ivory, en regisseerde later ook nog. Tot de tragiek toesloeg: in 1995 viel hij van een paard en raakte vanaf zijn nek verlamd. Toch bleef hij actief als spreker en lobbyist voor onderzoek naar ruggenmergletsels, waarvoor hij in 1996 een speciale ere-Oscar kreeg. Tot zijn hart het negen jaar later begaf en hij al op zijn 52e overleed. Tot aan vandaag is Reeve dé ultieme Superman, juist omdat hij uiteindelijk meer menselijkheid dan kryptonische spierkracht belichaamde.
De vergetene: Brandon Routh
In 2006 mocht Brandon Routh de cape van Reeve overnemen in Superman Returns, wat een ingetogen en keurige vertolking opleverde, zo netjes dat je bijna de neiging kreeg om hem aan zijn das te trekken. En niet alleen daaraan. Regisseur Bryan Singer, bekend van X-Men en The Usual Suspects, probeerde tevergeefs de magie van vroeger te vangen, maar het steriele spektakel flopte en het zou dan ook bij die ene incarnatie blijven. Routh’s Superman was meer een nostalgisch knipoogje dan een echte knaller, waardoor hij nooit de supersterrenstatus kreeg die Reeve wel had. Inmiddels is Routh vooral bekend als Ray Palmer, alias The Atom, in de superheldenserie DC’s Legends of Tomorrow – wat in feite betekent dat hij van de bioscoop naar de tv-kantine is verhuisd.
De vorige: Henry Cavill (2013–2022)
Henry Cavill, de Britse knaap uit Jersey met een kaaklijn waar je een mes op kunt slijpen, speelde een Superman die minstens een paar planeten verwijderd was van Christopher Reeve’s optimistische allemansheld. Cavills incarnatie was donker, getergd en zat vol innerlijke conflicten. Oftewel: het soort held waar de millennialgeneratie zich mee moest identificeren.
Toen James Gunn – regisseur van de succesvolle Guardians of the Galaxy-films en de nieuwe architect van het DC-universum – tijdens Black Adam (een spin-off uit het DC Extended Universe) koos voor een optimistischere toon, was het einde verhaal voor Cavill. Hij droeg het pak in Man of Steel (2013), Batman v Superman (2016) en Justice League (2017), telkens geregisseerd door Zach Snyder. De eerste was een hit, de volgende twee lagen onder vuur. Buiten DC scoorde Cavill – 42 inmiddels – met de Netflix-serie The Witcher en een bijrol in Mission: Impossible – Fallout, terwijl hij de jongste jaren ook geregeld genoemd wordt als de volgende James Bond, nu Daniel Craig zijn licence to kill definitief heeft ingeleverd.
De nieuwe: David Corenswet (vanaf 2025)
Het nieuwe gezicht van hoop in het DC-universum, wordt door de nieuwe Superman-mentor James Gunn gepresenteerd als de ‘stem van vriendelijkheid in cynische tijden’. Hoewel hij fysiek een maatje minder was dan zijn voorgangers, transformeerde Corenswet inmiddels tot een serieuze krachtpatser. Tot opluchting van fans en gym sharks. Hij noemt de rol de meest uitdagende van zijn carrière – nogal wiedes als je er nog geen hebt – en ontving steunbrieven van voorgangers Henry Cavill en Brandon Routh, die weten hoe zwaar de cape kan wegen.
De 31-jarige Corenswet – geboren en getogen in Philadelphia – komt uit de Amerikaanse tv-wereld en is vooral bekend van Netflix-series als The Politician en Hollywood, waar hij indruk maakte met zijn charme. Met die achtergrond moet hij een frisse, hedendaagse energie meebrengen die DC goed kan gebruiken, zeker nu het universum snakt naar iets wat niet klinkt als een therapeutische groepssessie in spandex.
De zotste: Nicolas Cage
Néé, Nicolas Cage heeft nooit officieel Superman gespeeld, helaas. Maar hij had het normaal wel moeten doen in Tim Burtons nooit voltooide Superman Lives. Er bestaan wel testbeelden van Cage in het blauw-rode pak. En met zijn waanzinnige expressies en theatrale energie, die bij momenten het scherm doet barsten, leek de Oscarwinnende cultkoning voorbestemd om een hysterische, donkere clown van Superman te maken.
Jammer genoeg trok Warner Bros. in 1998 de stekker uit het project, waarop Hollywoodragebol Burton – die het superheldengenre op dat moment al had gereanimeerd met Batman (1989) en Batman Returns (1992) – dan maar opnieuw de gothic toer opging met Sleepy Hollow, om daarna nooit nog naar Metropolis, Smallville en planeet Krypton terug te keren. Cage rage én kryptoniet samen: het zou vast een schuimende cocktail van waanzin en superkracht hebben opgeleverd, waar geen Lex Luthor tegen opgewassen was.