Robbie Williams over zijn apenfilm: ‘Mijn ego is erg fragiel. Altijd geweest’

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

In de muzikale biopic Better Man hangt Robbie Williams ongegeneerd de aap uit, en dat mag u vrij letterlijk nemen: de popster wordt vertolkt door een CGI-chimpansee. ‘Ik ben een professionele aandachtshoer, en deze film is een grandioze manier om aandacht te krijgen.’

Robbie Williams zal niet de enige popster zijn die zich tijdens de piekjaren van zijn roem – vol gillende fans, bergen coke en andere excessen – wel eens een zingend en springend aapje in een gouden kooi heeft gevoeld. Maar de voormalige bad boy van Take That is wel de eerste die dat idee tot leven brengt in zijn biopic Better Man. Regisseur Michael Gracey maakte de gewaagde keuze om Williams niet door een acteur van vlees en bloed te laten spelen, maar door een digitaal geanimeerde chimpansee. En wat nog bizarder is? Die gimmick werkt.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Met een mix van zelfspot, rauwe emotie en zwierig musicalspektakel slaagt Better Man er probleemloos in om zich te onderscheiden van het inmiddels overvolle landschap van slappe popsterbiopics. De film begint bij de turbulente Take That-jaren waarin Williams zich ontpopt als de rebel en grappenmaker van de jongensgroep door minstens zo vaak in de tabloids als op het podium op te duiken. Vervolgens krijg je te zien hoe hij solo pas écht zijn stem vindt, om te eindigen bij zijn driedaagse concert in Knebworth, waar hij in 2003 optreedt voor maar liefst 375.000 fans. Het is het grijsgedraaide verhaal van een artiest die te vroeg en te vaak in de schijnwerpers staat, vervolgens ontspoort en vervreemdt van zijn entourage, om daarna toch weer tot inkeer en succes te komen.

Origineel is het dus allemaal niet, maar dankzij de vernuftige computeranimatie – de CGI-aap is een product van de befaamde WETA-filmfabriek – en Graceys visuele bravoure krijgt Williams’ opkomst-, val- en verrijzenisverhaal een frisse, anarchistische twist. Denk aan een chimp die cocaïne snuift met de broertjes Gallagher van Oasis of die aan boord van een jacht She’s the One zingt voor zijn verloofde Nicole Appleton. Het is grotesk spektakel dat Williams’ vader – een tweederangscabaretier die zijn gezin in de steek laat wanneer Robbie drie is – en de andere Take That-leden op een weinig idolate manier belicht, maar van Robbie Williams een personage maakt dat kwets-, aai- en onnavolgbaar is. En heel erg harig.

De film markeert een hoogtepunt in Graceys carrière na het gladde The Greatest Showman (2017), de P. T. Barnum-biopic met Hugh Jackman als de legendarische circusbaron. En nu Williams de kaap van de vijftig heeft gerond mag je gerust ook spreken van een heuse ‘robbiessance’. Ruim twaalf jaar na zijn laatste nummer 1-hit – het samen met Take That-kompaan Gary Barlow geschreven Candy – lijkt het gerijpte ex-tieneridool opnieuw alomtegenwoordig.

Vorig jaar was er al de veelbesproken Netflix-docu. Fans konden zich laven aan vier uur onthullend archiefmateriaal dat geen taboe uit de weg ging, inclusief zijn jarenlange drugverslaving en socialeangststoornissen. Nu is er deze bronstige biopic waarin hij zichzelf zonder gêne door een aap laat spelen. En alsof dat nog niet genoeg is, staat Williams in juni als headliner op TW Classic. Daar zullen tienduizenden fans Angels, Let Me Entertain You, Millennium, Rock DJ en andere wereldhits die ook in de film de revue passeren uit volle borst meezingen, en dat zijn dan heus niet alleen vrouwen van veertig die in de jaren negentig nog bakvissen waren.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Het aapje mag dan ouder, wijzer en een paar tinten grijzer zijn, het publiek is duidelijk nog altijd dol op zijn fratsen, al verwondert dat de onvermoeibare entertainer uit Stoke-on-Trent niet echt. ‘Ik heb het altijd meer van mijn persoonlijkheid dan van mijn talent moeten hebben’, aldus de bekendste Britse mix van zelfspot en narcisme sinds Morrissey. We ontmoeten Williams in de pronkerige raadzaal van The Grand, een luxehotel op de Amsterdamse Wallen dat vroeger dienstdeed als stadhuis en waar prinses Beatrix in 1966 huwde met prins Claus. Een prima zaal voor een popkoning en -hofnar tegelijk, zou je denken. ‘Maar wel koud. Heb jij het hier niet koud?’ vraagt Williams terwijl hij een tafellaken theatraal om zijn schouders slaat.

Je kunt je gelukkig opwarmen aan de vele lovende reacties op Better Man. Had je dat succes verwacht?

Robbie Williams: Wel nadat ik de film gezien had. Ik vond hem geweldig. Beter nog dan ik had gehoopt. Maar toen vroeg ik me af of dat misschien de narcist in mij was. Gelukkig hebben veel mensen er positief op gereageerd, wat natuurlijk fijn is. Maar uiteindelijk moeten de mensen straks daadwerkelijk naar de film gaan kijken in de zalen. Dat is de volgende uitdaging.

Zou je het persoonlijk opvatten mocht de film, die 110 miljoen dollar heeft gekost, géén hit blijken?

Williams: (knikt) Ja, té persoonlijk zelfs. Mijn ego is erg fragiel. Altijd geweest.

Hoe komt dat, denk je?

Williams: DNA, te veel te snel, ADHD, narcisme en misschien ook autisme. Plus: ik ben ook nog eens overgevoelig. (grijnst) Ik weet het, nu geef ik je een klinisch en onpersoonlijk antwoord, maar het is wel de diagnose van wat me altijd al parten heeft gespeeld.

Toch doet de titel van de film vermoeden dat je jezelf nu als een ‘betere man’ ziet. Klopt dat?

Williams: Absoluut. Dat is het grappige. De film gaat over mijn worstelingen, mijn pijn, mijn ego. Dus de titel Better Man is meer een ironisch dan een vaststaand feit. Ik voel me zeker niet altijd beter. Als ik eerlijk ben, ben ik vaak nog datzelfde onzekere jongetje uit Stoke dat altijd op zoek is naar bevestiging, dat niet weet wat hij moet doen met de roem en de verwachtingen die mensen van hem hebben. Het is een proces, een constante strijd.

Maar ik heb op mijn vijftigste geleerd dat je niet altijd perfect hoeft te zijn. Wat telt is hoe je met de imperfecties omgaat, en dat is wat ik in de film probeer te tonen. Misschien is dat wel de manier waarop ik een betere man ben geworden: door eindelijk in te zien dat ik niet alles onder controle heb.
Voor elk optreden bid ik nog altijd tot Elvis en vraag ik hem om me de kracht te geven om datgene te aanvaarden wat ik niet onder controle heb. Er is een duidelijk verschil tussen wie ik vroeger was en wie ik nu ben. Ik geniet van dingen waar ik vroeger geen vreugde uit kon halen en ik veroorzaak minder chaos, voor mezelf en voor de mensen van wie ik hou.

Was er een moment waarop je dacht: zo kan het écht niet verder, Rob?

Williams: De afgelopen vijf jaar is er iets veranderd. Decennialang worstelde ik met mentale gezondheidsproblemen. Ik kreeg paniekaanvallen voor optredens. Of ik voelde me angstig in gezelschap. Maar het lijkt alsof mijn hersenen anders zijn gaan werken. Voor het eerst lijkt het alsof morgen net zo goed kan zijn als vandaag. En vandaag was beter dan oké.

‘Decennialang worstelde ik met mentale gezondheidsproblemen. Ik kreeg paniekaanvallen voor optredens. Of ik voelde me angstig in gezelschap. Maar de afgelopen vijf jaar is er iets veranderd.’

Zie je jezelf als een rolmodel voor mensen die met soortgelijke problemen worstelen?

Williams: Ik denk dat ik ongewild een ambassadeur ben geworden voor mensen die het moeilijk hebben. Een fucked-up ambassadeur weliswaar. Maar dat vind ik niet erg. Ik heb nu de ervaring en het perspectief om erover te praten en dat helpt niet alleen mij, maar hopelijk ook anderen.

Heeft het maken van deze film en de vierdelige documentaire die vorig jaar op Netflix in première ging daar ook bij geholpen?

Williams: Natuurlijk. Je moet je leven door een lens bekijken, letterlijk en figuurlijk. Dat wist ik al toen ik mijn eerste plaat uitbracht (zijn debuutalbum uit 1997 heet Life thru a Lens, nvdr.). Die films zijn tools voor je carrière, maar een bijeffect is dat mensen mijn verhaal beter begrijpen. En dat voelt geweldig, zeker voor iemand die zo graag begrepen wil worden als ik.

Hoe kwam het idee voor de biopic eigenlijk tot stand?

Williams: Dat was volledig Michael Graceys initiatief. Hij zag de aap in mij. Hij hoefde me niet eens te overtuigen. Ik ben tenslotte een professionele aandachtshoer. Aandacht zoeken is wat ik fulltime doe en deze film is een grandioze manier om aandacht te krijgen.

Better Man haalt dan ook alles uit de kast, inclusief de vele onfrisse zaken. Was er dan echt niets dat je liever niet wilde laten zien?

Williams: Mijn penis. Dat zou een te grote teleurstelling geweest zijn. Of een te kleine. Alhoewel we natuurlijk CGI hadden. We hadden altijd nog een en ander kunnen aanpassen met de computer. (lacht)

‘Of er iets was dat ik niet wilde laten zien? Mijn penis. Dat zou een te grote teleurstelling zijn.’

De keuze voor een aap als hoofdpersonage is op zijn zachtst gezegd apart. Had je het ook oké gevonden als een acteur die rol had gespeeld?

Williams: Natuurlijk. Maar Michaels idee sprak me enorm aan vanwege de gedurfde en excentrieke insteek. It’s fucking bonkers, maar het werkt. Met dank ook aan Jonno Davies (de jonge acteur die via motion capturing model stond voor de bewegingen van de aap, nvdr.). Laten we eerlijk zijn: er zijn de voorbije jaren nogal wat muzikantenbiopics uitgekomen die behoorlijk slecht waren. Ik noem geen namen, maar die artiesten hadden een betere film verdiend. Dat kon ik mezelf niet aandoen. (grijnst)

‘Er zijn de voorbije jaren nogal wat slechte muzikantenbiopics uitgekomen. Die artiesten hadden een betere film verdiend. Dat kon ik mezelf niet aandoen.’

Take that Freddie Mercury. Over Take That gesproken: je was amper zestien toen je begin jaren negentig een tieneridool werd. Kijk je nu met gemengde gevoelens op die wilde periode terug?

Williams: Nee, helemaal niet. Ik ben dankbaar voor de kansen die ik heb gekregen. Ik wilde altijd al beroemd zijn en mensen entertainen. Het was aan mij om daar iets van te maken en mijn weg te vinden in een wereld die me allerlei dingen vertelde over wie ik was. Zou ik het aanraden aan mijn kinderen? Nee. Maar zij hebben nu opties, en die had ik toen niet. Ja, ik was jong en onvoorbereid toen Take That explodeerde, en roem en drugs kan ik geen enkele zestienjarige aanbevelen, maar je kunt niet weten wat je niet weet. Ik neem niemand iets kwalijk. Niet mijn ouders. Niet mijn manager.

Ook niet Gary Barlow? Ten tijde van Take That waren jullie vaak water en vuur en hij liet je in 1995 uit de band zetten. ‘Mijn solocarrière is mijn wraak op Gary’, zei je ooit. Hoe is jullie relatie tegenwoordig?

Williams: Oh, we zijn goede vrienden nu. Maar dat heeft effectief lang geduurd. Gary en ik hebben allebei onze strubbelingen gehad. Hij wilde als onze voornaamste songschrijver altijd de controle hebben en ik wilde altijd alle aandacht. Dat botste natuurlijk. Maar uiteindelijk hebben we elkaar gevonden. Gaz is een geweldige songwriter. Dat heb ik altijd gezegd en zal ik altijd blijven zeggen.

In My Way croont Frank Sinatra, een van je idolen: ‘Regrets. I had a few, but then again too few to mention.’ Zijn er dingen waar je spijt van hebt en die je wél wilt vernoemen?

Williams: Misschien dat ik de verkeerde single van Rudebox (uit 2013, nvdr.) heb uitgebracht. Daarvoor heb ik toen veel bagger over me heen gekregen. Niemand wilde Robbie Williams horen rappen, al blijf ik trots op dat album. Maar verder? No real regrets, really.

In Better Man is alleen je stem te horen. Heb je dan nooit zelf willen acteren?

Williams: Nee, acteren is zo fucking saai. Het grootste deel van het werk bestaat uit administratie: de kamer binnenkomen en een glas water oppakken, dat opnieuw doen vanuit een andere hoek, en dan nog eens en nog eens… Mijn werk als muzikant is zo veel leuker. In zekere zin speel je als popartiest ook een rol. Je zingt. Je danst. Je performt een tekst. Maar het verschil is dat ik daarbij direct contact heb met het publiek. Dat is waar ik van hou. Dat is waar ik het voor doe.

In de Netflix-docu zeg je op een gegeven moment dat je altijd al een grote en gewichtige song als Karma Police van Radiohead wilde schrijven, maar nooit verder raakte dan Karma Chameleon van Culture Club. Zorgt dat voor frustratie en bitterheid?

Williams: (lacht) Niet meer. Vroeger snakte ik ernaar om niet alleen populair te zijn, maar ook om artistiek au sérieux genomen te worden. Maar dat is niet meer mijn grote ambitie. Als je jonger bent, wil je andere dingen dan wanneer je wat ouder bent. Je kunt nooit voor iedereen goed doen. Ik hoef niet meer per se een classicrockalbum te schrijven, ik wil gewoon goede popmuziek maken. Dat lukt af en toe – hoop ik – en dat is voor mij genoeg. Trouwens, Karma Chameleon is een geweldig nummer. Ik had het graag zelf geschreven.

‘Ik vond het vroeger vreselijk als mensen me Robbie noemden. Dat klonk veel te cute. En ik wilde niet fucking cute zijn.’

Wil je dan ook niet meer aangesproken worden met Robert in plaats van Robbie, zoals je eveneens in de docu opbiechtte?

Williams: Robbie. Robert. Kies maar. Mij maakt het niet uit. Niet meer. Ik vond het vroeger vreselijk als mensen me Robbie noemden. Dat klonk veel te cute. En ik wilde niet fucking cute zijn. Alleen is Robbie Williams een veel betere naam voor een rockster dan Robert Williams. Toch?

Je zegt het, Robbie. Hoe hebben de protagonisten uit je leven ondertussen op de film gereageerd?

Williams: Voorlopig hebben enkel Nicole Appleton (zijn voormalige verloofde en zangeres van de Britse meidengroep All Saints, nvdr.) en Mark Owen (voormalig Take That-lid, nvdr.) de film gezien. Zij vonden hem goed. Eerlijk. Ontroerend. Ik ben wel bang voor bepaalde reacties. Vooral voor die van mijn vader. Ik besef dat hij niet erg vriendelijk wordt geportretteerd. Niet wreedaardig misschien, maar toch ook niet vriendelijk. We zullen zien wat dat geeft.

Wie ook niet flatterend in beeld komt, is Gary Barlow. Naar verluidt heb je het scenario nochtans een beetje laten aanpassen nadat hij het had gelezen en zei: ‘Ik lijk nog kwaadaardiger dan Darth Vader in Star Wars.’

Williams: (grijnst) Ach. Gaz hoeft zich nergens zorgen over te maken. Hij zal de film toch niet bekijken. Behalve als allerlaatste mens op aarde misschien, wanneer de film ergens stiekem te streamen valt. Gratis. (lacht)

Better Man

Vanaf 22.01 in de bioscoop.

Robbie Williams

Geboren in 1974 in Stoke-on-Trent, Engeland.

Wordt opgevoed door zijn moeder Janet Farrell, een bloemenverkoopster. Zijn vader, stand-upkomiek en zanger Peter Conway (geboren: Williams), verlaat het gezin als Robbie drie is.

Breekt op zijn zestiende door als jongste lid van de boyband Take That.

Wordt in 1995 door zijn vele fratsen uit de groep gezet. Een jaar later gaat Take That uiteen. In 2010 sluit Williams zich tijdelijk terug aan bij de heropgerichte band voor een album en een tournee.

Groeit vanaf 1997 uit tot een succesvol soloartiest met wereldhits als Angels, Let Me Entertain You, Millennium, Rock DJ en Feel.

Trouwt in 2010 met actrice en presentatrice Ayda Field. Het paar heeft vier kinderen: Theodora Rose, Charlton Valentine, Colette (Coco) en Beau. Die twee laatste werden op de wereld gezet via een draagmoeder.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content