In zijn film ‘Radio Metronom’ toont Alexandru Belc hoe je gearresteerd kon worden voor een vinylplaat

© National

In communistisch Roemenië kregen laatstejaars van het middelbaar de Securitate op hun dak als ze durfden te dansen op The Doors. Regisseur Alexandru Belc reconstrueert die jaren van benauwende onvrijheid in Radio Metronom.

De Roemeense Securitate ontbreekt zelden in rangschikkingen van meest gehate geheime overheidsapparaten. De staatsveiligheid van de communistische dictator Nicolae Ceausescu had dan ook een actieradius die je niet voor mogelijk houdt. Zo hield ze zich begin jaren zeventig bezig met laatstejaars middelbaar die wat chillen en dansen op Light My Fire van The Doors: bendevorming! The Doors tout court: mogelijk des duivels! Naar Radio Free Europe luisteren: verboden!

Het lijkt een indianenverhaal dat Alexandru Belc reconstrueert in zijn in Cannes bekroonde Radio Metronom. Maar hij putte inspiratie uit de gearchiveerde dossiers waarin de Securitate netjes bijhield welke scholieren en studenten zomaar van wat meer vrijheid en een kus van Jim Morrison durfden te dromen.

‘Ik viel regelmatig van mijn stoel tijdens het uitpluizen van die dossiers’, zegt de driftig rokende Roemeense regisseur. ‘Zoveel jonge levens zijn destijds geruïneerd of beknot door pietluttigheden en banaliteiten die extreem werden opgeblazen. Je kon je toekomst hypothekeren door een verboden plaat door te geven.’

Belc vertelt over een speciale afdeling van de Securitate die de jeugd bespioneerde. ‘Ze hadden de tijd en het personeel om in elke stad de jongeren op te jagen. Voor het minste werd een dossier opgestart. Duizenden en duizenden pagina’s zijn zo vol geschreven. Een briefje met de gastenlijst voor een feestje doorgeven in de klas, is ooit als bendevorming beschouwd. Die leerlingen zijn van school gestuurd. Van de pot gerukt, maar zo ging het eraan toe.’ Vlak voor de universiteitsjaren eens uittesten wie met wat fysieke, verbale en psychologische agressie te overtuigen viel tot klikken en vrienden verraden, vond de Securitate namelijk voorzienig.

De regisseur, dol op research, zocht verschillende getuigen op. ‘Ik sprak uren met een man die als student een wedstrijd van Radio Free Europe had gewonnen. De Securitate onderschepte de beloning: enkele vinylplaten. Ze waren ervan overtuigd dat de nummers subliminale informatie bevatten en huurden iemand in om de Engelse lyrics te vertalen. Toen zijn ouders niet thuis waren, werd de man als eerstejaarsstudent opgepakt en dagenlang ondervraagd. De Securitate weigerde te geloven dat het enkel om muziek ging. Er moest wat aan de hand zijn. Uiteindelijk wilden ze hem vernederen door hem publiekelijk te laten veroordelen door een raad van studenten, proffen, ouders, inspecteurs en politiemannen. Maar die stond aan zijn kant en hij werd niet van de unief gegooid. In zijn geval liep het dus nog goed af. Maar niet iedereen had dat geluk.’

Radio Free Europe

Belc was zelf negen toen in december 1989 de Roemeense Revolutie uitbrak en tv-beelden van de executie van Ceausescu en zijn echtgenote Elena de wereld rondgingen. ‘Ik heb negen jaar communisme meegemaakt. Net genoeg om me er een beeld van te kunnen vormen en net te weinig om nog gekneed te zijn door het systeem. Mijn moeder was een leerkracht, mijn vader werkte in een grote fabriek. Ze waren relatief conformistisch: ze deden er alles aan om de aandacht niet te trekken. Alles gebeurde achter gesloten deuren. Ze hadden wel vrienden en tijdens de thee kon er al eens een politieke discussie oplaaien maar zelfs dan letten ze op hun woorden. Je kon niet voorzichtig genoeg zijn.’

Aanvankelijk wilde Belc een documentaire maken over de generatie van zijn ouders, die na de vele revoluties van 1968 naar vrijheid snakte maar die niet kreeg. Als grote muziekliefhebber overwoog hij een focus op Radio Free Europe. ‘Een verboden radiozender die zich vanuit München richtte tot de inwoners van Polen, Hongarije, Bulgarije, Tsjecho-Slowakije en Roemenië. De radio was het alternatief voor de propaganda van de nationale zenders en bijgevolg een vijand van de staat. Een van de populairste programma’s heette Metronom. De communistische staatszenders beperkten zich tot folkmuziek. Naar Metronom luisteren was de enige manier om goeie, veelal westerse nummers te horen. Wie durfde, noteerde de namen van de artiesten en vroeg mensen in het buitenland om de vinylplaat op te sturen. Lukte dat, dan moest je hopen dat je niet werd gearresteerd voor die vinylplaat.’

© National

Metronom werd gepresenteerd door Cornel Chiriac. ‘Een icoon voor de jongeren en een nachtmerrie voor het regime. Toen hij nog voor de nationale Roemeense zenders werkte, was hij al een non-conformist. Hij smokkelde The Beatles in de uitzending door de tape in een cassette met een andere naam op te steken en zo de censor te misleiden. In 1975 is hij in München vermoord (door de toen zeventienjarige Mario Gropp, maar in Roemenië werd gedacht aan een politieke moord door de Securitate, nvdr.). We weten daar helaas nog steeds het fijne niet van. Omdat de schutter nog leeft, is het dossier nog niet vrijgegeven.’

Light My Fire

Omdat er amper archiefbeelden van die jaren bestaan, vond de 42-jarige Roemeen een fictiefilm uiteindelijk een verstandiger keuze dan een documentaire. ‘Ik vond het wel niet makkelijk om alle verhalen en getuigenissen in een origineel, coherent en meeslepend verhaal te gieten. Het leek me best om een klein maar specifiek verhaal te vertellen en toen herinnerde ik me een oud idee voor een coming-of-agefilm over een jonge vrouw die verliefd is op een jongeman die op het punt staat te vluchten.’

Maar zelfs een reconstructie van het Boekarest van de jaren zeventig bleek niet eenvoudig. ‘Zoals gezegd, mensen maakten geen foto’s of filmpjes en de staatszenders hielden het op propaganda. Gelukkig vond ik archiefbeelden bij een Frans mediabedrijf met een fascinatie voor het Roemeense model van socialisme. Boekarest is de voorbije jaren bovendien enórm veranderd. Al die nieuwe gebouwen, miljoenen auto’s – volgens mij heeft elk Roemeens gezin er drie of vier –, al die graffiti! Een vintage film met een retrovibe is een nachtmerrie als je geen geld hebt. We hebben de problemen deels omzeild door de overbekende socialistische architectuur te vermijden en vooral te filmen in de oude appartementen van het oude Boekarest.’

Het gebruik van Light My Fire van The Doors betekende ook een flinke hap uit het budget. ‘Maar het móést Light My Fire zijn. Enerzijds omdat ik de hele scène had geritmeerd op die muziek en het nummer integraal gebruik. Anderzijds omdat het destijds een notoir moeilijk op de kop te tikken nummer was. Er werd veel over gesproken maar je hoorde het bijna nooit. The Beatles, Led Zeppelin en tutti quanti waren ook geliefd. Maar The Doors waren speciaal. Voor jonge Roemenen in de seventies was Jim Morrison het icoon, een symbool van jeugd, rebellie en vrijheid. Aan Kozmic Blues van Janis Joplin heb ik nog even getwijfeld. Was dat niet te direct, te melig? Maar dat nummer raakt mij. Die nummers vervolledigen de schets van een tijdperk. En de muziek is hopelijk ook een brug naar de jongeren van vandaag.’

Radio Metronom

Vanaf 15.02 in de bioscoop.

Alexandru Belc

Geboren op 26 juli 1980 in Brasov.

Doet ervaring op op de sets van 4 Months, 3 Weeks and 2 Days en Police, Adjective.

Debuteert zelf in 2012 met 8th of March, een documentaire waarin vrouwen getuigen over hun jeugd in het communistische tijdperk.

Wint in Cannes de Un Certain Regard-prijs voor beste regie met zijn fictiedebuut Radio Metronom.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content