Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives: Bevreemdende jungletrip

Gouden Palm-laureaat Apichatpong Weerasethakul lokt je de Thaise jungle in, waar mens en dier, lichaam en geest elkaar ontmoeten.

Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives**** Apichatpong Weerasethakul met Tanapat Saisaymar, Jenjira Pongpas, Sakda Kaewbuadee

Mike Leigh, Ken Loach en Abbas Kiarostami zijn maar enkele filmreuzen die afgelopen mei werden getipt als potentiële Gouden Palm-winnaar. Dat bleek evenwel buiten Tim Burton en zijn collega-juryleden gerekend: die overhandigden ’s werelds meest prestigieuze filmprijs verrassend, maar daarom niet onverdiend aan de veel minder bekende Apichatpong Weerasethekul.

Niet dat de Thaise kunstfilmer met de onmogelijke naam nooit eerder van zich had laten spreken – denk maar aan zijn arthouseparels Tropical Malady (2004) en Syndromes and a Century (2006). Alleen maakt Weeraresthakul – Joe voor de vrienden – nu eenmaal films die zo radicaal en eigen zijn van vorm en inhoud dat ze evenveel gegeeuw als jubelkreten oproepen.

Met het prijsbeest Uncle Boonmee Who Can Recall His Past Lives is dat niet anders. Net als in Tropical Malady trekt Weerasethakul de Thaise jungle in, en wel in het gezelschap van de zieke Uncle Boonmee. Die beseft dat hij niet lang meer te leven heeft en keert daarom met zijn schoonzus terug naar zijn geboortedorp. Tijdens zijn laatste dagen denkt hij logischerwijze na over zijn leven, nakende dood en mogelijkheid tot reïncarnatie.

En passant komen twee bevriende geesten nog even langs, zowel zijn overleden vrouw als zijn tot aapmens gemuteerde zoon wil hem vaarwel wensen. Voeg daar nog een seksscène met – echt waar! – een vis en een natuurgodin aan toe en je krijgt een even merkwaardig als schaamteloos origineel filmgedicht. Geen wonder dat het liever het donkere hart van de jungle opzoekt dan op de platgetreden paden van de mainstream te blijven.

Weerasethakul, die zich in zijn vorige werk ook al door geesten, metamorfoses, herinneringen en natuurmysteriën liet inspireren, baseerde zich voor zijn film op de gelijknamige roman uit 1983 van Phra Sripariyattiweti. Die boeddhistische monnik, afkomstig uit het geboortedorp van de regisseur, wist zijn schrijfsels vorig jaar trouwens ook al bewerkt in de kortfilms A Letter to Uncle Boonmee en Phantoms of Nabua.

Hoewel deze bekroonde langspeler het slotstuk is van Weeraresthakuls multimediale Primitive-trilogie, hoef je geen boeddhistisch expert of gediplomeerd semioticus te zijn om je door Uncle Boonmee te laten begeesteren. Zoals steeds smokkelt Weerasethakul ook de nodige humor en vérité-observaties zijn spirituele universum binnen. Bovendien gaan zowel van de personages als van de broeierige junglefotografie zo’n authenticiteit uit dat je na een tijdje geeneens meer opkijkt wanneer er weer eens zo’n hyperbehaarde bosgeest met knalrode ogen door het beeld floept.

Laat je daarom zeker niet afschrikken door het exotische surrealisme of het trage verteltempo. Wie bereid is om met Weerasethakul mee te gaan, zit gebeiteld voor een trip van beelden, ideeën en gevoelens die men zich beslist nog lang zal heugen. Vraag maar aan Tim Burton.

Dave Mestdach

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content