The Big Pink gaat voor goud

Op hun tweede langspeler ‘Future This’ pompt het Britse duo The Big Pink, vooruit kijkend op de Olympische zomer, hun industriële elektropopsound op tot stadiumproporties met meebrulfactor 10.

The Big Pink **

Future This

Indiepop

4AD

Over het kanaal begint de Olympische gedachte steeds dwingender door de hoofden te spoken, en ook in muzikale milieus stijgt dan de goudkoorts. Wanneer in Londen de dertigste Olympiade losbarst, moeten al die sportieve inspanningen natuurlijk elke dag gemonteerd worden in overzichten, samenvattingen en aankondigingen, mét gepaste soundtrack. Beachvolleybal, synchroon zwemmen en trampolinespringen in primetime: het gebeurt maar eens om de vier jaar, je kunt er als popmuzikant maar beter een graantje van meepikken.

Daar hebben de jongens van The Big Pink op geanticipeerd met Stay Gold, de eerste single uit hun tweede langspeler Future This. Geschikte titel, en precies de soort met suizende synthesizers, nazinderende gitaren en hete lucht opgepompte, laboratorisch op meebrulbaarheid geteste testosteronpop waar ze in de montagecel van de BBC dol op zijn. Schaaft het duo Robbie Furze en Milo Cordell aan songs, dan doen ze dat in de overtreffende trap groot, groter, Wembley Stadium.

Hun twee jaar oude debuut A Brief History Of Love bevatte nog sporen van verledens in digitale hardcorecombo’s als Atari Teenage Riot (Furze was een tijd de rechterhand van Alec Empire), maar hier mikt het koppel met scherp op de kolkende festivalmassa. Strip de jongens van Hurts van hun broskapsels en Savile Row-kostuums, stop ze een Nine Inch Nails-plaat en het verzamelde werk van Céline toe en het resultaat heet The Big Pink – ‘big’ omdat het grandeur suggereert en ‘pink’ om – we citeren – ‘de gay en fallische bijklank’. Het is maar dat u het weet.

Elk refrein is een gebalde vuist in het aanschijn van euforische vendelzwaaiers, inbeukend op een rimpelloos geplamuurde geluidsmuur. Tijdens Hit The Ground (Superman) draaien ze een flard Laurie Anderson door de mortel en de intro van Give It Up herbergt wulpse blazers en John Barry-strijkers, maar het is slechts kwestie van tijd voor die folietjes tussen hamer en aambeeld belanden. Soms ook niet, zoals het met een rubberen baslijn omzwachtelde 13, dat zich naar het eind diep in Tears For Fears-territorium begeeft – denk Shout, niet Mad World. Bij 77 moeten we aan UNKLE denken, en aan afronden.

Na drie kwartier genadeloze stuwkracht schiet zelf de meest afgetrainde recensent in een kramp. Als de wereld wacht op een kruising tussen Front 242 en The Killers, zit The Big Pink op rozen. En anders is er nog steeds het sportjaaroverzicht.

Jonas Boel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content