‘After the disco’ (Broken Bells): Breedbeeldmelancholie

Wiskundeleraars gaven er en masse de brui aan: de eerste plaat van het superduo Broken Bells toonde onweerlegbaar aan dat één plus één ook anderhalf kan zijn. Maar op het nieuwe gezamenlijke opus klopt de som wél.

Broken Bells ****

After the Disco

pop – Columbia

Wacht, wie? James Mercer, gouden strot, doorwrocht songschrijver en bandleider van The Shins, een van Amerika’s innigst geknuffelde indiebands. Naast hem de mogelijk nog heviger opgehemelde multi-instrumentalist en producer Brian Burton, alias Danger Mouse (Gnarls Barkley, Gorillaz, The Black Keys, Beck, Norah Jones), hij die zijn piëdestal finaal met bladgoud bekleed zag nadat hij van U2 de routebeschrijving naar de studio had mogen ontvangen.

Het moge duidelijk zijn dat Broken Bells bestaat uit twee passionele minnaars van klaterende, intelligente, bitterzoete pop. Helaas leverde dat op het debuut van vier jaar geleden weinig steamy windows op. Veel te vaak verbleekten de songs bij de parels die Mercer al met The Shins had rondgestrooid. Zelfs al borstelde Burton daar zijn uitgekookte, vaak georkestreerde productie overheen: ook deze twee wonderboys vermochten uit een olievat geen wijn te tappen.

Nou ja, ‘jongens’: Mercer is de veertig voorbij en Burton ziet die kaap ras naderen. Spectaculaire medische ontwikkelingen buiten de prognoses gelaten ligt voor beiden de horizon vóór ongeveer even ver als die áchter. Uit dat kantelpunt is After the Disco ontsproten: zeer zeker een klaterende, intelligente, bitterzoete popplaat, die het slappe koord tussen spijt (wegens kwijt) en vertrouwen (om wat met een welkomstdrink in de hand komt aangelopen) elegant beloopt.

Echo’s uit Mercers en Burtons jeugdjaren – berg u, de eighties! – wellen doorlopend op. Veel melodieuze gitaar- en synthpop vooral. Zoals OMD, in het wijsje en het motorische ritme die Perfect World een droomstart bezorgen, en daarmee ook de hele plaat. ‘I thought love would always find a way / But I know better now / Got it figured out / It’s a perfect world all the same’, zingt Mercer, en dat mooie, tweeslachtige sentiment broeit in al wat volgt. Nog een vooruitgang: Mercers falsetto bereikt in single Holding On for Life de hoge piek die op dat vlak in de vorige eeuw door de Bee Gees was geclaimd.

Plaathelft twee is beduidend ‘blauwer’, maar niet minder somptueus. Hoe gedempt het new-waveachtige Control eerst ook aandoet, hoe bewegingsloos het ingetogen Lazy Wonderland, en regelrecht down de ochtendballade The Angel and the Fool: allemaal zijn het puike staaltjes van wat een Britse recensent treffend als breedbeeldmelancholie omschreef.

Ze kunnen weer tellen.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content