Is Alejandro González Iñárritu’s nieuwe film ‘Bardo’ het toppunt van zelfingenomenheid?
De reacties op zijn eerste film sinds prijsbeest The Revenant waren bepaald niet allemaal lovend. Maar Bardo gaat minder over regisseur Alejandro González Iñárritu zelf dan u zou denken.
Toen de Mexicaanse regisseur Alejandro González Iñárritu twee maanden geleden op het festival van Venetië zijn nieuwe film Bardo – False Chronicle of a Handful of Truths presenteerde, kreeg hij uit verschillende hoeken de wind van voren. Dat had niet eens te maken met de buitensporige speelduur (bijna 3 uur, al heeft hij er intussen twintig minuten uit geknipt). Zijn critici namen vooral aanstoot aan het concept van de film. Hoofdfiguur Silverio Gama is een succesvolle Mexicaanse cineast die al jaren met zijn gezin in LA woont. De link naar Iñárritu’s eigen leven was snel gelegd. Hij verhuisde met zijn familie naar de VS nadat zijn ouders allebei het slachtoffer van een gewelddadige overval waren geworden, en door de jaren is zijn populariteit enkel blijven stijgen. Elke film die hij maakte – al van zijn vroege werk Amores perros (2000), 21 Grams (2003) en Babel (2006) – leverde minstens één Oscarnominatie op, en voor zijn twee recentste, Birdman (2014) en The Revenant (2015), kreeg hij telkens de Oscar voor beste regisseur.
In Bardo keert Silverio terug naar Mexico City om gevierd te worden voor zijn carrière, en zijn herinneringen, verzuchtingen, dromen en hallucinaties beginnen in elkaar over te lopen. Wat volgt, is een deinend landschap van beschouwingen en bedenkingen, over je troebele identiteit als migrant, over de bedenkelijke identiteit van Mexico als natie en over de waarachtigheid van het geheugen. In Venetië deden nogal wat critici Bardo af als een visueel indrukwekkend maar oppervlakkig doorslagje van Fellini’s autobiografische fantasie 8 1/2, maar zo ziet Iñárritu het zelf niet. Hij haalt liever Jorge Luis Borges en Julio Cortázar aan als inspiratiebronnen. Die Argentijnse literaire legendes deden niets liever dan tijd, ruimte en verbeelding vermengen. Als zeventienjarige had Iñárritu posters van hen op zijn slaapkamer hangen. ‘Voor mij is die Latijns-Amerikaanse traditie de basis van Bardo’, legt hij uit. ‘Als Mexicaan heb ik het recht om daaraan bij te dragen.’
Hoe autobiografisch is Bardo?
Alejandro González Iñárritu: Een autobiografie van mij zou de saaiste film aller tijden geven. Bardo is opgebouwd uit herinneringen en anekdotes en ervaringen en gedachten en dromen en bespiegelingen en angsten. Ik noem het een metafysische pozole, een Mexicaanse soep met allerlei ingrediënten. En van die ingrediënten zijn de feiten het minst interessant. De emoties hebben veel meer waarde.
In de ondertitel heet je film wel een kroniek. Is een kroniek dan geen verhaal op basis van feiten?
Iñárritu: Misschien, maar die zijn niet altijd even betrouwbaar. En daar gaat het om. Bardo is niet de waarheid maar wel eerlijk en waarachtig. Dat geldt ook voor cinema in het algemeen. Cinema is een leugen. Je weet dat je kijkt naar iets wat verzonnen is, maar in het beste geval voel je dat er een kern van waarheid in zit. Onze levens zijn trouwens per definitie niet objectief waar. We zijn nooit zeker van onze ervaringen. We filteren alles wat we meemaken door onze kleine breinen en zenuwstelsels en overtuigingen. Dan zeggen we: ‘Dat is gebeurd’, maar als je vervolgens je broer ernaar vraagt, zal hij misschien een totaal andere versie vertellen.
In Mexico is het leven willekeurig en chaotisch, als guacamole. In de VS is het meer rechtlijnig en verticaal. Zoals frieten.
Tegelijk kun je niet ontkennen dat er in Bardo verwijzingen zijn naar je eigen leven. Hoofdacteur Daniel Giménez Cacho ziet er zelfs uit zoals jij, qua kapsel, kleding en lichaamsbouw.
Iñárritu: Je bent niet de eerste die dat opmerkt, maar het was totaal niet mijn bedoeling. Daniel heeft me ook nooit willen imiteren. Het is gewoon zo dat onze levens veel parallellen vertonen. We zijn van dezelfde generatie, we komen allebei uit Mexico City, we zijn allebei al lang getrouwd en hebben allebei een zoon en een dochter. Toen hij me dat vertelde, wist ik dat hij precies zou begrijpen wat ik met Bardo wilde vertellen. Zijn personage is een alter ego dat worstelt met gedachten die mij eigen zijn. Ik ken die figuur heel goed. Maar ik ben het niet.
Een andere link is dat het hoofdpersonage net zoals jij een kind verloren heeft aan wiegendood. Je verwijst ernaar in een intieme scène tussen Silverio en zijn vrouw, maar vreemd genoeg maak je er een komisch moment van.
Iñárritu: Anders had ik er niet over kunnen praten. Daarvoor is het te persoonlijk en te pijnlijk. Je leven verandert compleet als je een kind verliest. Plots besef je hoe broos alles is. Het is een wonde die met de tijd wel vervaagt maar nooit verdwijnt. Ik heb de dood van Luciano, onze zoon, intussen genoeg verwerkt om mijn gevoelens te kunnen delen. Maar dat had ik niet kunnen doen op een dramatische of melodramatische manier. De enige gezonde benadering is metaforisch, zoals in de film. Het gaat over je geest, hoe die je op de gekste momenten overvalt.
Je eerste drie films – Amores perros, 21 Grams en Babel – worden wel eens de ‘trilogie van de dood’ genoemd. Het thema van de dood zit echter in al je films, ook deze. Hoe komt het dat je daar telkens weer op terugkomt?
Iñárritu: Bij Bardo heeft het zeker te maken met mijn leeftijd. Volgend jaar word ik zestig. Maar als ik ergens over nadenk, hou ik er ook van om me het einde voor te stellen. Dat maakt de dingen helderder. Je ziet andere prioriteiten. Als je inziet dat dit leven maar tijdelijk is en snel voorbij zal zijn, krijgt het heden meer betekenis.
Zitten er elementen uit je jeugd in de film?
Iñárritu: Heel weinig, en daar is een goeie reden voor: ik herinner me er nauwelijks iets van, op een paar beelden en fragmenten na. Ik weet niet hoe dat komt. Ik benijd mensen die zich elk klein detail voor de geest kunnen halen en daarop een beeld van zichzelf kunnen bouwen. Het is pas de laatste vijfentwintig jaar dat ik meer inzicht krijg in wie ik ben.
Vijfentwintig jaar geleden was je Amores perros aan het voorbereiden. Zijn je films dan jouw geheugen?
Iñárritu: In zekere zin wel. Het is alsof ik sinds mijn eerste film een personage probeer te begrijpen dat ik nooit heb gekend. Mezelf dus.
Als tiener heb je twee jaar op internationale vrachtschepen gewerkt. Weet je nog wat je uit die ervaring hebt gehaald?
Iñárritu: Dat was een cruciale gebeurtenis in mijn leven. Ik was amper zestien toen ik voor het eerst met zo’n vrachtschip de Atlantische Oceaan overstak. We zijn eerst vanuit Veracruz naar Baton Rouge en Memphis in de VS gevaren en van daar ging het naar Barcelona. De tweede keer kwam ik uit in Bilbao en heb ik een jaar in Europa geleefd met duizend dollar op zak. Ik heb toen druiven geplukt in Spanje en ben naar Marokko geweest. Ik reisde rond zonder geld, sliep in parken en amuseerde me rot. Ik was nogal stuurloos als tiener, en die ervaring heeft me weer op het juiste pad gezet. Maar het belang van die reizen heb ik pas een jaar of vijf geleden beseft, toen iemand me erop wees dat al die plaatsen aan bod komen in mijn eerste films: Memphis in 21 Grams, Marokko in Babel en Barcelona in Biutiful (2010). Onbewust heb ik die boottocht een tweede keer afgelegd.
Je lijkt de laatste jaren voortdurend op zoek naar ideeën om de ervaring zo immersief mogelijk te maken. Birdman was ogenschijnlijk één take, The Revenant was extreem realistisch, Carne y arena (2017) was een virtual-realityinstallatie en in Bardo duw je de kijker de geest van het hoofdpersonage binnen. Is dat wat cinema aantrekkelijk maakt voor jou?
Iñárritu: Het was in elk geval een deel van de opzet bij mijn recentste films. Ik probeerde telkens mensen volledig onder te dompelen in de wereld van de film. Ik wilde zien in hoeverre en op welke manier ik ervoor kan zorgen dat het publiek emotioneel meegezogen wordt in het standpunt van het hoofdpersonage. Zelfs al is dat standpunt radicaal, zoals in Bardo.
Net zoals Silverio ben jij twintig jaar geleden van Mexico City naar Los Angeles verhuisd. Naar eigen zeggen had je moeite om je aan te passen aan de Amerikaanse mentaliteit. Waarom was dat precies?
Iñárritu: De Amerikaanse en de Mexicaanse cultuur verschillen enorm. Onze visie op het leven is totaal anders. We hebben andere ambities. Nochtans is de geschiedenis van beide landen sterk verbonden. We delen een grens van drieduizend kilometer, Amerika heeft ooit de helft van ons grondgebied gekocht en er wonen miljoenen Mexicanen in de Verenigde Staten. Maar het heeft even geduurd voor mijn gezin en ik ons konden integreren. Om te integreren moet je eerst desintegreren, bepaalde aspecten van jezelf opgeven en vervangen. Het is een transactie, en die valt niet altijd mee.
Weet je nog wat je in het begin het meest miste?
Iñárritu: De sociale interactie. In Mexico gaan we heel geïmproviseerd om met elkaar. Alles gebeurt op het gemak, zonder verplichtingen. In Californië, waar ik woon, moet je elke interactie inplannen en boeken. Dat vind ik nogal disfunctioneel. In Mexico is het sociale leven volledig willekeurig en chaotisch. Het is als guacamole, een bonte mengeling. In de VS is het leven meer rechtlijnig en verticaal. Zoals frieten. (lacht)
Bardo
Nu in de bioscoop, vanaf 16/12 op Netflix.
Alejandro González Iñárritu
Geboren in 1963 in Mexico City.
Maakt de middelbare school niet af. Na enkele jaren op een vrachtschip keert hij terug naar Mexico om communicatie te studeren.
Scoort in 2000 meteen met zijn regiedebuut Amores perros.
Zijn andere films zijn 21 Grams, Babel, Biutiful, Birdman en The Revenant.
Maakt in 2017 de VR-installatie Carne y arena, waarin je deel uitmaakt van een groep migranten, geleid door een coyote, die de grens naar de VS oversteken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier