‘Babylon’ is amusant en zwierig, al ging Damien Chazelle vermoedelijk voor opwindend en overdonderend
Film - Babylon
Regisseur - Damien Chazelle
Cast - Margot Robbie, Brad Pitt, Diego Calva, Tobey Maguire
In Babylon duikt Damien Chazelle in het Hollywood van honderd jaar geleden. De regisseur van La La Land loopt helaas verloren tussen de straffe anekdotes en de bergen wit poeder.
U verwacht Hollywoodglamour? Babylon opent met een olifant met diarree. Dat is meteen een waarschuwing én een belofte dat de film scabreus wordt. De entree van de geplaagde kolos moet de climax worden van een een orgiastisch feest met Antwerpse hoeveelheden coke en een actrice die plasseks met een zwaarlijvige filmster niet overleeft (een knipoog naar het schandaal dat de carrière van komediester Fatty Arbuckle torpedeerde).
Damien Chazelle probeert de decadentie van het oude Hollywood nog maximalistischer uit te beelden dan Baz Luhrmann in The Great Gatsby, met nog meer drugs, ingehuurde dwergen en Margot Robbie dan The Wolf of Wall Street. Het resultaat is amusant en zwierig, al ging Chazelle vermoedelijk eerder voor opwindend en overdonderend.
De regisseur investeerde het krediet dat hij opbouwde met het succes van La La Land en First Man in een ambitieus en extravagant epos van tachtig miljoen dollar over het wilde Hollywood van honderd jaar geleden. Het Tinseltown van de jaren 1920 schepte massa’s poen met stille films en hoopte door de komst van de talkies een nog grotere droomfabriek te worden.
De hommage, die ook aandacht heeft voor de vunzigheden, excessen en de lelijke kant van al dat succes, volgt drie protagonisten en een dozijn kleurrijke nevenpersonages. Brad Pitt speelt een John Gilbert-achtig filmidool en levensgenieter die stilaan beseft dat zijn hoogdagen voorbij zijn. Margot Robbie is een deels naar actrice Clara Bow gemodelleerde wildebras die na haar grote doorbraak als filmster van haar troon valt. En Diego Calva heeft de ondankbare taak om als Mexicaanse fixer onze onschuldige gids te zijn in de West Coastversie van Sodom en Gomorra.
Weinig tot geen scènes vervelen, sommigen blijven zelfs lang bij. Maar de samenhang is vaag, de buitensporigheden vermoeiend. Noem het freestyle, noem het gelal. Op het einde beseft Chazelle ineens dat zijn film overkomt als een chaotische selectie roddels en waanzinnige verhalen uit Kenneth Angers schandaalboek Hollywood Babylon. Met een montage van enkele hoogtepunten uit de filmgeschiedenis probeert hij er snel alsnog een sentimentele liefdesverklaring aan cinema van te maken. Dat helpt natuurlijk niet.
Misschien zijn we te streng. Seks, drugs, olifantenpoep, straffe anekdotes en een flard Singin’ in the Rain: wie haalt daarvoor zijn neus op? Chazelle ensceneert het vaardig, maar ook soft, proper en te ‘zie ons eens wild en stout doen’. Hij laat je toekijken, een Quentin Tarantino of Paul Thomas Anderson zou je laten deelnemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier