Album John Grant ‘With The BBC Philharmonic Orchestra’: De snarentheorie

© gf

Wie het oeuvre van John Grant kent, weet dat de zanger geen blad voor de mond neemt wanneer hij zijn trauma’s bezingt. Ook niet met een filharmonisch orkest in de rug, zo blijkt.

John Grant

With The BBC Philharmonic Orchestra: Live In Concert

rock / pop

Bella Union

Liedjes zijn als mensen: uitgekleed en naakt het nederigst, het meest kwetsbaar, soms een beetje belachelijk. Zoals de akoestische gitaar op songs het effect van een dompelton ijswater op een leuter heeft, is het filharmonisch orkest het equivalent van een dubbele dosis Viagra. ‘Ploink!’, van zes naar tweehonderd en meer snaren. Een fietspomp voor het ego. Meer snaren, meer respectabiliteit. Of moet dat ‘salonfähigkeit’ zijn? Je denkt eerst ‘machtig, zo’n orkest!’, en plots sta je daar, op Night of the Proms. Naast Bonnie Tyler.

Het zal John Grant niet overkomen. De hoop op vrede met het establishment heeft de 46-jarige Amerikaan al lang laten varen. ‘Ik pas al mijn hele leven nergens in’, vertelde hij vorig jaar nog in Knack Focus, ter gelegenheid van zijn tweede album Pale Green Ghosts. Grant is een open boek. In zijn songteksten ontleedt hij met het gekwelde hart op de tong zijn traumatische jeugdjaren, de worsteling met het homo-zijn, zijn liefdes- en junkieverdriet, depressie en hiv-positiviteit . Confronterend, cynisch, vaak ingekleurd met sarcastische humor, op het randje van psychologisch exhibitionisme. Pathos is John Grant niet vreemd. De titelsong van z’n solodebuut Queen of Denmark (2010, ingespeeld door de folkrockers van Midlake) had al de proporties van Queen, en It Doesn’t Matter to Him en GMF uit Pale Green Ghosts vergeleken we met The Carpenters, maar dan zonder de schone schijn.

Niet alle arrangementen die het zestig man sterke BBC-orkest op zijn partituren had staan bieden meerwaarde, en soms dreigen ze Grants woordenpraal zelfs te overstemmen. De man is geen volbloed crooner, maar in de hogere octaven houdt hij zich kranig staande. Zoals in You Don’t Have To, waar de strijkers zich tegen synthesizer vlijen en Grant het mes in zijn ziel draait: ‘Remember how we used to fuck all night long? / Neither do I, because I always passed out / I needed lots of the booze / To handle the pain’. U hoort het Michael Bublé niet meteen zingen.

Ook Pale Green Ghosts maakt duidelijk waarom Grant deze kans met beide handen greep: een streep Rachmaninov erbij, en de onheilspellende new wave van het origineel overstijgt zichzelf. Tijdens Glacier zet een uitwaaierend effect Grants ijskoude analyse kracht bij: ‘You just want to live your life / The best you know how / But they keep telling you / That you’re not allowed’. Deze plaat is geen egotrip, maar een fuck you aan al diegenen die hem ooit fysiek en mentaal kortwiekten om wie hij is: een vreemde, zeldzame vogel. Eentje die hier zijn vleugels in volle glorie openslaat.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content