Tanya Zabarylo wilde stoppen met acteren, nu palmt ze iedereen in met ‘Kom hier dat ik u kus’

© Filip Van Roe

Met weinig woorden zet Tanya Zabarylo haar frêle schouders onder Kom hier dat ik u kus, de verrassende verfilming van Griet Op de Beecks gelijknamige bestseller door het Nederlandse koppel Niels van Koevorden en Sabine Lubbe Bakker. ‘Ze hadden ongeveer elke actrice in België gezien voor ze bij mij aanklopten.’

Na ons gesprek bekent Tanya Zabarylo (34) dat dit haar eerste grote interview was. ‘Tot nu toe kreeg ik vooral telefoontjes van HLN, die wilden weten hoe het was om de vriendin van Bill Barberis te zijn.’ Bill Barberis is een voormalig Thuis-acteur en binnenkort wordt die vraag ongetwijfeld omgekeerd, want op de krachttoer van zijn lief in Kom hier dat ik u kus staat in kapitalen het woord ‘DOORBRAAK’ geschreven. Voor wie het boek van Griet Op de Beeck niet heeft gelezen: Mona is het oudste kind in een gezin dat fors wordt dooreengeschud wanneer haar moeder bij een auto-ongeval om het leven komt. Haar dociele, afwezige vader Vincent hertrouwt met de labiele Marie, waardoor de zorg voor het gezin steeds meer op de schouders van zijn zwijgzame dochter terechtkomt.

Ik krijg over enkele maanden een kind. Een jongetje. Dat vind ik heel bijzonder. Alsof het een nieuwe kans is om de band met mijn vader te herstellen.

De volwassen Mona wordt door Zabarylo gespeeld. Door alle ballast weg te snijden en uitsluitend op het kerngezin te focussen, heeft het Nederlandse regisseurskoppel Niels van Koevorden en Sabine Lubbe Bakker (Ne me quitte pas) van Kom hier dat ik u kus een beklemmend portret van een zichzelf uitvlakkende vrouw gemaakt. De camera van Van Koevorden zit Mona daarbij voortdurend ongemakkelijk dicht op de huid. Zijn lange, claustrofobische takes maken haar gebrek aan zuurstof – ook professioneel en in haar liefdesleven doet ze niks anders dan geven, zorgen en observeren – tastbaar voor de kijker, die op Film Fest Gent of binnenkort in de zalen een verrassende filmervaring tegemoetgaat. On-Vlaams maar met een sterke Europese uitstraling: dat kan eveneens gezegd worden van Tanya Zabarylo, die hier bedeesd aan de grote poort klopt. En dat terwijl ze haar acteerdroom eigenlijk al aan het opvouwen was.

Tanya Zabarylo: Ik had vooraf tegen Sabine gezegd dat Kom hier dat ik u kus mijn laatste acteeropdracht zou worden. Ik had een paar slechte projecten en periodes zonder werk achter de rug, en na twaalf jaar begin je dan te denken: waarom doe ik het nog?

Niels van Koevorden zei dat ze al tijdens het schrijven op zoek waren naar hun hoofdactrice, om indien nodig de rol te kunnen aanpassen aan hoe zij die invulde.

Zabarylo: Klopt. Ik denk dat ze ongeveer elke actrice in België hadden gezien voor ze bij mij aanklopten. (lacht) Als je niet bekend bent, zit je bij casting directors ook niet meteen in de bovenste la. Maar Niels en Sabine zochten iets heel specifieks, en dat hebben ze in mij gevonden. Een soort mix van onzekerheid en bedachtzaamheid.

De camera zit je constant dicht op de huid. Maakt dat het moeilijker om te acteren?

Zabarylo: Niels is een heel aangename, gevoelige persoon. Telkens als ik bewoog, bewoog hij met me mee en omgekeerd, waardoor er al snel een soort van symbiose ontstond. Je leert in hetzelfde ritme te stappen.

Het is een manier van filmmaken die je hier niet vaak ziet.

Zabarylo: Absoluut. Het had iets van een documentaire. We werkten met lange takes met veel improvisatie, en de camera improviseerde gewoon mee. De langste take, waaruit uiteindelijk de scène in de zweethut is voortgekomen, duurde veertig minuten.

Juist, daar moeten we het zeker over hebben. De volwassen Mona is dramaturge bij een theatergezelschap, en op een dag ondergaan de leden daarvan een heidens ritueel in een zweethut.

Zabarylo:(lacht) We hebben een hele dag gefilmd, met een echte sjamaan, en Niels liep in bloot bovenlijf met zijn camera tussen ons in. Het was de eerste scène die we gefilmd hebben, dus dat was redelijk heftig.

Iedereen is poedelnaakt in die scène, op jouw personage na.

Zabarylo: Mona voelt zich helemaal niet comfortabel bij haar lichaam. Het was ondenkbaar dat ze het zou tonen aan al die acteurs en actrices, die dat zelfvertrouwen wel hebben. De regisseurs hebben er daarom voor gekozen om haar ondergoed te laten dragen. Het was niet zo dat ik heb gezegd: ‘Dat wil ik niet.’

Jullie hebben tijdens de repetities ook samen therapie gevolgd. Hoe ging dat in zijn werk?

Zabarylo:De psycholoog van de regisseurs is een dag uit Amsterdam overgekomen voor een sessie, waarbij we onder andere een familieopstelling hebben gedaan. Ken je dat?

Ja. Bij kinderen gebeurt dat met Playmobilpoppetjes.

Zabarylo: Klopt, en bij volwassenen doe je het met elkaar: de andere acteurs waren de leden van ons gezin, en we moesten ze op een bepaalde manier om ons heen positioneren om zo ons eigen familieverhaal uit te beelden. Je zet bijvoorbeeld iemand met z’n rug naar je toe, en een ander dichtbij, té dichtbij, of net veraf… Dat was heel confronterend, met tranen en alles erop en eraan – ik denk dat ik tijdens de voorstellingsronde al aan het huilen was. Maar dat we zo vroeg in het proces privézaken met elkaar deelden, heeft van ons ook een echte groep gemaakt. Daarna dachten we: ‘ Fuck it, we gaan dit hier doen.’

'Het is een verademing om met leeftijdsgenoten of vrouwen te werken. Je hoeft tegen niets op te botsen. Je hoeft niet sexy te zijn.'
‘Het is een verademing om met leeftijdsgenoten of vrouwen te werken. Je hoeft tegen niets op te botsen. Je hoeft niet sexy te zijn.’© Filip Van Roe

In welk gezin ben je zelf opgegroeid?

Zabarylo: Ik heb net als Mona vroeg mijn vader verloren, ik was 26. Dat was een van de overeenkomsten tussen ons, en een van de redenen waarom ze me gecast hebben. Die pijn en dat verdriet zitten er ook bij mij, ik kon dat snel naar boven halen. Ik had niet zo’n goeie band met mijn vader, en die zal ik ook nooit meer hebben.

Ben je net als Mona de oudste thuis?

Zabarylo: Nee, de jongste. Ik heb één oudere zus, die net als Mona heel perfectionistisch en verantwoordelijk is. De oudste probeert vaak een beetje een tweede mama te zijn.

Ook daar bestaat een psychologische term voor: parentificatie. Waren je ouders nog samen?

Zabarylo: Ja. En op het moment dat mijn vader stierf, was ik natuurlijk al lang het huis uit. Maar het is gek hoezeer zo’n sterfgeval alles verandert. Alle verhoudingen worden anders, alsof je met de overblijvers op zoek moet naar een nieuwe balans. Ik ben veel dichter bij mijn moeder en zuster gekomen.

Ik ben nu vier maanden zwanger, ik ga een kindje krijgen. Dat is ook zo’n moment. Het wordt een jongetje, en er zijn eigenlijk nauwelijks mannen bij ons in de familie. Dat vind ik heel bijzonder. Alsof het een nieuwe kans is om die band met mijn vader te herstellen.

Mijn vrouw was vier maanden zwanger toen mijn vader overleed.

Zabarylo: Toch vreemd hoe leven en dood meestal samenkomen. Ik herinner me dat mijn vader opgebaard lag bij ons thuis. Mijn zus kwam langs met haar dochtertje, dat op dat moment net een jaar geworden was, en ik zie haar nog spelen op het sterfbed, zich van niks bewust. Dat was iets heel natuurlijks.

In het begin van het gesprek gaf je aan dat het uitblijven van succes je frustreerde. Verwacht je ook in die zin iets van de film?

Zabarylo: Niet echt. Ik ben vooral heel blij met wat het project mij gebracht heeft. Daar kan eigenlijk niks aan ontkracht worden, ook als Kom hier dat ik u kus niet mijn grote doorbraak blijkt te zijn.

Het geeft je zin gegeven om voort te acteren.

Zabarylo: Ja, en zelfvertrouwen, door het geloof dat in me gesteld werd. Ik heb ook veel nieuwe mensen leren kennen, en beslist dat ik vanaf nu alleen nog met dit slag mensen wil werken. Ik heb te lang rekening gehouden met het ego van anderen, mij te lang in andermans concepten gewurmd.

Mona komt als dramaturge een aantal uit de kluiten gewassen ego’s tegen. Dat was dus herkenbaar? Namen noemen is niet verplicht, maar het mag altijd.

Zabarylo: De theaterwereld claimt dat ze enorm vernieuwend en progressief is, maar je blijft toch heel veel met mannen van middelbare leeftijd werken – ik denk dat Sabine een van mijn eerste vrouwelijke regisseurs was. Met die mannen blijf je soms tegen wil en dank een vader-dochterverhouding hebben, terwijl ik dat vadercomplex net van me wou afschudden. (lacht) Ik verwijt dat die mannen uiteraard niet, ze hebben meestal hard gewerkt om te komen waar ze zijn. Ik heb ook veel van hen opgestoken, maar ik kom op een punt dat ik denk: ik kan nu wel naast jullie gaan staan.

En het haantjesgedrag van Marcus, de regisseur van Mona’s gezelschap?

Zabarylo: Check. Ik heb met enkele van die mannen over MeToo gesproken, en dat blijft toch een heel moeilijke discussie. Ze voelen zich snel beledigd. ‘Mag ik dan niks meer zeggen? Mag ik dan geen grapjes meer maken?’ In die zin is het een verademing om met leeftijdsgenoten of met vrouwen te werken. Je hoeft tegen niks op te botsen, geen vooroordelen te trotseren. Je hoeft niet sexy te zijn.

Heb je een eigen MeToo-verhaal?

Zabarylo: Nee. Ik ben in de toneelacademie van Maastricht een keer tegen de muur geduwd door een docent, op een onbewaakt moment. Dan schrik je wel even, maar dat was ook maar één seconde. Voor de rest heb ik veel geluk gehad, denk ik.

Je hebt wel nog steeds het idee dat je sexy moet zijn.

Zabarylo: Dat blijft toch een gegeven? Een goeie vriend van mij heeft veel ervaring met castings, en hij zegt weleens: ‘Tanya, trek je kortste rokje aan, en doe lipstick op. Want daar gaat het in eerste instantie over: wil de regisseur met je naar bed of niet?’ Hij vindt dat zelf niet leuk, maar hij weet waarover hij praat. Het is ook zonneklaar als je de tv opzet: je ziet nog altijd te vaak actrices met volle lippen, een klein neusje en grote ogen. In Kom hier dat ik u kus is dat nadrukkelijk niet het geval, en dat maakt me blij. De diversiteit maakt het meteen veel eerlijker.

Aan toxische mannen geen gebrek in de film. Mona heeft een relatie met Louis, een schrijver die zichzelf zo consequent op de eerste plaats zet dat ik het eerst wat karikaturaal vond. Maar ook dat was een kortzichtige, mannelijke gedachte: natúúrlijk bestaan zulke venten.

Zabarylo: Dat denk ik ook. Ik ben ze zelf gelukkig nog niet tegengekomen in mijn liefdesleven, maar Griet Op de Beeck misschien wel. Je hebt mannen, vrouwen trouwens ook, die zichzelf net als Louis heel graag horen praten.

Als ik je cv overloop, valt op dat je nooit lang bij hetzelfde gezelschap hebt gespeeld. Is dat bewust?

Zabarylo: Een vast contract bij Het Toneelhuis is een tijdlang mijn grote droom geweest, maar er zijn nog nauwelijks vaste contracten. Bij sommige gezelschappen, zoals De Tijd en De Koe, heb ik iets langer gespeeld, en ik word er hopelijk nog eens teruggevraagd. Dat geeft een thuisgevoel, maar tegelijk heb ik het graag zoals het is: drie maanden intensief samenwerken, en dan weer andere mensen ontmoeten.

Je hebt noodgedwongen geleerd dat het je beter ligt.

Zabarylo: Ja, maar je moet daar echt voor in de wieg zijn gelegd. Financieel is het een ramp. (lacht)

Wacht tot dat kind daar is.

Zabarylo: Ja, absoluut. Mijn lief, Bill Barberis, is ook freelance-acteur, dus we zitten in hetzelfde schuitje. Maar ik denk dat we rustig genoeg zijn. En als het echt niet anders kan, gaan we wel iets anders doen. Het is voor iedereen een lastige periode. Er is weinig werk en er zijn weinig subsidies. Je wordt zelfs gevraagd om onbetaald te repeteren.

Echt?

Zabarylo:(knikt) Meer en meer, ook bij gesubsidieerde gezelschappen. Dan ga je eens nadenken: ik doe mijn job heel graag, maar is dit wat ik wil?

Je staat dezer dagen met Joke Emmers en Woodman op de planken in Lubricant for Life, een stuk over geluk en wat we daarvoor nodig hebben. De timing kon niet beter.

Zabarylo: Die voorstelling is al een jaar oud – ze is begin 2020 in première gegaan – maar ineens lijkt het ons persoonlijke antwoord op de coronacrisis: ‘Shit, we moeten iets doen om de mensen weer blij te maken!’ Ze heeft duizend extra lagen gekregen.

In de perstekst staan een aantal glijmiddelen voor het leven opgesomd: een film van Charlie Chaplin bekijken, een flesje cava kraken… Wat zou jij daaraan toevoegen?

Zabarylo:Ik word heel gelukkig van rust in mijn hoofd. Er is een tijd geweest dat ik veel moeite had met slapen. Ik moest soms drie keer op een dag spelen, en dat dan drie maanden lang combineren met andere projecten, waardoor ik zo hyper werd dat ik ’s nachts niet meer tot rust kon komen. Daar ben ik echt ongelukkig van geweest. Sinds een jaar heb ik het gevoel dat die balans weer oké is. Mijn rustmomenten zijn heel belangrijk, en ik probeer die echt te nemen. Als dat lukt, en ik kan van het ene naar het andere surfen en daartussen af en toe eens mijn vrienden zien, dan ben ik gelukkig.

Kom hier dat ik u kus

Op 16/10 om 20.00 en 20.15 uur, 18/10 om 17.30 uur en 19/10 om 17.15 uur in Kinepolis Gent. Vanaf 4/11 in de bioscoop.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tanya Zabarylo

Geboren op 19 november 1985 in Gent.

Studeerde in 2007 af aan de Toneelacademie Maastricht.

In het theater actief bij verschillende gezelschappen, onder meer De Tijd en Compagnie De Koe.

Bewerkte in 2012 samen met Michael Vergauwen vijf toppers uit de wereldliteratuur voor het toneel, waaronder De jacht op een voetbal van Jef Nys.

Speelde rollen in tv-reeksen als Amateurs (2014) en De Ridder (2013-2016).

Heeft een relatie met acteur Bill Barberis. Het nieuws van hun zwangerschap bezorgde Knack Focus een scoop die normaal voor de gespecialiseerde pers is weggelegd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content