Zhang Yimou tekent met ‘Coming Home’ voor een wat nadrukkelijk emotionele maar bescheiden kroniek, waarmee hij ook terugkeert naar zijn roots.
Zhang Yimou laat de esthetische weelde uit zijn recente martial arts-festijnen (denk aan de orgieën van kleur en de majestueuze massataferelen van ‘Hero’ en ‘House of Flying Daggers’) achterwege, om met ‘Coming Home’ terug te keren naar zijn roots – de meer sociaal bewogen cinema. Hij schetst in deze bescheiden kroniek het portret van een hoogleraar die tijdens de opmars van de Culturele Revolutie gearresteerd wordt. Na een vermetele ontsnapping tien jaar later, wordt hij een tweede keer gevat, maar wanneer de man dan eindelijk gerehabiliteerd wordt, wacht hem een thuiskomst in mineur, als blijkt dat zijn eigen vrouw hem niet langer herkent.
Wat in de handen van een minder begenadigd cineast makkelijk had kunnen vervallen tot een sentimentele draak van een film, wordt door Zhang Yimou herleidt tot een zachtjes aangrijpend relaas, dat ook een duidelijk bewuste commentaar draagt. Naar de roman ‘The Criminal Lu Yanshi’ van Geling Yan, de befaamde Chinese auteur bij wie de regisseur ook al de mosterd haalde voor het commercieel geflopte epos ‘The Flowers of War’ (2011). Met glansrol van Gong Li, de gewezen muze annex echtgenote van Yimou, die hij als toenmalige 21-jarige studente ontdekte aan de toneelschool van Beijing en als leading lady reeds schitterde in zeven van zijn meest markante films.
Dieter Vanden Bossche
