Het belooft een van dé feestjes op Pukkelpop te worden: Jungle, het mysterieuze duo uit Londen dat zich live vermenigvuldigt tot een zevenkoppig collectief. Maar eerst de plaat, en die is alvast goed.
Jungle
Jungle
soul / funk
XL Recordings
Het was meteen koekenbak met Jungle toen ons eind 2013 via Soundcloud Lucky I Got What I Want bereikte, eigenlijk het b-kantje – is daar een digitaal equivalent voor? – van hun single The Heat. Een goede popsingle komt aan als een bitch slap, een uit onverwachte hoek komende tik tegen de oren. Discoharmonieën à la Bee Gees, het new-waveminimalisme van Suicide, het betonnen getjilp van Burial en de inner-city blues van Marvin Gaye circa Trouble Man: er gebeurt veel dat zou moeten botsen in Lucky I Got What I Want, maar het klikt.
‘Right on time, back by the beach. Still gonna bring the heat’, bromt een beer al meteen op Jungle. Het miezert. Flits naar The Warriors, die trashy B-prent van Walter Hill over gangbangers in een dystopisch braaklandschap. Politiesirenes, een baslijn op nachtpatrouille, een zwoel orgel dat zindert boven het asfalt. Flits naar de blaxplotationklassieker Superfly, inclusief soundtrack van Curtis Mayfield. Funk, vacuüm getrokken volgens de regels van de pop. Compact en helder. Refreinen die zelfs George W. Bush na één keer uit het hoofd kent. Gezongen met falsetstemmetjes, zoals The Isley Brothers, Sly Stone, Prince en Stevie Wonder deden. Homogeen en consequent, wat betekent dat alle twaalf tracks op elkaar lijken. Jungle is een sfeerplaat, maar what the hell, Ramones van de Ramones was ook een sfeerplaat! En het bruist, is ingenieus in de doorgedreven klankkleur (zacht donkerbruin met een schijn ultramarijn), en zowat de minst opdringerige én meest instant toegankelijke plaat die we in lange tijd hebben gemonsterd. Wie kan er naast? Gorillaz misschien, Nicolas Jaar/Darkside, en Jai Paul. Die laatste is niet toevallig een labelgenoot, van wie ze leerden hoe je een gitaar op een sexy manier verfrommeld laat klinken.
Jungle is hip, dus staan de haters te trappelen. Jamiroquai, zullen ze zeggen. Nonsens, Jay Kay dacht nieuwerwetse soul uit zijn potsierlijke hoed te toveren, maar zat met zijn gedachten meer bij gespierde vierwielers. Jungle is geconcentreerd. De clips, het artwork, de muziek: het zit goed, nét niet te mooi om waar te zijn.
Resultaat is een album waar elke producer die zich op het territorium van de dansvloer waagt van droomt: de ideale aanloop naar een nachtje stappen, én de uitgelezen metgezel bij het thuis zachtjes uitbollen. Wat u daartussenin uitvreet, is uw zaak.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier