Hoe Chantal Akerman, die met ‘Jeanne Dielman’ de beste film ooit regisseerde, de filmgeschiedenis veranderde

Chantal Akerman in 1979. © Getty
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Een aangename verrassing in de Sight and sound poll, de tienjaarlijkse bevraging van het British Film Institute naar beste film aller tijden: Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles van de Belgische cineaste Chantal Akerman werd op nummer één gestemd. In 2014, het jaar waarin Akerman overleed, kroonde Knack Focus onze verborgen filmtrots tot mens van het jaar. Herlees hier onze hommage aan een van de meest eigenzinnige en innovatieve stemmen die de Belgische cinema gekend heeft.

Vijf schermen staan schuin achter elkaar opgesteld in een verduisterde zaal. Wat je ziet? Beelden van woestijnen, gedraaid vanuit een auto en afgespeeld aan verschillende snelheden. Wat je hoort? Agressieve geluiden, geschreeuw en geknal. Het concept is simpel. Het effect hallucinant. Alsof je fysiek een wereld van chaos ervaart, een perpetuum mobile van geraas en gebral, een road movie richting nergens. Is het een evocatie van de troebele tijden van terreur waarin we leven? Gaat het over het verdorde klimaat? Is het een soort nihilistische Mad Max met alleen maar leegte? Of schetst het de leefwereld van een kunstenaar op de rand van de afgrond? Het is een video-installatie – dit jaar te zien, te horen en te beleven op de Biennale van Venetië – die niet alleen tal van ideeën, angsten en doembeelden tegelijk triggert. Het blijkt uiteindelijk ook het ronduit ijzingwekkende artistieke testament van Chantal Akerman, het Belgische boegbeeld van de avant-gardecinema, die zich op 5 oktober van het leven beroofde.

Daarmee verloor de Belgische cinema een van zijn meest eigenzinnige en innovatieve stemmen. En ook al was haar werk doorgaans enkel te zien op festivals of in musea en galerijen, geen enkele Belgische filmmaker genoot internationaal zo’n monumentale reputatie als Akerman. Nee, ook de tweevoudige Gouden Palm-winnaars Luc en Jean-Pierre Dardenne niet. Le Monde noemde haar ‘de grootste cineaste ooit’. The New York Times tilde haar op dezelfde hoogte van Godard en Fass­binder. En Jason Hoberman, een van Amerika’s scherpste filmcritici, bombardeerde haar doorbraakfilm Jeanne Dielman, 23 Quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1975) zelfs tot ‘een van de belangrijkste kunstwerken van de twintigste eeuw’.

Vakjesallergie

Bovendien ontbreekt haar naam in geen enkel naslagwerk over feministische film, over gay cinema of over Europese avant-garde, al had ze er een hekel aan om in vakjes te worden gestopt. ‘Ik ben geen feministe’, zei ze kordaat. ‘Ik ben een vrouw die films maakt. Dat is niet hetzelfde. Het is waar dat ik vaak vrouwelijke personages opvoer en uiteraard ben ik voor gelijke rechten, maar ik interesseer me ook voor de leefwereld van mannen en met politiek of theorie ben ik niet bezig. Of toch niet rechtstreeks. Termen als ‘feministisch’ en ‘gay’ reduceren mij tot niet meer dan dat. Dat ik een vrouw ben en lesbisch, is een gegeven. En dat daar specifieke eigenheden aan vasthangen, is een logisch gevolg, geen pathologie.’

Knack Focus' Mens van het Jaar: Chantal Akerman, het vergeten filmmonument

Ze zal ook niet op haar cv hebben gezet dat ze de hoogst genoteerde vrouwelijke regisseur was in het top 100-lijstje van het British Film Institute met beste films aller tijden, waarin Jeanne Dielman in 2012 op 35 stond, en in 2022 de hoofdprijs wegkaapt. Wat haar hartslag evenmin de hoogte zal ingejaagd hebben, in tegenstelling tot de vele sigaretten die ze als kettingrookster tot zich nam, is het feit dat ze tegelijk de jongste was die in dat lijstje een plek wist te veroveren. Ze was amper 24 toen ze in 1975 het zowel inhoudelijk als vormelijk baanbrekende Jeanne Dielman uitbracht. Een jaar jonger dan godenkind Orson Welles toen die zijn magnum opus Citizen Kane (1941) afleverde.

Nicola Mazzanti, directeur Koninklijk Belgisch Filmarchief: ‘Ze veranderde de filmgeschiedenis’

‘Toen ik bij het Filmarchief begon, zijn we meteen met de restauratie van Chantals oeuvre gestart. Het is heel erg jammer dat we dat werk nu zonder haar moeten voortzetten. Chantal is een van de belangrijkste filmmakers van de laatste vijftig jaar, samen met Rossellini, Antonioni, Fassbinder, Godard misschien. Dat heeft te maken met de ongelooflijke perfectie van haar framing, haar belichting en de manier waarop ze het gegeven “tijd” in beeld bracht. Alles wat na Jeanne Dielman kwam, werd direct of indirect door Akerman beïnvloed. En haar andere films zijn even goed. Kijk, er zijn heel veel slechte filmmakers, er zijn er een paar goede, er zijn er die een plaats in de filmgeschiedenis veroverden en er zijn er die de filmgeschiedenis veranderden. Chantal Akerman behoort tot de laatste categorie.’ (S.D.W.)

Bovendien was Jeanne Dielman geeneens haar debuut. Haar eerste kortfilm Saute ma ville (1968) draaide Akerman, die aanvankelijk schrijfster wilde worden, al op haar achttiende, in haar ouderlijke huis in Brussel, nadat ze haar filmstudies na een semester had stopgezet. Nauwelijks twee jaar later volgde Hôtel Monterey (1972), haar eerste lange documentaire. Die was gedraaid in het gelijknamige afgeleefde hotel in New York waar ze in 1970 in haar eentje naartoe getrokken was. De film werd betaald met geld dat ze had verdiend door tickets te scheuren in een schimmige homopornobioscoop, en gefilmd op 16mm-pellicule die ze uit filmlabo’s had gejat.

Het zijn anekdotes die duidelijk maken dat Akerman wilde, zou en moest filmen, een existentiële nood die haar zou tekenen en uiteindelijk ook zou uitputten. ‘Studenten vragen vaak me vaak hoe ze een film moeten maken’, getuigde ze ooit aan het New York City College, waar ze gastdocente was. ‘Daarop antwoord ik hen: heb je een smartphone? Zit er een camera in? Wel, ga dan filmen.’

Rebel with a cause

Nochtans kwam Akerman niet uit een cinefiel milieu. Haar Joodse ouders, die, in tegenstelling tot haar grootmoeder en veel van haar familieleden, de Holocaust hadden overleefd en na de oorlog vanuit Polen naar België waren geëmigreerd, baatten in Brussel een kledingwinkel uit en gingen maar zelden naar de bioscoop. Dat Akerman toch in de ban van de zevende kunst raakte, had meer te maken met nouvelle vague-beeldenstormer Jean-Luc Godard dan met haar opvoeding. ‘Ik was veertien toen ik Godards Pierrot le fou (1965) zag, en meteen wist ik: dit is wat ik ook wil doen. Ik heb toen mijn eerste camera gekocht en ben spontaan beginnen te filmen. Film was mijn manier om aan mijn ouders en mijn milieu te ontsnappen en heeft mijn nood aan zelfexpressie altijd bevredigd.’

Chantal Akerman met onafscheidelijke sigaret.
Chantal Akerman met onafscheidelijke sigaret.

Gus Van Sant, regisseur van o.a. ‘My Own Private Idaho’ (1991), ‘Elephant’ (2003) en ‘Milk’ (2008): ‘Haar werk waait door mijn hele oeuvre’

‘Ik werd beïnvloed door haar films en door de ongelooflijke installaties die ze maakte voor musea, maar het is vooral Jeanne Dielman die een onuitwisbare indruk heeft nagelaten. Ik blijf versteld staan van de grenzen die ze in die film verlegt, van wat ze doet met het narratief en van haar band met het hoofdpersonage. Hoe Chantal erin slaagt een verhaal te vertellen aan de hand van een strenge, maar met liefde doorgedreven stilistische ingreep, is heel knap. Jeanne Dielman is een absoluut meesterwerk dat door mijn hele oeuvre waart. Het heeft tot Gerry (2002) geduurd vooraleer ik eindelijk in de praktijk kon brengen wat ik van haar films heb geleerd. Die film, maar ook Elephant (2003) en Last Days (2005), zijn door twee mensen essentieel beïnvloed: Béla Tarr en Chantal Akerman.’ (S.D.W. / Libération)

Akerman mag je gerust een rebel with a cause noemen. Tenslotte zou ze zich haar leven lang verzetten tegen conservatieve rollenpatronen, tegen verroeste filmconventies, tegen de monotonie van het bestaan, tegen haar bourgeois­afkomst. En vooral: tegen haar dominante moeder Natalia, met wie Akerman tot aan haar dood in 2014 een complexe band had, die zich nog het best laat samenvatten door de zin: ‘Can’t live with or without you.’ Het is Natalia die model stond voorJeanne Dielman, het zijn haar brieven die Akerman op de voice-over voorleest in News from Home (1977), en het zijn de laatste gesprekken en Skypeconversaties met haar waaruit de tedere, maar soms pijnlijk persoonlijke documentaire No Home Movie (2015), Akermans laatste langspeler, is opgetrokken.

Maar soms nam Akermans verzet ook gewoon een luchtige, mild ironische gedaante aan, zoals in de winkelcentrummusical Golden Eighties (1986), of in de filosofische romcom A Couch in New York (1996), een mislukte poging om met William Hurt en Juliette Binoche ook eens een groot publiek te bereiken. Bovendien durfde ze, lang voor dat bon ton was, ook (homo)seksuele grenzen te verkennen. Of denkt u nu echt dat La vie d’Adèle (2013) de eerste arthousefilm was waarin twee jongedames open en bloot met elkaar lagen te vrijen? Bekijk Je, tu, il, elle (1974) en zie hoe Akerman en haar minnares minutenlang liggen te kirren en te kronkelen. En dat anno 1974! Toen zelfs Freddie Mercury nog in de kast zat en homoseksualiteit, zeker in de ‘betere cinema’, nog niet was uitgevonden.

Cinefiele bom

In die zin bevindt Akermans oeuvre zich op het snijpunt van het persoonlijke en het politieke. Maar dan zonder slogans te scanderen. En van het banale en het verhevene, maar dan zonder theoretische bullshit. Bovendien ontwikkelde ze daartoe een geheel eigen filmtaal. Die kenmerkt zich door lange, ononderbroken en frontale takes, door strenge, nauw afgemeten beeldkaders, door een repetitieve montage en door een statische camera die in keukens, hotelkamers en livings naar binnen loert tot het vertrouwde plots een bevreemdende dimensie krijgt.

'I Don't Belong Anywhere', de documentaire over Chantal Akerman, kwam uit een paar dagen voor haar dood.
‘I Don’t Belong Anywhere’, de documentaire over Chantal Akerman, kwam uit een paar dagen voor haar dood.

Het is een forse filmtaal die zowel van tijd, ruimte als structuur dwingende aanwezigheden maakt en waaraan je als kijker nauwelijks kunt ontsnappen, net zomin als Akermans gevangengezette personages dat kunnen. ‘Je hoort mensen vaak zeggen: het was een geweldige film want ik heb de tijd niet voelen voorbijglijden’, zei ze daarover, met haar doorrookte stem. ‘Wel. Daar heb ik me altijd tegen verzet. Ik wil net dat je de tijd wél voelt. Want in het echte leven voel je die ook.’

Sommigen doopten haar stijl minimalisme. Of real time cinema. Akerman zelf noemde het maximalisme – een maximaal effect bereiken met een minimum aan middelen. Of nog anders: my-time cinema. Midden de jaren zeventig, toen Béla Tarr en Hou Hsiao-Hsien nog volop aan een eigen stijl schaafden – wellicht zonder zich daarbij te haasten – sloeg haar innoverende manier van vertellen en de tijd in beeld brengen in als een cinefiele bom. En haar werk inspireerde niet de minsten. Todd Haynes, Gus Van Sant, Michael Haneke, Apichatpong Weerasethakul, Claire Denis, Jim Jarmusch, Martin Scorsese: allen hebben ze zich als Akerman-fan geout.

Todd Haynes, regisseur van o.a. ‘Far from Heaven’ (2002), ‘I’m Not There’ (2011) en ‘Carol’ (2015): ‘Ze had een compleet unieke filmtaal’

‘Jeanne Dielman had een enorme impact op mijn denken over vertelstructuren en over de manier waarop je vrouwen in beeld kunt brengen. Mensen hebben het over de lange speelduur en de uitgesponnen shots, maar eigenlijk is het een razend spannende film die zijn kracht haalt uit de herhaling van een paar dagelijkse routines. Ik herinner me een vertoning waarbij de hele zaal de adem inhield toen Jeanne plots een van haar vaste rituelen, koffiezetten, onderbrak. Ik heb niet al haar andere films gezien, maar Je, tu, il, elle (1974), News from Home (1977) en Les rendez-vous d’Anna (1978) hebben een diepe indruk nagelaten. Chantal Akerman had een compleet unieke filmtaal met vormelijke uitvindingen én humor. Als ik terugdenk aan de laatste keer dat ik haar zag in Parijs, word ik triest.’ (S.D.W. / Libération)

Voor het eerst was het de filmtaal zelf die tot de toeschouwer sprak. In tegenstelling tot bij veel ander avant-gardewerk had die er tenminste geen handleiding bij nodig. Zelden ontaardden Akermans films in hermetische bricolage of in eindeloze herhalingsoefeningen. Want daarvoor waren ze – noem het ‘de vrouwelijke touch’ – te persoonlijk, te emotioneel en te intuïtief. Bekijk in dat verband nog maar eens Jeanne Dielman, waar veertig jaar later nog altijd een enorme emotionele spankracht van uitgaat, zelfs al zit je het grootste deel van de drie uur en twintig minuten (!) te kijken naar een vrouw die aardappelen schilt, eigeel opklopt en de strijk doet.

Vrijwillige outsider

Dat Akerman zich de jongste jaren alsmaar meer toelegde op video-installaties was een logische uitvloeier van die forse filmtaal. Niet dat ze zich daartoe per se geroepen voelde: in de loop der tijd en door de vermarkting van de cinema kreeg ze haar film­projecten steeds moeilijker van de grond, en dus bood de videokunst haar een goedkopere en minder compromis-gebonden uitlaatklep. ‘Ik heb die installaties alleen gemaakt omdat galerijen en musea mij erom vroegen’, aldus Akerman. ‘Het is nooit mijn ding geweest. Ik haat het kunstwereldje. Het stikt er van de poseurs. Ik weet wel: in de filmwereld lopen ook onnozelaars en opportunisten rond, maar daar moet je tenminste nog iets kunnen. Om een camera te hanteren of een film te monteren, heb je knowhow nodig, terwijl veel hedendaagse kunstenaars vaak niks meer kunnen. Geen portretje tekenen. Geen concept bedenken. Niks.’

Knack Focus' Mens van het Jaar: Chantal Akerman, het vergeten filmmonument
© Film Fest Gent

Patrick Duynslaegher, artistiek directeur Film Fest Gent: ‘Ze is het bewijs dat we niet in alles een failed state zijn’

‘Akerman was zogezegd gesloten, maar ik heb daar nooit veel van gemerkt. Eén keer zat ik met haar op de trein naar Parijs. Ze was op zoek naar een Amerikaanse acteur voor A Couch in New York (1996), de meest conventionele film die ze ooit heeft gemaakt. Ze vroeg me welke bekende naam die ook openstond voor experimentele cinema ik daartoe geschikt achtte. Ik suggereerde William Hurt, en hij is het ook geworden, wat ik natuurlijk plezant vind. Hollywood lag ver van haar bed, maar haar oeuvre is heel divers en helemaal niet zo ontoegankelijk als soms wordt beweerd. Jeanne Dielman was zo monumentaal dat men soms vergeet dat ze in heel verschillende genres en formaten werkte, zowel fictie, documentaires, videokunst als politieke essays maakte en persoonlijke dagboekfilms afwisselde met literaire adaptaties van Joseph Conrad (La folie Almayer, 2010) en Marcel Proust (La captive, 2000). Ze maakte immersieve cinema: haar films dompelen je onder, op een dwingende maar niet intellectualistische manier. Wat film als kunst betreft, is Akerman simpelweg de grootste en belangrijkste die België ooit heeft voort­gebracht. Ze is het bewijs dat we toch niet in alles een failed state zijn.’ (D.M.)

Ook in kunstkringen bleef ze dus een zelfgekozen outsider. Een bannelinge. Een nomade. En zo heeft ze zich eigenlijk haar hele leven gevoeld. Akerman mag dan geboren en getogen zijn in Brussel, de stad waar haar moeder woonde en de stad die ook altijd een prominente rol in haar werk heeft gespeeld, van Saute ma ville tot haar testament No Home Movie. Sinds de vroege jaren zeventig verdeelde ze haar tijd tussen Brussel, Parijs, New York en Tel Aviv, waar ze vooral het jongste decennium alsmaar vaker kwam, op zoek naar haar Joodse roots. In al die plekken maakte ze films, documentaires, installaties en essays, desnoods met haar smartphone, zodat je met een beetje goede wil haar integrale oeuvre kunt beschouwen als één lange, onbestemde roadmovie, als een zwerftocht op zoek naar haar identiteit. Naar haar plek in de wereld, naar haar door de Holocaust getekende familiegeschiedenis, naar haar seksuele vrijheid en naar een eigen thuis.

Dat ze die nooit heeft gevonden – toch niet volgens haar beleving – en op 5 oktober besloot om die zoektocht definitief te staken, ergens in de buurt van Parijs, kwam voor velen als een shock. Toch was het bekend dat Akerman al een tijdje met depressieve buien kampte en kort voor haar dood ook was opgenomen in een kliniek in Parijs. Bovendien klonk ze in interviews soms opvallend somber, zonder daarbij de minzame, wat nerveuze glimlach die haar zo typeerde te verliezen. ‘Ik woon in een buurt met nogal wat migranten’, zei ze enkele jaren geleden al over het gespannen klimaat in Parijs, op een moment dat de banlieues in lichterlaaie stonden. ‘Ik begrijp de woede van die jongeren. Ze zitten opgesloten in hun wijk, hun afkomst en hun klasse, zonder vooruitzicht op een betere toekomst. Het is een vicieuze cirkel die me erg somber maakt. Ik zou graag zeggen dat het straks beter wordt, maar ik vrees dat het ergste nog moet komen.’

Helaas bleken het profetische woorden, zoals ze ook in haar werk vaak haar tijd vooruit was. Bovendien ebde haar vitalistische goesting om dat werk verder uit te breiden – onder het motto je crée donc je suis – steeds meer weg. Niet alleen omdat het lastiger werd om budgetten rond te krijgen of mensen voor haar cinema te enthousiasmeren. Vooral de dood van haar moeder Natalia vorig jaar, die Auschwitz had overleefd maar over die horror liever zweeg, viel haar loodzwaar. In de door Marianne Lambert geregisseerde documentaire I Don’t Belong Anywhere, die enkele dagen voor haar dood in première ging, biechtte ze op: ‘Mijn moeder heeft altijd een centrale rol gespeeld in wat ik doe en wat ik film. Dat besefte ik in de jaren zeventig al. Nu ze er niet meer is, ben ik bang dat ik niets meer te vertellen heb.’

Met die verpletterende woorden en haar wanhoopsdaad in het achterhoofd spreekt Akermans video-installatie Now boekdelen, zij het diep tragische. Het is een oerschreeuw in beeld en geluid die door hart en hoofd boort. En die vooral nog maar eens duidelijk maakt wat voor een originele, veelzijdige en authentieke kunstenaar Akerman wel was, een vrouw met een verhaal, een visie en een oeuvre dat nog generaties lang zal meegaan, ook wanneer de wereld allang tot een woestenij is verworden. Au revoir et merci, Chantal.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content