Nieuw album ‘Hairless Toys’ van Róisin Murphy: Dirty Dancing

© gf

Het moederschap? La dolce vita met haar Italiaanse vriend? De ontdekking van Facebook? Maakt niet uit waarom, op haar derde album klinkt Róisín Murphy – ze heeft overigens een anoniem Facebookprofiel – als herboren.

Róisín Murphy

Hairless Toys

pop / disco

PIAS

‘Making love is only make-believe / It’s possible to be achieved / If you’re brave enough to take the lead, invention always follows need’, plaagt Róisín Murphy, door weinig meer ondersteund dan door een primitieve funkriff op basgitaar en wat synthesizerconfetti, in Evil Eyes. Niet de meest sexy track op Hairless Toys, beweert ze zelf – lees er onze sappige babbel in Knack Focus van vorige week maar op na – en dat wil wat zeggen. Dan doet Murphy van hocus pocus en barst het soort discofeestje los dat Bowie in gedachten had toen hij in 1983 Nile Rodgers van Chic als producer inlijfde. Het is Róisín Murphy op haar best: verleidelijk, inventief, net voldoende gesofisticeerd, én de meest aanlokkelijke ‘mag ik deze dans?’ sinds ‘Nobody puts baby in a corner’ – ken uw klassiekers.

Evil Eyes, en bij uitbreiding het integrale Hairless Toys, is een verademing na het in liters boenwas gezette, acht jaar oude discospektakel Overpowered. De artistieke sabbat en het moederschap dat daaruit voortvloeide, hebben Murphy hoorbaar deugd gedaan. Met haar tweede plaat had ze zich verzekerd van een toekomst na Moloko, met deze derde breekt ze opnieuw uit de rol van thinking man’s Madonna die ze daarvoor aannam. Hairless Toys is zoals de titel doet vermoeden speels, intiem, een tikkeltje surrealistisch en perfect gepositioneerd op het hellend vlak tussen kitsch en kunst. Een dansplaat waar Salvador Dalí dol op zou zijn.

De jazzy onderstroom die producer Matthew Herbert in kronkelende banen leidde op debuutplaat Ruby Blue (2005) is ook terug: Exploitation knalt zich met donderende drums op gang als een demo van Soulwax, legt zich in een diepe houseplooi en schudt daarna een jazzgitaar uit de mouw. Uninvited Guest is een met funk aangestreken torch song met doowop-oprispingen, en dichter dan Gone Fishing leunde Murphy niet meer bij de vroege Moloko aan sinds, nou ja, Do You Like My Tight Sweater?, hun dit jaar twintig kaarsjes uitblazende debuut.

Vijf sterren, graag, zo eiste miss Murphy vorige week nog in Knack Focus. Het zijn er vier, want acht tracks, waaronder twee discutabele trage (afsluiter Unputdownable en Exile, een soort country & western-pastiche), is te mager. Edoch, de avontuurlijke, uiterst flexibel bij stem zijnde Róisín Murphy van 2015 is beter dan die van 2007. Welcome back, darling!

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content