Paul Baeten
‘”Seaspiracy” heeft al die montagetrucjes niet nodig, de feiten zijn erg genoeg’
Paul Baeten, schrijver van onder meer Wanderland, Straus Park, de novelle Een smerig dier en de tv-reeks Over water, duikt elke week in de populaire cultuur.
Ik keek naar Seaspiracy op Netflix, een documentaire die mee geproduceerd werd door de kerel van Cowspiracy.
Los van heel flauwe pogingen tot woordspelingen hebben die twee docufilms gemeen dat ze een grote voedselindustrie helemaal uitkleden tot op het punt dat je geen zin meer hebt in respectievelijk vis en vlees.
Ik eet geen vlees meer sinds 1997 en hoef niet overtuigd te worden van de walgelijke effecten van de globale voedselindustrie.
Misschien viel het me daarom meer op hoe de aanklachtdocu een heel eigen genre is geworden, sterk beïnvloed door de films van Michael Moore en An Inconvenient Truth van Davis Guggenheim.
Zulke films openen altijd met een voice-over van de maker die bij enkele homevideobeelden uit zijn kindertijd zegt: ‘This is me.’ En dan komen we te weten dat de maker al van heel jong bezig was met het onderwerp, alsof dat een vereiste is.
‘Seaspiracy’ heeft al die montagetrucjes niet nodig, de feiten zijn erg genoeg.
Daarna komt een hele lange tweede act met telkens gevaarlijker obstakels die de zoektocht naar de waarheid bemoeilijken, en meestal is er ook plaats voor een Groot Inzicht: de originele opzet zat ernaast, het gaat over een veel groter verhaal! In het geval van Seaspiracy: de plastic strootjes en de walvissenjacht zijn niet de grootste problemen met betrekking tot de oceaan, het gaat over industriële processen, labelfraude, slavernij, subsidiemisbruik… Noem maar op. Eigenlijk is elk probleem dat we kunnen bedenken terug te brengen tot de maffia van de visvangst.
Op het einde van de film is er ook een strikt te volgen regel binnen het genre: het het-is-nog-niet-te-laatmoment. Daarin zit een call to action, overgoten met een saus hoopgevende citaten en cijfers die de anderhalf uur pure miserie die we net te zien hebben gekregen snel doen vergeten.
De reden waarom ik daar nu zo cynisch over schrijf, is omdat ik vind dat als de makers van deze films zodanig betrokken zijn bij hun zaak ze betere films zouden moeten maken.
Je krijgt wat data, je krijgt een paar krantenkoppen, je krijgt wat verborgencamerabeelden die er heel gevaarlijk uitzien voor het ongetrainde oog. Maar het zijn niet meer de nineties van Michael Moore, het is zelfs niet meer het 2006 van An Inconvenient Truth. Tussen die film en vandaag staan voor de meeste mensen vijfhonderd miljoen uren Netflix: zij kijken door de goocheltrucs heen.
En als de feiten erg genoeg zijn – en laat me duidelijk zijn: ik ben er zeker van dat de feiten erg genoeg zijn – dan heb je al die montagetrucjes en suspenseclichés niet nodig.
Zelfs het feit dat de docu Seaspiracy moet heten omdat dat kan teren op de marketing van Cowspiracy. What’s next? ‘Ricespiracy’? ‘Cocaconspiracy’? ‘Spirellispiracy’?
Het is een heel moeilijke combinatie, de wereld willen verbeteren en ook een product moeten maken. En beter wél een Seaspiracy op Netflix dan geen Seaspiracy op Netflix. Alleen mag de vorm wel eens verfrist worden. Tot het zo ver is, vat ik even samen: de zalm die je eet, is ziek en geverfd, mensen sterven massaal omdat wij een stukje vis stelen uit hun wateren – stop met vis te eten. Geen hoopgevende boodschap? Jammer, er komt geen hoopgevend muziekje nu.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier