Stevig in het zadel: Viggo Mortensen in ‘The Dead Don’t Hurt’
Zijn tweede film als regisseur moest en zou een western worden. En eigenlijk ging hij zelf niet voor de camera kruipen. Viggo Mortensen over The Dead Don’t Hurt en paarden.
Als je Viggo Mortensen een aanbod wilt doen dat hij niet kan weigeren: bied hem een paard aan. De Deens-Amerikaanse acteur die na zijn gloriedagen als Aragorn in The Lord of the Rings de fetisjacteur van David Cronenberg werd en Oscarnominaties binnenrijfde met Captain Fantastic (2016) en Green Book (2018) wordt week als hij mag paardrijden. Een gevolg van zijn kindertijd op een Argentijnse boerderij, toen hij zijn viervoeter door de velden liet galopperen. Zonder zadel. ‘Ik was nog klein maar reed doodgraag paard. Ik genoot toen al zielsveel van opgaan in de omgeving’, mijmert hij bedwelmend rustig.
We moeten het over paarden hebben omdat Mortensen een mooie western heeft geregisseerd: The Dead Don’t Hurt. In het Amerika van de jaren 1860 wil de jonge, moderne Vivienne (een rol van Vicky Krieps) met de oudere Deense immigrant Holger (Mortensen zelf) een eenvoudig leven uitbouwen in Nevada. Wanneer de Amerikaanse Burgeroorlog Holger opeist, moet ze het in haar eentje opnemen tegen een corrupte burgemeester en de schietgrage, sadistische zoon van een machtige grootgrondbezitter.
‘Als kleine jongen heb ik veel zwart-witwesterns op televisie gezien. Over de kwaliteit had ik geen mening,’ lacht Mortensen, ’maar ik vond het opwindend en kon meteen zien of de acteur goed paard reed of sukkelde.’
Ter voorbereiding van zijn tweede film als regisseur – hij debuteerde met het gewichtige drama Falling (2020) – herbekeek hij een karrevracht westerns. ‘Eerst die waar ik het meest van houd:
Red River (1948), Stagecoach (1939), The Ox-Bow Incident (1943), de films van Howard Hawks en Budd Boetticher, McCabe and Mrs. Miller (1971) van Robert Altman… Vervolgens bekeek ik alle slechte westerns die ik me herinnerde en honderd nieuwe. Ik stak er altijd wel iets van op. Mijn doel was niet om de western heruit te vinden maar om het genre eer aan te doen. We werkten keihard om de details goed te krijgen. Om de zadels, de saloons, de kleren en de werktuigen historisch accuraat te krijgen.’
Mortensen heeft The Dead Don’t Hurt aan zijn overleden moeder opgedragen. ‘Toen ik drie was, nam ze me al mee naar de bioscoop. Dat zijn we ons hele leven blijven doen. Ze had een uitstekende kijk op film – ik denk dat ze een goeie scenarist had kunnen zijn of zelfs een regisseur. Ze was een vrouw van haar tijd, een huisvrouw dus, maar ze beschikte over een rijke verbeelding, een sterk innerlijk leven en was een zeer onafhankelijke geest. Zo zie ik Vivienne ook.’
Door een vrouw centraal te plaatsen wijkt Mortensen dan weer wél af van de klassieke western. ‘Vroeger zou je de man gevolgd hebben die naar de oorlog trekt, wij blijven bij de vrouw. Een vrouw die op haar manier de grenzen voor zichzelf verlegt als vrouw in een tijd waarin de grenzen nog niet vastlagen, in een wetteloze plek gedomineerd door een handvol machtige mannen die overal mee wegkomen.’
Tegenover die sterke vrouw staat uiteindelijk Mortensen zelf, al was dat niet de bedoeling. ‘Een acteur die al maanden vastlag, besliste net voor de preproductie om iets anders de voorkeur te geven. Ik wil niet eens weten wat, zo teleurgesteld ben ik. Ik veronderstel – het is maar een gok – dat het een beter betaalde opdracht was. Ik vond nog een stuk of drie oprecht enthousiaste acteurs die aanvaardbaar waren voor de financiers. Alleen waren ze niet onmiddellijk inzetbaar. Dus of ik stelde de opnames uit, of ik speelde zelf Holger.’
Dat had dan weer het voordeel dat hij en Rex Peterson, de horse master die Matthias Schoenaerts op The Mustang hielp, een acteur minder moesten leren paardrijden. Het is niet bepaald de eerste keer dat zijn ervaring met paarden ‘zéér handig’ is gebleken in Mortensens carrière. ‘In The Lord of the Rings zelfs in extreme mate. Men had langbenige paarden voorzien die getraind zijn om in de Engelse stijl te berijden, niet zoals in westerns. Het heeft veel moeite gekost om de gewoontes van die dieren te doorbreken zodat we ze met één hand konden berijden. Niet onbelangrijk, want in de andere hand moest ik een getrokken zwaard vasthouden. (lacht)’
Wat hem betreft, mag je in acteeropleidingen gerust plaats inruimen voor paardrijden. ‘Zelfs al krijg je nooit een rol waarin je dat nodig hebt, je steekt veel van paarden op. Ze zijn aangenaam gezelschap maar ze zijn ook groot en sterk en vergen dus nederigheid en je volledige concentratie. Je moet rustig ademen en ontspannen zijn want net zoals honden nemen ze je onrust over. En het is de voornaamste taak van elke acteur om ontspannen te zijn. Het doet er niet toe hoe goed je je tekst kent of hoe uitgekiend je plan voor een scène is, als je niet ontspannen bent, ga je niet goed spelen. Paarden helpen mij te ontspannen.’
The Dead Don’t Hurt
Nu in de bioscoop.
Viggo Mortensen
Geboren op 20 oktober 1958 in New York, deels opgegroeid in Argentinië.
Acteur, scenarist, regisseur, muzikant, dichter, schilder, polyglot, wereldreiziger, fotograaf, paardenliefhebber en voetbalsupporter (lievelingsteams: San Lorenzo de Almagro, Fulham, Real Madrid en Besiktaş).
Breekt, na bijrollen in onder meer The Indian Runner (1991), Carlito’s Way (1993), The Portrait of a Lady (1996), Psycho (1998) en 28 Days (2000), door als Aragorn in The Lord of the Rings.
Fetisjacteur van David Cronenberg, met wie hij A History of Violence (2005), Eastern Promises (2007) en A Dangerous Method (2011) draait.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier