Recensie ‘Aventine’ van Agnes Obel

Op haar debuut introduceerde Agnes Obel zich als een bondgenote van de stilte, zich hardop afvragend of daar wel een publiek voor bestond. Inmiddels weet ze dat. Aventine trekt de delicate, ragfijne lijn gewoon door.

Agnes Obel ***Aventine

kamerpop

PIAS

Dat is geen insinuatie dat Obel bij het muzikale design van haar nieuwe plaat op het commerciële paard heeft gewed. Melodieën borrelen nu eenmaal op onverklaarbare wijze bij haar op, en dan mag er geen piano binnen handbereik staan of er komen liedjes van. Sierlijke, ingetogen liedjes meer bepaald, die statig voorbijschrijden op de raaklijnen tussen minimalisme, klassiek en folkpop. Die de vlag van de soberheid hijsen door hoogstens een cello- en een vioolstrijkje toe te laten. Die zich verder onderwerpen aan Obels zuivere timbre en schijnbaar onberoerde houding.

En of daar een publiek voor bestond. Agnes Obel verging het ongeveer net zo als de Zweedse folkie José Gonzalez. Een mastodontbedrijf (in haar geval Deutsche Telekom) zaait een paar tientallen seconden van je liedje (Just So) uit in menig reclameblok, en prompt gaat dat deuntje in massaal veel Europese harten tot ontkiemen over.

‘Do you want me on your mind or do you want me to go on?’. Is het toeval dat Aventine precies met die zelftwijfel van wal steekt, na het instrumentale ouvertuurtje Chord Left? Wil Obel van de platenkoper en concertganger weten of hij/zij haar wel echt liefheeft, of dat onverwachte succes van debuut Philharmonics – gouden plaat hier, platina ginder – niet eenmalig was?

Obel maakt het hem/haar alvast gemakkelijk, want Aventine gaat verder waar die voorganger ophield. Daar bestaan geen wetten tegen. Maar wie als een blok viel voor Philharmonics en nu dezelfde impact verwacht, kan zich maar beter opgeven voor een proefles kickboksen. Toch openbaren Fuel to Fire, waaruit bovenstaand citaat is geplukt, het even elegante Dorian en het met dartele staccatoviolen bestrooide Aventine het soort vereenzaamde kamerpop dat de luisteraar zachtjes binnentrekt en de deur geruisloos sluit. Dagdagelijkse muizenissen komen er niet in, de tijd is een hak gezet. Knap.

Variatie is evenwel geen kernpunt in het artistieke betoog van Agnes Obel, en dat wreekt zich enigszins op de inwerking van de tweede plaatkant. Maar misschien kan een aanvullende initiatie Indonesische verdedigingskunst redding brengen.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content