Life During Wartime: Interview met Todd Solondz

Twaalf jaar na zijn controversiële culthit Happiness trekt Todd Solondz een nieuw blik miserie open in Life During Wartime, een soort van sequel met dezelfde pedofiele en suïcidale personages. Maar dan gespeeld door andere acteurs. Een gesprek over vooroordelen en misbegrepen empathie. ‘Van zodra mijn naam opduikt, verwachten mensen zich aan freakshow vol gedegenereerde gekken. ‘

Wat ze zelf ook mogen beweren. Of hoe anders ze er ook mogen uitzien: écht veranderen doen mensen niet. Dat is althans de licht misantropische boodschap die Todd Solondz (50) te melden heeft met zijn nieuwe tragikomedie Life during Wartime, al kan over de boodschapper onderhand krek hetzelfde worden beweerd.

Net als in de voorgangers Welcome to the Dollhouse, Happiness en Palindromes zoomt Solondz namelijk ook nu weer grijnslachend in op de rafelrandjes van de Joods-Amerikaanse middenklasse, met personages die meer complexen en neuroses met zich meesleuren dan de gemiddelde Woody Allen-protagonist.

Die personages zijn trouwens goeddeels dezelfde als die uit Solondz claim to fame Happiness uit 1998, maar dan vertolkt door andere acteurs. Zo mag Michael K. Williams – oftewel Omar uit The Wire – dit keer Philip Seymour Hoffman vervangen als de gefrustreerde rukker Allen, terwijl de rol van Bill de pedofiele psychiater in deze met kleurrijke kitsch volgestouwde quasi-sequel niet door Dylan Baker wordt vertolkt. Wel door Ciaran Hinds – oftewel Julius Caesar uit de sandalenserie Rome.

Is het een postmodern afleidingsmanoeuvre van een independentauteur die het cultsucces van Happiness al jaren achterna hinkt? Of gaat het om een frisse invalshoek voor een alweer bijtend satirische vignettenfilm over onverwerkte verledens, disfunctionele families, vergeten en vergeven? Even polsen.

De hamvraag blijft: waarom een sequel?
Todd Solondz: Omdat ik gaandeweg alsmaar nieuwsgieriger werd naar wat er mijn personages de voorbije jaren is gebeurd. En ook wel: omdat het volstrekt on-Hollywoodiaans is om een sequel – of beter: een quasi-sequel – te maken van een film die amper geld heeft opgebracht. (lacht) Life during Wartime gaat over vergiffenis en in het reine komen met het verleden, terwijl Happiness veeleer een onderzoek was naar verstoorde relaties en seksuele obsessies. Vandaar dat ik per sé met andere acteurs wilde werken. Ik wilde de personages op een meer empathische en melancholische manier benaderen. Had ik dezelfde acteurs gecast dan had de film onvermijdelijk ook over ouder worden en sterfelijkheid gegaan, maar dat was niet de bedoeling.

De film heeft ook een meer politieke ondertoon, of niet? Solondz: (knikt) Dat was alleszins de bedoeling. Oorspronkelijk zou de film Forgiveness heten maar uiteindelijk hebben we voor Life During Wartime geopteerd. 9/11 en de Irak-oorlog hebben ook op mijn personages een diepe impact gehad, zoals op alle Amerikanen trouwens. Ze zijn zich bewuster geworden van hun etnische roots en van hun culturele identiteit. De psychologische druk komt niet langer alleen van binnenuit zoals in Happiness maar ook van buitenaf, van factoren die de familiale sfeer te boven gaan. Vandaar dat er dit keer ook dialogen inzitten over de Joods-Palestijnse kwestie en de war on Terror, topics die zelfs tot in vredige voortuintjes van de Amerikaanse middenklasse van Florida zijn doorgedrongen.

Niet alleen het leven van de personages is de voorbije jaren flink veranderd; je bent in de tussentijd ook zelf vader geworden. Zou je nu nog een film als Happiness kunnen maken waarin met zoveel empathie naar een pedofiel wordt gekeken?
Solondz: Nee. Dat was zeker ook een motivatie. Na Happiness was het misverstand ontstaan dat ik begrip had voor pedofielen, wat nooit het geval is geweest. Het is niet omdat ik een pedofiel opvoer die niet alleen een pervers monster is maar ook een liefhebbende huisvader, dat ik zijn gedrag daarom goeddunk. Wie met kinderen flikflooit, is gestoord en hoort in een instelling thuis. Dat is dan ook hetgeen met Bill is gebeurd.

Is het toch niet een tikje suïcidaal om een vervolg te breien aan een alom bejubelde culthit die door Premiere zelfs één van de meest subversieve films aller tijden werd genoemd? Solondz: Dat is een kruis dat ik nu eenmaal moet dragen. Van zodra mijn naam opduikt, verwachten sommige mensen zich blijkbaar aan een freakshow met gedegenereerde gekken. Storytelling en Palindromes moesten ook al tegen de cultstatus van Happiness opboksen, maar daarom heb ik nog nooit de behoefte gevoeld om radicaal van genre, toon of thematiek te veranderen. Dat zou als filmmaker pas écht suïcidaal zijn. En laf bovendien. Met Life During Wartime heb ik gewoon getracht een goeie film te maken die zowel grappig als triest is. Hoe hij de geschiedenis zal ingaan; daarover heb ik niet de minste controle. zoals ik indertijd ook geen controle had op de felle manier waarop mensen op Happiness reageerden.

Klopt het dat Paris Hilton oorspronkelijk zou meespelen?
Solondz: (knikt) Ze zou een cameo krijgen als jetsetqueen maar uiteindelijk is het er niet van gekomen. Misschien schrijf ik wel een rolletje voor haar in een volgende film. Als die er ooit komt tenminste.

Hoe bedoel je? Nu al van plan om met pensioen te gaan?
Solondz: Niet noodzakelijk. Maar filmen heb ik altijd al grondig gehaat. Ik hou wel van verhalen verzinnen maar die ook effectief op beeld krijgen is zwaar en deprimerend. Vandaar dat ik me de jongste jaren vooral heb bezig gehouden met les geven aan de New York Film School. Filmen hoeft niet meer zo nodig. Ik ben vijftig geworden en blij met de carrière die ik heb. Als ik bedenk dat ik in deze tijden van kinderachtige popcornpret toch nog een volwassen film heb kunnen maken over moeilijke thema’s als ras, roots en seksualiteit, dan kan ik alleen maar gelukkig en tevreden zijn. Bovendien heeft niemand me dit keer een proces aangesmeerd. Misschien moet ik maar stoppen op dat hoogtepunt (lacht).

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content