Meg Remy alias U.S. Girls heeft iets op haar lever. Op In a Poem Unlimited betoont ze zich gedesillusioneerd, kwaad, strijdvaardig, en zingt ze met getrokken, gewette messen. Je kunt er ook op dansen.
U.S. Girls – In a Poem Unlimited
De Amerikaans-Canadese Meghan Remy bedacht haar alias tien jaar geleden, en voer sindsdien een door groezelige watertjes leidende koers langs samplecollages, minimale noise en kaduke postpunk. Sinds Gem (2012) bleek U.S. Girls eveneens een zwak te hebben voor pop, en dan vooral voor het soort dat in de jaren zestig hoogtij vierde met van bijenkorfkaspels voorziene combo’s als The Ronettes. Op Half Free (2015), haar eerste voor 4AD, bleek zelfs disco geen verboden terrein meer, en werd de deur op een kier gezet voor gastmuzikanten.
Met opvolger In a Poem Unlimited is het meisje de beugel ontgroeid. Meer dan ooit laat Remy haar tanden zien, omringd door een band, spacejazzcollectief The Cosmic Range, die haar veelzijdigheid emballeert in organische grooves. De hitsige funk van opener Velvet 4 Sale, bijvoorbeeld, waarin Remy haar seksegenoten oproept om de rollen om te draaien met seksuele roofdieren: ‘Don’t offer no reason/ Instill in them the fear that comes with being prey.’ De jager wordt de opgejaagde – niet de eerste of de laatste keer dat Remy dolt met conventies over dominantie, man-vrouwrelaties en seks. In Pearly Gates, hedendaagse r&b zoals The Dap-Kings die zou spelen, duikt Sint-Pieter – portier aan de hemelpoort – op als een vies patsertje. ‘Een engel worden? Daar staat wat tegenover.’ Dus spreidt de protagoniste de benen: ‘And I opened my gates wide, and St. Peter came inside.’ Wie is hier de zondaar?
U.S. Girls houdt van tegenstellingen, van verwarring en sardonische humor. Een als liefdesserenade gecamoufleerde klachtenbrief aan Barack Obama – ‘You got that winner’s smile/ And you know how to leave ‘em moist’ – , gedicteerd over een discobeat genre Heart of Glass van Blondie? Het resumé van M.A.H, oftewel Mad As Hell. Niet de enige keer dat gerefereerd wordt aan het klatergouden tijdperk van hairspray en royale schoudervullingen, overigens. Leg de door bas voortgestuwde cadans van Rage of Plastics maar eens naast Black Velvet, in 1989 een megahit voor Alannah Myles. Een Canadese, toeval of niet. Afzwaaier Time is dan weer een psychedelische jam van zeven minuten.
Wie St. Vincent of Perfume Genius een warm hart toedraagt, doet er goed aan dit excentrieke meisje te omhelzen. Op eigen risico. (JB)
STREAMTIPS: Rage of Plastics // M.A.H. // Time
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ezra Furman – Transangelic Exodus (****)
Een thé dansant van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond zal de genderglibberige Amerikaan Ezra Furman niet snel moeten opluisteren. De mixtuur van garagepop, punk, voodooblues, elektrorock en kamermuziek die hij hier bijzonder rauw en intens uit de boxen laat spatten, rijmt ook al niet met roestige conventies. Op deze‘queer outlaw saga’gaat Furman strijdbaar, vaak schuimbekkend tekeer. Te midden van het gevarieerde maar opwindende gedruis voert hij gevleugelde ’transengelen’ op die zich opgejaagd weten door een repressieve overheid. Niet gefronst: als Ezram schreeuwt dat ‘to them we’ll always be freaks‘, hij de ontmaagding van een jongen door een jongen schildert of uitvaart tegen religie, haalt u er de onomwonden boodschap telkens uit.
STREAMTIP: Suck the Blood from My Wound
Car Seat Headrest – Twin Fantasy (****)
Will Toledo, erfprins van de passionele, uit alle kieren barstende indierock, maakt zich op om de troon te bestijgen. OmdatTwin Fantasyeen herinterpretatie mét groep is van de lofi-slaapkamerplaat die hij in 2011 solo uit zijn dagboek scheurde, mogen we misschien nog niet van de kroning zelf gewagen, maar wel van de laatste rechte lijn ernaartoe. Hoewel, recht is een fout woord bij dit andermaal rafelende werk, een verbijsterende puzzel met grote en kleine stukken om láng mee zoet te zijn.‘Is this the chorus yet? No, it’s just the building of the bridge.’Toledo dolt met muziek, laat die uit zich stromen als zijn eigenste ademtocht, zelfs met die groep in zijn rug. Car Seat Headrest is een Modern Lovers voor het nieuwe millenium, Toledo daarmee de Jonathan Richman – zonderling, romantisch, spits.
STREAMTIP: Beach Life-In-Death
Ought – Room Inside the World (****)
De ene postpunk is de andere niet. Bij Interpol is doem een zweterige beleving in grote zalen en achteraf een T-shirt kopen. De provinciale misère die het Canadese Ought uitdraagt, neigt meer naar Morrissey: de lamlendigheid van oud brood eten verdrijven door parmantig een bos gladiolen in de huiskamer te verstrooien. OpRoom Inside the Worldverzacht Ought zijn barse hoekigheid met poëzie en rondere vormen, hoe mismoedig ook de toon. Zanger Tim Darcy schroeft zijn huilerige zang weleens op, alsof The Chameleons eindelijk op hun plek moesten gezet. Het leidt de aandacht niet af van de muziek, die uitstekend en gevarieerd is, profiterend van vele stroomversnellingen en -vertragingen. OpenerInto the Sea, dat pronkt met verwoed drumwerk, haalt The National rechts in. EnTake Everythingis grandioos.
STREAMTIP: Take Everything
Shannon & The Clams – Onion (****)
Een van de gezichten, om niet te zeggen borstbeelden van 2018 wordt ongetwijfeld dat van Shannon Shaw. Uiteraard wijzen we u enkel op die lijfelijke kenmerken uit professionele overwegingen, want net als Alabama Shakes-klok Brittany Howard beschikt Shaw over een buitengewone longinhoud die ze met veel zin voor finesse benut. Met pit én raffinement maakten Shannon & The Clams nu een vijfde plaat, opgenomen in Dan Auerbachs Easy Eye Sound-studio in Nashville. Soul, surf, retropop en garagerock met een toefje psychedelica klotsen op verrukkelijke wijze tegen elkaar aan. Je herkent wel wat Etta James en – dankzij het kekke orgeltje – de onverklaarbare zwierigheid van Del Shannon. Maar aan pastiches doet dit combo niet: daarvoor schrijft Shaw te persoonlijk.
STREAMTIP: Backstreets
Guy One – #1 (****)
In de noordelijke provincies van het West-Afrikaanse Ghana was hij al wereldberoemd, nu mogen de overige windstreken voor de bijl gaan: Guy One, virtuoos op de kologo, verre voorvader van de banjo. Zijn introductie op het wereldtoneel is te danken aan Philophon, een in Duitsland gestationeerd label dat zich toelegt op re-issues en releases van de Afrikaanse diaspora. Die intercontinentale as staat ook centraal in de muziek, zijnde opzwepende highlife, ofte door Noord- en Latijns-Amerikaanse invloeden gefilterde, traditionele Ghanese ritmes. Goed voor een waaier aan funky gitaarlicks, kirrende synths, swingende sax en een veelvoud aan percussie, met centraal de raspige stem van de man zelf, gesteund door bezielde vrouwenkoortjes. Stilstaan is geen optie, fans van Fela Kuti en Ebo Taylor weten waarheen!
STREAMTIP: Nongre, Nongre – Sugre, Sugre
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier