Ondanks de fraaie fotografie is ‘Godland’ geen postkaartje van IJsland: ‘de film gaat over gekwetste mannelijkheid’

© National
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Natuurmens en filmmaker Hlynur Pálmason neemt je in zijn historische avontuur Godland mee door het duistere hart van IJsland, waar venten, volkeren en vulkanen sudderen.

‘Het is hier vreselijk mooi’, zegt de jonge, Deense dominee Lucas wanneer hij het ruwe, IJslandse landschap overschouwt waar hij een kerk moet bouwen, en dat hij als eerste – het is rond 1880 – met een fotocamera hoopt vast te leggen. ‘Ja, het is hier vreselijk én het is hier mooi’, gromt zijn gids Ragnar, aangezien hij in tegenstelling tot de betweterige gezant Gods wél weet hoe onbarmhartig hard het is om tussen de schapen, fjorden en vulkanen te moeten overleven. Het is meteen dé tegenstelling waarrond Hlynur Pálmasons even grimmige als glorieuze Godland is opgetrokken, met zijn smeulende spanningen tussen inboorlingen en kolonialen (IJsland maakte tot 1918 deel uit van Denemarken), tussen natuur en cultuur en tussen uitverkorenen en afgedwaalde zielen.

Ik krijg vaak te horen dat mijn films over “toxische mannelijkheid” gaan. Voor sommigen gaan “mannelijk” en “toxisch” blijkbaar samen.

Het vervolg is een intens aardse trip door een godvergeten gebied waar niet alleen lava, maar ook testosteron, lust en wraak op elk moment uit de ongerepte grond kunnen spuiten. Zeker wanneer de zeldzame vrouwen opduiken. Met een beetje verbeeldingskracht zou je Godland daarom een IJslandse variant op Roland Joffés The Mission kunnen dopen. Of een soort Apocalypse Now tussen de gletsjers, zo je wil. Weliswaar zonder napalmspuwende helikopters, maar met gutsende geisers én met dominee Lucas als een Captain Willard met collaar, een indringer die aan een missie begint die steeds verder van de beschaving afdrijft, tot zijn morele kompas tilt slaat.

© National

Het is een film die het religieuze aan het avontuurlijke, het historische aan het fictieve en het epische aan het intieme rijgt, met zijn speelduur van 153 minuten en zijn bijzonder fraaie fotografie. Die vat de groezelige karakterkoppen en dito IJslandse natuur in beklemmende beelden in 4/3-formaat, inclusief ronde hoeken. Alsof ze effectief werden geschoten met de camera die Lucas overal met zich meesleurt. Als een kruis dat hij als getuige Gods nu eenmaal moet dragen.

Pálmason, die in 2019 al zijn talent en zin voor natuurepiek showde met het mistige mysteriedrama A White, White Day, baseerde zijn saga op oude glasplaatfoto’s die in een kist werden teruggevonden en gemaakt werden door een Deense predikant op missie, meteen de oudste beelden van de zuidoostkust van IJsland. Of dat is toch wat de begintitels claimen. In het Deens én in het IJslands, talen die misschien verwant zijn maar toch voor spraakverwarring zorgen zoals Godland demonstreert. ‘Een geintje’, grijnst Pálmason, die al jaren tussen zijn heimat IJsland en zijn adoptieland Denemarken schippert. ‘Die foto’s bestaan alleen als je wilt geloven dat ze bestaan. Ze zijn een daad van geloof. (lacht)

Biecht op, mijn zoon.

Hlynur Pálmason: Ik vond het een geestig idee om de film te doen ontspruiten aan een materieel object. Toen ik Godland begon te schrijven en het nog een heel ander beestje was – de eerste ideeën dateren uit 2013 – vertelde ik mijn crew en mijn financiers dat ik een doos met oude foto’s gevonden had en dat ik vervolgens een scenario had geschreven over hoe die in de 19e eeuw mogelijk tot stand waren gekomen. Dat hielp het project vorm krijgen en gaf ook mijn medewerkers houvast. Hoe zou die priester eruitgezien hebben? Hoe zou die kerk eruitgezien hebben? Was het een katholiek of een lutheraan? Ik vind het geweldig als ik zulke fantasieën materieel kan maken. Het gaf de film een ruggengraat door die foto’s ook effectief te maken (de poster is er een van, nvdr.), al heb ik mijn medewerkers uiteindelijk wel opgebiecht dat het allemaal een leugen was. (lacht)

© National

Op wie of wat heb je Godland dan wel gebaseerd? Op missionarissenfilms als Silence van Martin Scorsese of The Mission van Roland Joffé?

Pálmason: Op Ingmar Bergman. Niet zozeer op een specifieke film, al heeft hij films over religieuze twijfels en priesters in crisis gemaakt. Het is vooral zijn werkproces dat me inspireert. Hoe hij van het eiland Fårö – waar hij woonde en werkte – een personage maakte. Hoe hij werkte met een vaste troep medewerkers en vaak schreef met specifieke acteurs in gedachten. Ik hou van de idee dat kunst dichtbij huis ontstaat. Ik ben ook een huis-tuin-en-keukenfilmer, zoals Monet voortdurend de lelies in zijn vijver schilderde of Sally Mann haar eigen kinderen fotografeerde. Als voorbereiding op de shoot, die zich uitstrekte over een periode van twee jaar, heb ik mijn crew een documentaire over haar laten zien. En films van Charlie Chaplin, maar dan meer om bepaalde details te vatten. Ik ben een atelierfilmer. Als kunstenaar probeer ik van de set mijn atelier te maken. Ik film mijn tuin, mijn keuken, mijn vrienden en mijn kinderen die in al mijn films figureren. Tussendoor ga ik soms paardrijden of paddenstoelen plukken. Op die manier krijgt het iets organisch, en dat vertaalt zich op doek. Je ziet en voelt dingen groeien. We hebben ook alles chronologisch gedraaid. Daardoor krijgt een film een eigen temperament. De Franse schilder Eugène Delacroix heeft het daarover in zijn dagboek: van elk kunstwerk, of dat nu een muziekstuk of een schilderij is, kun je het temperament voelen na amper een paar seconden. In zijn vorm, zijn ritme en de boodschappen die het al dan niet draagt.

© National

Je bent een IJslander die vanuit Denemarken werkt, geen evidente combinatie, zo leert Godland. Weliswaar met een satirische knipoog.

Pálmason: Ik denk niet dat IJslanders nog veel rancune koesteren tegenover de Denen, die ons vroeger koloniseerden. We kunnen het ons niet eens permitteren. Er zijn maar 300.000 IJslanders wereldwijd, en als je dan een IJslandse arthouseregisseur bent, moet je wel internationaal denken. Daarom werk ik vanuit Denemarken. Maar ik kan alleen maar maken wat ik kan maken. Een kostuumdrama van twee en een half uur zal géén blockbuster worden. Dat besef ik ook wel. Ik kan alleen maar hopen dat de wereld die ik oproep oprecht en universeel voelt en dat er gevoel van plaats in de film zit.

Opdracht geslaagd, al is het natuurpracht van de meest meedogenloze soort, wat vastelander Lucas mag ondervinden.

Pálmason: Het is geen postkaartje. Het is niet de gletsjerlagune uit de toeristische promofolders die ik film. Het zijn de plekken daartussen, waar niemand komt, maar waar ik al mijn hele leven kom en blijf naar terugkeren. Neem dat beeld van dat rottende paard. Dat is mijn vaders paard dat naast zijn boerderij in de wei lag en dat ik over de seizoenen heen gefilmd heb. Aanvankelijk wist ik niet waarom ik dat per se wilde filmen zoals ik ook moest zoeken naar waar Godland écht over gaat. Tot ik begreep: eerst heb je een prachtig paard, daarna begint het te rotten en te stinken, maar uiteindelijk krijg je een mooi, wit karkas in een kleurrijk bloemenveld. Voor mij gaat Godland over de schoonheid van vergankelijkheid, over hoe onbeduidend we zijn in deze wereld, die blijft verder tollen, ook wanneer we karkassen geworden zijn. In dood zit zoveel leven.

De film staat bol van dergelijke oercontrasten.

Pálmason:(knikt) Het is cultuur versus natuur, IJsland versus Denemarken, het oude versus het moderne. Ragnar is een man van de aarde, Lucas een idealist. De hele film wordt voortgedreven door zulke dialectieken. Dat was de basisidee jaren geleden.

Het is ook man versus vrouw, al komen er aanvankelijk maar weinig vrouwen in voor.

Pálmason: Ik krijg vaak te horen dat mijn films over ‘toxische mannelijkheid’ gaan. Voor sommigen gaan ‘mannelijk’ en ‘toxisch’ blijkbaar samen. Zeker tegenwoordig. (lacht) Ik zie het meer als ‘gekwetste mannelijkheid’. Uiteraard is er de clash tussen Ragnar en Lucas. Maar soms weegt wat je niet toont even zwaar als wat je wel toont. Het eerste uur krijg je geen vrouwengezicht te zien, wat de close-ups van hen des te krachtiger en impactvoller maakt. In cinema moet je omzichtig omspringen met close-ups. Het is geen tv in breedbeeld.

Godland

Nu in de bioscoop.

Hlynur Pálmason

Is een 38-jarige filmmaker en beeldend kunstenaar uit Hornafjörður, IJsland.

Studeert regie aan de National Film School of Denmark te Kopenhagen, waar hij na zijn studies blijft wonen en werken.

Keert in 2017 met zijn gezin terug naar de IJslandse familieboerderij in Höfn, tussen de fjorden.

Draait er het mysteriedrama A White, White Day (2019) dat in de prijzen valt in Cannes én het historische avonturenepos Godland dat in Cannes de sectie Un Certain Regard haalt.

© National
Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content