‘The Revenant’: hoe Leonardo DiCaprio richting eerste Oscar duikt

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Alejandro González Iñárritu sleurt Leo DiCaprio door het wildste Westen in het survivalepos The Revenant.

The Revenant

Alejandro González Iñárritu met Leonardo DiCaprio, Tom Hardy, Domhnall Gleeson

Minuut één: Leo wordt aangevallen door indianen. Minuut dertig: hij krijgt een grizzlybeer over zich heen. Minuut vijfendertig: hij wordt in de vrieskou voor dood achtergelaten. Minuut zeventig: hij wordt een wildwaterrivier ingesleurd. Minuut honderd: hij stort met paard en al een ravijn in. Minuut honderdtien: hij vreet een bizonlever op.

Néé, je kunt niet beweren dat Leonardo DiCaprio niet heeft afgezien om zijn zesde Oscarnominatie binnen te rijven (een van de twaalf voor The Revenant). En het moet van Rambo in First Blood (1982) geleden zijn, of tenminste toch van Van Nazareth in Mel Gibsons’ The Passion of the Christ (2004) dat een held nog eens zo veel blutsen en builen, schrammen en scheuren opliep. Maar dat krijg je natuurlijk wanneer je Alejandro González Iñárritu in de regiestoel zet, de Mexicaan die zich in zijn noodlotstrilogie Amores perros (2001), 21 Grams (2003) en Babel (2005) ook al niet de lichtzinnigste toonde.

In Iñárritu’s verbeelding is het Westen niet wild, maar woest. Een ijzig, onherbergzaam hellegat waar je geen beer of bizon doorjaagt, laat staan een troep 19e-eeuwse pelsjagers. Toch slaagt Hugh Glass – zo heet DiCaprio’s stalen personage in deze op feiten gebaseerde survivalwestern – er al jaren in om in dat barre klimaat als trapper aan de kost te komen, ook al wordt hij zelf tot opgejaagd wild gereduceerd door native Americans die hun achtertuin niet graag geplunderd zien door blanke kolonisten.

Bovendien lijkt hij helemaal een vogel voor de kat wanneer hij wordt aangevallen door een beer. Maar The Force is strong in this one, tot ergernis van zijn cynische collega Fitzgerald (Tom Hardy), die zijn baas wel heeft beloofd aan Glass’ opengereten zijde te zullen blijven, maar hem het liefst zo snel mogelijk aan de gieren wil voederen.

'The Revenant': hoe Leonardo DiCaprio richting eerste Oscar duikt
© /

Van bij de geweldige openingssequens – een indianenraid als Far West-variant op Spielbergs D-Day-evocatie in Saving Private Ryan – grijpt Iñárritu je bij het nekvel en lost hij zijn greep pas na 150 minuten vol avontuur en nog meer ontbering. Bovendien pakt cameratovenaar Emmanuel Lubezki ook nu uit met dwingende long takes die je Glass’ onstuitbare élan vital haast doen proeven. En dan zijn er nog de indrukwekkende natuurtableaus die hij, tussen de close-ups van verweerde mannen met baarden door, op meesterlijke wijze op het widescreencanvas borstelt.

Voeg daar nog een levendige montage en een organisch gevoel voor ritme aan toe, en er valt op The Revenant bitter weinig tot helemaal niks af te dingen. Behalve dan dat de film, in zijn haast compulsieve drang naar authenticiteit, iets zelfgenoegzaams en oppervlakkigs heeft, alsof je naar een tot epische proporties opgeblazen, met pseudomystiek geparfumeerde reclame voor de 19e-eeuwse cataloog van Jack Wolfskin zit te kijken.

Het is een euvel en een ambiguïteit waar Iñárritu’s eerdere films – met uitzondering van het heerlijk aparte Birdman (2014) – ook al last van hadden. But hell: de film ziet er goed uit, sommige scènes snijden de adem af en Leo duikt met herzogiaanse doodsverachting richting zijn allereerste Oscar, dus waarom zeuren? Have a rough trip!

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content