Oliver Stone schreef zijn memoires: ‘Ik hield van mijn cocaïne zoals een baby van speelgoed’

OLIVER STONE in 1986 op de set van PLATOON, de film die hem zijn eerste Oscar als regisseur opleverde. © Gamma-Rapho via Getty Images

Oliver Stone had even geen Vladimir Poetin, Hugo Chávez of Fidel Castro te interviewen of een spraakmakende, uitdagende film te regisseren en schreef dan maar zijn memoires. Chasing the Light is bijna even dwars en dramatisch als zijn films.

‘Oliver Stone is een gigantische provocateur. Hij rammelt aan de kooien, doorprikt de bubbels van de watjes en wakkert de controverse aan. Hij is larger than life.’ Met die bombast prijst acteerreus Anthony Hopkins Chasing the Light aan, de kraakverse biografie van Oliver Stone. De 75-jarige Vietnamveteraan hielp als scenarist Al Pacino aan de vele memorabele dialogen ( ‘Say hello to my li’l friend’) in Scarface, won drie Oscars en regisseerde in de jaren tachtig en negentig provocerende, donkere filmspektakels over Amerika’s waanzin en etterende wonden zoals Platoon, Born on the Fourth of July, Natural Born Killers, JFK en Nixon.

Ik heb nooit meer zoveel opwinding en adrenaline gevoeld als toen ik geen geld had.

Oliver Stone in Chasing the Light

Na de eeuwwisseling boette Amerika’s kwelduivel-chroniqueur aan scherpte in. Maar ook al haalden zijn films over Alexander de Grote, Bush de Kleine of klokkenluider Edward Snowden amper eindejaarslijstjes, toch bleef Stone een veelbesproken figuur, omdat hij nooit een blad voor de mond nam en uitvoerige en niet altijd even kritische interviewdocumentaires maakte over de Amerikaanse staatsvijanden Fidel Castro, Hugo Chávez en Vladimir Poetin. Over dat alles staat in Chasing the Light geen letter, want Stone laat zijn memoires (voorlopig?) stoppen in 1986, toen het grote succes van Platoon hem definitief lanceerde als regisseur. De natural born storyteller focust liever op zijn picareske klim naar de ’top van de wereld’. De stijl is die van zijn films: recht voor de raap en entertainend.

***

April 1979: film noir-legende Lauren Bacall maakt bekend wie de winnaar is van de Oscar voor het beste bewerkte scenario. De 34-jarige Oliver Stone mag het podium op voor zijn bijdrage aan Midnight Express, een bikkelharde film van Alan Parker over een Amerikaanse drugssmokkelaar die extreem slecht wordt behandeld in een Turkse gevangenis. In Studio 54, New Yorks beruchtste feesttempel, begint Stones Franse moeder op slag nog wilder te feesten met haar gay vrienden. Zijn Joodse vader, een beursmakelaar, ligt al te snurken. Hij wilde wel opblijven om de Oscaruitreiking te volgen, maar is in slaap gevallen. Stones ouders passen bij elkaar als kat en hond. ‘Als mijn ouders elkaar voor hun huwelijk écht zouden hebben gekend, zouden ze nooit samengekomen zijn en zou ik nooit hebben bestaan’, schrijft Stone bitter in het eerste hoofdstuk, Scheidingskind.

Midnight Express
Midnight Express

Op die Oscaruitreiking in 1979 maakt Stone zich geen zorgen om zijn jeugdtrauma. Hij wil vooral een herhaling van het fiasco van de Golden Globes vermijden. Tijdens zijn overwinningsspeech had hij de Amerikaanse hypocrisie inzake drugsbeleid en het gevangeniswezen willen hekelen, maar na verschillende lijntjes cocaïne, een tweetal Quaaludes en drie uur wijn zuipen raakte hij niet meer uit zijn woorden. Op de Oscars speelt hij op veilig met een vrijblijvend dankwoord en geniet van de complimentjes van Hollywoodlegendes als James Stewart, Cary Grant, Audrey Hepburn en Gregory Peck. De dronken nacht eindigt met een flirt met Hitchcockster Kim Novak. Drie jaar eerder lag Stone in de goot. Drie jaar later ook.

Dood, zo dood

Die Oscar voor Midnight Express viel Stone niet in de schoot. Op jonge leeftijd geeft hij tot twee keer toe zijn studies aan de Yale-universiteit op. De eerste keer om Engels te onderwijzen in Saigon en vervolgens Vietnam, Cambodja, Thailand en Laos te verkennen. Na een job als schoonmaker in de machinekamer van een marineschip die hem geneest van zeezucht ‘braakt’ hij in een hotelkamer in het Mexicaanse Guadalajara in vier weken tijd een ‘rauw semiautobiografisch boek uit’. Terug op Yale blijft hij verder schrijven in plaats van te studeren, waardoor hij opnieuw moet afhaken.

Wanneer geen enkele uitgever zijn boek wil uitgeven, vindt de jongeman zichzelf even dom en hoogmoedig als Icarus. Als boetedoening geeft hij zich op als vrijwilliger voor de oorlog in Vietnam. Hij kiest voor het traject dat hem het snelst ‘als anonieme infanterist en kanonnenvoer’ naar het front leidt. De gruwel blijft niet lang uit. ‘Het daglicht onthulde verkoolde lichamen, stoffige napalm en grijze bomen. Mannen die stierven met een bevroren grimas op hun gezicht. Sommigen stonden of knielden in rigor mortis, witte chemische dood op hun gezicht. Dood, zo dood. (…) Het was angstaanjagend om te overpeinzen en toch was ik niet bang. Soldaten konden het de hel noemen, maar ik zag het als goddelijk: het dichtst dat een man ooit bij de Heilige Geest zou komen, was die grote, destructieve energie zien en overleven.’ Er wordt een bulldozer bijgehaald om de wel vierhonderd Vietnamese lijken in massagraven te dumpen. ‘Geen mens zou ooit zo veel dood mogen zien.’ Stone vecht in drie verschillende eenheden, overleeft een granaatscherf die dwars door zijn nek gaat en ontvangt meerdere medailles.

platoon
platoon© ISOPIX

Na zijn tour of duty verliest hij zich in het Mexicaanse Tijuana in feesten, drinken en vrijen ‘zoals elke matroos of soldatenjongen’. Bij zijn terugkeer in de VS wordt zijn Vietnamese weed gevonden. Hij vliegt de gevangenis van San Diego in en wordt vastgeketend aan acht andere jongens. Het ziet er even slecht uit, maar uiteindelijk krijgt vaders dure advocaat hem vrij. ‘De macht van het geld!’

Versailles

Getraumatiseerd en alsmaar meer paranoïde betrekt de jonge Vietnamveteraan appartementen in de junkiegetto’s van New York en neemt het schrijven weer op. Dit keer ‘geen ouderwets navelstaren in een boek’ maar filmscenario’s. Hij acteert even op het toneel, maar dat blijkt hem niet te liggen. ‘Tsjechov vond ik op dat moment in mijn leven saai en bourgeois. Ik wilde actie. Jim Morrison-actie, meisjes, seks. Sam Peckinpah was mijn man. En in Frankrijk, op een heel andere manier, Jean-Luc Godard: ook hij waardeerde de seks en het geweld van cinema.’ Dankzij een toelage voor veteranen kan Stone de filmopleiding van de universiteit van New York volgen. Hij krijgt er les van de jonge Martin Scorsese. Het diploma levert geen werk op. Om rond te komen rijdt hij met de taxi.

Ik heb nooit meer zoveel opwinding en adrenaline gevoeld als toen ik geen geld had.

Hij blijft wel filmscenario’s schrijven. In 1974 krijg hij de kans om in Canada een lowbudgethorrorfilm draaien. Het op een nachtmerrie gebaseerde Seizure verdwijnt in de anonimiteit. De doorbraak komt er pas wanneer Stone in de late jaren zeventig naar Los Angeles trekt. Al Pacino en Sidney Lumet tonen net als John Frankenheimer interesse in zijn scenario over zijn ervaringen in Vietnam. Platoon raakt niet van de grond, maar het scenario brengt Columbia wel op het idee om Stone in te huren voor de adaptatie van het boek van een Amerikaanse drugssmokkelaar die net niet was weggerot in een Turkse gevangenis. Hoewel het niet botert tussen Stone en de Britse regisseur Alan Parker, slaat Midnight Express in als een bom. Stone wint de Oscar voor beste scenario en is op slag een hot ticket. ‘Ik heb me altijd afgevraagd hoe het moet geweest zijn om toe te treden tot het hof van Lodewijk XIV in Versailles. Wel, Hollywood in de late jaren zeventig was mijn Versailles. Niets in mijn leven heeft dat ooit geëvenaard. Tot dan leefde ik in hoop, misère, schande en bijnadoodservaringen. Vergeef me dus dat ik me helemaal liet gaan.’

Let’s get stoned

Drie jaar na de Oscar voor Midnight Express ligt Stone opnieuw in de goot. De keuze om zelf een genrefilm te regisseren, draait verkeerd uit. The Hand flopt. Het gevoel vreselijk gefaald te hebben overmant hem en de interesse van Hollywood verdampt snel. ‘Om de pijn te verdoven’ gebruikt Stone alsmaar meer cocaïne. Hij ontwikkelt een gevaarlijke schrijfroutine. ‘Een Quaalude om de schrijfdag op gang te trappen en coke om de energie tijdens de dag op peil te houden. (…) Ik hield van mijn cocaïne zoals een baby van speelgoed en een volwassene van ijsjes.’ Van zijn tweede trouwdag herinnert Stone zich amper iets wegens zo stoned als een garnaal. Cocaïne verknoeit zelfs zijn orgasmes. ‘Ik vertoefde in de hel.’

Scarface
Scarface

Zijn geluk keert wanneer hij het scenario mag pennen voor een update van de gangsterklassieker Scarface, een project waar Al Pacino van droomt. Stone infiltreert in het drugsmilieu van Miami en verhuist vervolgens naar Parijs waar hij dankzij de vrienden, de kou, jeugdherinneringen en ‘het verrukkelijke eten’ van zijn cocaïneverslaving afraakt. Hij stort zich met hart en ziel op het scenario voor Scarface. ‘Ja het was een beetje te groot, te lang en te slordig, maar ik wist dat het zou aanslaan. (…) Het had de spirit van de Grote Depressie met haar uit armoede en wanhoop voortgesproten gangsters. Scarface ging integraal over een antiheld die verzwelgt in zijn materialistische Amerikaanse droom. Het was, zo je wil, een sociale satire, die spottend het Amerikaanse verlangen naar rijkdom tegen elke prijs weerspiegelde. Het was een voorbode van mijn Wall Street en Natural Born Killers, twee films die de misvormde nakomelingen van wild kapitalisme tonen. Ik stoffeerde het scenario met al de energie, grensoverschrijdende woede en wrede oneliners die ik in me had. Bijvoorbeeld: All I have’s my balls and my word, and I don’t break them for no one.’ Brian De Palma regisseert en Al Pacino speelt een van de rollen van zijn leven. Scarface zal uitgroeien tot een klassieker.

God

Stone staat weer op de kaart en krijgt de middelen om in Mexico Salvador te draaien, een intense, politiek gevoelige film over een hedonistische Amerikaanse oorlogsfotograaf die ziet hoe El Salvador kapotgaat aan een militair schrikbewind met doodseskaders die zich bezondigen aan slachtpartijen en verkrachtingen. ‘Eindelijk kwam mijn droom uit. Alles wat films voor mij als kind zo opwindend maakten, was aanwezig: gevechten, passionele actie, gewichtige gebeurtenissen. Ik waande me God.’ Lang duurt die waan niet wegens geldproblemen en logistieke nachtmerries, maar uiteindelijk lukt het Stone om een ‘schokkend gewelddadige, uitzinnig sexy, kleurrijke film’ af te leveren die over de tongen gaat.

Stone heeft de smaak te pakken en stort zich op een zo mogelijk nog groter avontuur: Platoon. In de Filipijnen zweept hij een jonge garde acteurs (Charlie Sheen, Willem Dafoe, Johnny Depp, Forest Whitaker, Tom Berenger) en zijn crew genadeloos op om tot het uiterste te gaan. Stone drijft zijn memories naar een hoogtepunt met de wilde verhalen over de totstandkoming van zijn semiautobiografische film die een ontluisterend beeld schetst van de Vietnamoorlog en bekroond werd met de Oscars voor beste film, regisseur, montage en geluid. Het was het begin van de Stone Age. ‘Maar hoeveel voldoening ik ook heb geput uit de rest van mijn leven, de waarheid is dat ik nooit meer zoveel opwinding en adrenaline heb gevoeld als toen ik geen geld had.’

Chasing the Light

Uitgegeven door Houghton Mifflin.

Oliver Stone

Geboren in 1946. Scenarist, regisseur en schrijver die geregeld de controverse opzoekt.

Specialiseert zich in maatschappijkritische spektakelfilms en minder kritische documentaires en interviews met Vladimir Poetin, Hugo Chávez of Fidel Castro.

MetPlatoon (1986) ontdoet hij de Vietnamoorlog van zijn mythes, met Wall Street (1987) hekelt hij de ‘greed is good’-mentaliteit van de beursyuppies.

InBorn on the Fourth of July (1989) toont hij hoe een patriot verandert in een invalide, pacifistische Vietnamveteraan, in Natural Born Killers (1994) hoe de media geilen op het geweld van een koppel seriemoordenaars.

Buigt zich graag over Amerika’s presidenten: JFK (1991) plaatst vraagtekens bij de aanslag op Kennedy. Nixon (1995), met Anthony Hopkins in een glansrol, beeldt de shakespeariaanse ondergang van de gelijknamige president uit. W. (2008) schetst geen fraai beeld van George W. Bush.

Won drie Oscars: voor het scenario voor Midnight Express (1978) en voor de regie van Platoon en Born on the Fourth of July.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content