‘Girl’-regisseur Lukas Dhont: ‘Waarom zou enkel een transgender een transgender kunnen spelen?’
Regisseur Lukas Dhont heeft zijn entree niet gemist. Zijn ontroerende langspeeldebuut Girl reeg de prijzen aaneen in Cannes, werd verkocht aan Netflix en zet deze zomer zijn zegetocht gewoon voort langs de internationale filmfestivals. ‘Ik geloof in de kracht van koppigheid.’
‘Zeven dagen. En geen woord over Girl. Dat is de deal. Mijn vrienden zijn het allemaal zo beu als koude pap.’
Wanneer we Lukas Dhont spreken, staan de koffers al gepakt in zijn statige Gentse appartement. Vanavond knijpt hij er een week tussenuit. Een privéreisje, voor het mediacircus en de internationale filmfestivalzomer zich opnieuw op gang trekken, na zijn triomftocht op de Croisette. Caméra d’Or voor beste regiedebuut, een Queer Palm en de prijs van de internationale filmcritici. Hoofdrolspeler Victor Polster werd dan weer bekroond met de prijs voor beste acteerprestatie in de Un certain regard-competitie. In juli deed het filmfestival van Odessa hetzelfde voor zijn ingetogen vertolking van Lara, een transgendermeisje dat een carrière als ballerina ambieert, terwijl Dhont tezelfdertijd in het Servische Palic de Gouden Toren in ontvangst mocht nemen. En er is weinig reden om aan te nemen dat de prijzenregen voor Girl, waarvan Netflix ondertussen ook de rechten voor Noord- en Zuid-Amerika kocht, een dezer snel zal ophouden.
Men gaat er gemakshalve van uit dat ik wel homoseksueel móét zijn om een film als Girl te maken.
Girl is dan ook een dijk van een debuut. Geen filmische dreun, maar eerder een herinnering aan hoe je lang genoeg zachtjes op één plek kunt tikken en ’s ochtends net zo goed wakker kunt worden met een blauwe plek. Opmerkelijk toegankelijk bovendien, voor een breed publiek dat doorgaans niet maalt om trans-sores en grands écarts. Dhont kijkt verguld wanneer we dat laatste hardop zeggen. En grinnikt. ‘Ik herinner me de opluchting op mijn vaders gezicht toen hij na de première oprecht kon zeggen dat hij het goed vond. Hij was daar vooraf extreem gestresseerd over geweest: hij was ervan overtuigd dat het geen film voor hem zou zijn. Ik wilde de struggle van Lara overbrengen, maar de focus ligt niet uitsluitend op de transgenderthematiek. Ze is een adolescente, een dochter, een zus… Iedereen kan raakvlakken vinden. Het grootste cadeau dat Cannes me heeft gegeven, is misschien wel dat nu veel meer mensen zullen snappen dat het niet louter een film over een transgender is.’
***
‘Da’s makkelijk. Bij de première in Cannes. Die prijzen waren fantastisch, maar ik teer toch vooral op de reactie van het publiek na de eerste vertoning. Op dat moment zag ik dat het abstracte, ontastbare ding waar ik vier jaar van mijn leven in heb gestopt, ook het effect losweekte dat ik wilde.’
We gaan op een drafje eerst door de lijst met korte vragen. ‘Wanneer heb je voor het laatst gehuild?’ is uiteraard een binnenkoppertje. Samen met Lukas hield ook het gros van het publiek het niet droog, lazen we achteraf. Opmerkelijk, want de film mikt nooit expliciet op de traanklieren. ‘ Girl is zeker niet doelbewust sentimenteel’, beaamt hij. ‘Als je mensen per se wil laten huilen, duw je als filmmaker op alle knoppen tegelijk. Maar dat levert zelden echt interessante cinema op. Een sprakeloos publiek, daar wil ik voor tekenen. Een publiek dat na honderd minuten in Lara’s hoofd beter begrijpt wat het is om tussen de plooien te vallen in een wereld waar lichaam en gender onlosmakelijk verbonden zijn.’
Hij bedenkt zich. ‘Wacht, ik heb recent nog gehuild bij Love, Simon van Greg Berlanti, over een homoseksuele highschooljongen en zijn zoektocht naar romantiek. Geen grote cinema, maar wel een van de eerste Amerikaanse studiofilms die met zo’n personage aan de slag gaat, en dat bovendien met zoveel liefde in beeld brengt. Een mijlpaal. Eindelijk komen we in een samenleving waar dit een evidentie is, en dat idee ontroerde me. Fameus gebleit, hoor. Shit, waarom vertel ik dit? Daar gaat mijn imago. (lacht) Bottomline: ik wilde dat ik zulke films had kunnen zien op mijn achttiende. Misschien had ik er dan zelf veel vroeger over durven te praten.’
Dat kon je nog niet op je achttiende?
Lukas Dhont: Uiteraard niet. Ik was net afgestudeerd aan Sint-Bavo, als jou dat wat zegt.
Strenge Gentse humaniora, groene uniformpjes en – start omineus muziekje – zuster Monica Van Kerrebroeck.
Dhont: Sint-Bavo was niet de omgeving waarin je jezelf even bloot wilde geven. Dat uniform is een vrij goede metafoor: je moest er vooral niet aan denken uit de pas te lopen. Die school heeft me discipline en doorzettingsvermogen bijgebracht, maar heeft er ook voor gezorgd dat ik maar heel laat in het reine kon komen met het idee dat ik níét uniform was. Het heeft daarna nog jaren geduurd voor ik echt openlijk voor mijn geaardheid uitkwam.
Geen wonder dat het verhaal van Nora Monsecour, de transgender waarop Girl geïnspireerd is, indruk maakte op je achttiende.
Dhont: Ze was een persoonlijke heldin. Zij had op haar vijftiende al besloten dat ze in een nog veel uniformere balletomgeving helemaal zichzelf zou zijn. ‘Jullie zien het misschien niet zo, maar ik ben een meisje en ik wil ballerina worden. Hou me maar eens tegen.’ Daarna heeft het verhaal zeven jaar in mijn hoofd geprutteld, tot ik met mijn eerste versie naar Angelo Tijssens gestapt ben en we drie jaar aan een nieuwe versie hebben gewerkt. (denkt na) Al staat Girl eigenlijk nog altijd heel ver van het scenario. Zo werk ik niet. We creëren een omgeving voor de acteurs, maar ik geef hun geen letterlijke dialogen mee. Een scenario is hooguit een ruwe handleiding en wij zijn eerder een docuteam dat binnendringt op een fictieset en daarna samen met de acteurs de scene ontwikkelt. Als dat steek houdt, tenminste.
Opvallende vaststelling: dat je op mannen valt, wordt zelden tot nooit aangeraakt in buitenlandse interviews. Mis ik ergens een etiquetteregel?
Dhont: Men gaat er blijkbaar gemakshalve van uit dat ik wel homoseksueel móét zijn om een film als Girl te maken. (lachje)
Terwijl het behoorlijk relevant lijkt in een gesprek met een regisseur die vol voor de genderthemathiek kiest.
Dhont: Is dat het enige aspect van mijn persoonlijkheid of werk? Nee. Heb ik zin om het over mijn geaardheid te hebben? Al helemaal niet. Maar het doet er inderdaad toe. En in tegenstelling tot een paar jaar terug kan en wil ik er vandaag ook over praten. Omdat de achttienjarige Lukas heel graag interviews had gelezen waarin iemand hem zei: ‘Ooit zal het oké zijn en zul je er vrijuit over kunnen praten.’ Fuck, ik word weer prekerig.
Ik was een zeer vrouwelijke jongen. Ik wilde geen Dikke Bertha spelen bij de scouts. Ik wilde acteren, zingen en dansen op Destiny’s Child.
Die fascinatie is naar verluidt al vrij vroeg ontstaan.
Dhont: Ik was een zeer vrouwelijke jongen. Ik wilde geen Dikke Bertha spelen bij de scouts, ik wilde acteren, zingen en dansen op Destiny’s Child. Niemand die daar écht een probleem van maakte, maar men liet me wel voelen: dit is afwijkend. En ik zag zelf ook wel dat het leven van de jongens rondom mij die wel aan de minimale mannelijke criteria voldeden, veel vlotter liep. Tegen de tijd dat ik naar het middelbaar ging, heb ik dan maar dat deel van mezelf verloochend. Dat is niet eens zo dramatisch als het klinkt, hoor. Gewoon een deel van opgroeien. Sindsdien is de verhouding tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid in één persoon wel een belangrijk dingetje voor me geworden. Zelf heb ik veel te laat beseft dat we beide kanten moeten durven toe te laten, maar ik hoop dat wie jonger is dan ik daar minder moeite mee zal hebben. (denkt na) Het gaat wel de goede richting uit. Kijk bijvoorbeeld naar Troye Sivan (Zuid-Afrikaans popidool en acteur, nvdr.). Een jonge kerel die echt elke vorm van vrouwelijkheid uitspeelt. Mensen zijn daar vandaag wild van. Had ik destijds maar zulke voorbeelden.
***
‘We hebben meer dan een jaar gecast’, vertelt Dhont. ‘Een non-binaire casting. Maar na vijfhonderd jongeren te hebben gezien hadden we onze Lara nog niet. Waar ik ook voor gevreesd had: de vijftienjarigen die op niveau dansen, subtiel acteren én op een zeer complexe manier de transidentiteit kunnen vertegenwoordigen liggen niet voor het oprapen.’ Pas tijdens de danscastings met Sidi Larbi Cherkaoui stak Victor Polster, een toen veertienjarige danser bij het Ballet van Vlaanderen, zijn engelachtige, androgyne hoofd door de deur. ‘En ik was meteen overtuigd. Maar ik heb ook een obsessief kantje. Dus heb ik van zijn foto mijn desktopachtergrond gemaakt. Ik dacht: als ik elke dag naar zijn hoofd staar, en het blijft me over een paar maanden nog altijd boeien, dat weet ik hélemaal zeker dat het goed zit.’ (lacht)
Polster wist toen nog niet waarvoor hij auditie gedaan had.
Dhont: Hij wist dat het om een film ging waarin hij zou moeten dansen en acteren, maar niet dat hij eventueel een transgendermeisje zou moeten spelen.
Zag hij – een puberende jongen van veertien – dat meteen zitten?
Dhont: Victor was toen al zeer matuur. Moet ook wel, want we vroegen veel van hem. Het ligt nu eenmaal niet voor de hand om als opgroeiende jongen in volle puberteit even naakt te gaan voor een film, of een meisje te spelen. Hij is fysiek ook heel diep moeten gaan. Ik heb zelf één keer pointes aangetrokken om goed te beseffen wat ik hem aandeed. (droog) Dat bleek dus waanzinnig pijnlijk te zijn. En dan had ik nog al mijn teennagels.
In tegenstelling tot?
Dhont: Victor. Zijn nagels waren uitgevallen door de zware trainingen in de maanden voor de opnames. Hij heeft wel een dansopleiding gevolgd, maar pointes worden enkel door ballerina’s gedragen. En eigenlijk moet je daar jaren op oefenen. (denkt na) Wat ik ook onderschat had: je kunt een danser blijkbaar heel moeilijk vragen om iets slécht uit te voeren. Lara mocht ook niet té perfect dansen, maar dat heb ik Victor met handen en voeten moeten uitleggen. (lacht) Dat hij een transmeisje zou spelen, is nooit een issue geweest, dat hij af en toe moest falen als danser wél.
Scarlett Johansson paste vorige maand uiteindelijk voor een rol als transman in Rub & Tug, na het uitbreken van een proverbiale shitstorm. Opmerkelijk genoeg is er bijna niemand over gevallen dat Lara niet door een transgender werd gespeeld.
Dhont: Het heeft ongetwijfeld geholpen dat Victor meteen raving reviews kreeg. En dat Cannes ook geen Oscarrace is. Maar IndieWire kon het bijvoorbeeld niet laten om in een zeer glimmende recensie om de haverklap de bedenking te maken of dat wel oké was. ‘Ik vind Girl heel straf, maar wil tegelijk ook tonen hoe woke ik ben’, dat sentiment. Verontwaardiging om de verontwaardiging vind ik zeer irritant. Beledigend zelfs.
Snap ik dat er een discussie leeft over hoe transgenderacteurs in Hollywood niet aan de bak komen, hoewel er ongetwijfeld rollen voor hen zijn? Ja. Snap ik dat iedereen op de achterste poten gaat staan omdat een cisgender een transgender speelt? Nee. Acteren is de kunst van de empathie. Alsof enkel een transgender een transgenderrol kan spelen. Een hetero kan toch ook perfect een homoseksueel spelen? Eerlijk gezegd snap ik het probleem niet. Eén transgendermeisje stuurde me een strijdvaardig berichtje: ‘Heb je zelfs maar transgenders overwogen voor de rol van Lara?’ ‘Tuurlijk’, heb ik haar geantwoord. ‘Maar dat is de verkeerde vraag. De juiste is: is Girl een complexe en correcte weergave van jouw identiteit of een karikatuur?’ Dat kon ze niet zeggen, want ze had de film nog niet gezien. (lachje) Niet dat het haar heeft tegengehouden om een kwade recensie te schrijven.
Dankzij die deal met Netflix bereik ik veel meer mensen, onder wie ook pakweg een transman in Texas die misschien nooit de zaal zou durven binnen te gaan.
In Cannes en Odessa werd Polster gelauwerd voor zijn acteerprestatie. Twee genderloze prijzen. Stel dat hij in 2019 de Ensor wint voor beste acteur, ga jij je dan kwaad maken?
Dhont: Ik word niet zo makkelijk kwaad. Ik heb wel overwogen om contact op te nemen met Peter Craeymeersch (artistiek directeur Filmfestival Oostende, nvdr.) en te pleiten voor de categorie beste performance, maar uiteindelijk moet die beslissing van hen komen. Ze hebben internationale voorbeelden, de rest is aan hen. We splitsen de prijzen voor regisseurs of componisten ook niet op volgens geslacht, dus waarom wel voor acteurs en actrices? (denkt na) Ik zal er ook niet elke nacht mijn slaap voor laten, maar er zijn driehonderdduizend Belgen voor wie zo’n opdeling wél een issue is. En het onderscheid man/vrouw zorgt vaak voor meer problemen dan het waard is, dus laten we dat – op lange termijn – gewoon afbouwen. De creatieve sector kan daarin een voortrekkersrol spelen.
Het is geen eerlijke vraag, maar kom: hoe zie jij die non-binaire utopie dan precies?
Dhont: Geen idee. Ik ben de moeder Teresa van de transgenders niet, maar we kunnen toch streven naar een wereld waarin we ons allemaal comfortabel voelen? En ik snap het wel: gewoontes, tradities en sociale contracten zijn er om ons het leven makkelijker te maken. Als je daaraan gaat morrelen, worden mensen kwaad, omdat hun leven tijdelijk een tikje ingewikkelder wordt. Maar daarom moet je je nog niet neerleggen bij de status quo.
Mijn cynischere kant had soms moeite met Mathias, Arieh Worthalters vaderfiguur die echt overloopt van begrip, liefde en aanvaarding. Is het niet vaker – in het beste geval – een verhaal van samen zoeken, stuntelen en gedogen?
Dhont:(knikt) Mathias is zeer bewust te goed voor deze wereld geschreven: hij moest een voorbeeld van onvoorwaardelijke liefde zijn. Ik zeg niet dat zoiets onrealistisch is – de ouders van Nora Monsecour zijn daar het levende bewijs van – maar het loopt wel vaak heel anders. Er zijn er genoeg die elke vorm van steun moeten missen. Niet dat er noodzakelijk een correlatie is, maar begin dit jaar zijn in Vlaanderen alweer vier transgenders uit het leven gestapt, hè. Hopelijk kan Mathias voor sommigen een voorbeeld zijn.
Je ziet dat ondertussen steeds meer in lgbt-films: de personages om hen heen hebben steeds minder problemen met de identiteit van de hoofdrolspeler. Denk maar aan de vader in Call Me by Your Name. Dat lijkt me ook de juiste, volgende stap in cinema. Anderzijds, positiviteit is één ding, maar laten we niet vergeten om af en toe ook nog het geweld en misprijzen te tonen, want het is heus nog niet verdwenen. Als ik de krant lees, voel ik nog altijd de angst tegenover mensen met een andere geaardheid. En toen ik met mijn ex-partner in Brussel rondliep, heb ik zelf ook genoeg ondervonden hoe homohaat eruitziet. Blijkbaar moet het daar dus af en toe nog over gaan.
***
‘Mijn moeder zette spuiten terwijl ik naast haar in de zetel films keek. Zo is mijn liefde voor cinema ontstaan.’ Dhont oefent zijn droefste blik, terwijl imaginaire violen aanzwellen. ‘Wat denk je?’
‘Ik zou er nog even aan werken. Maar de fond is goed, Amerikanen houden van een goed huilverhaal.’
‘En ondanks alle tegenslagen heeft hij het toch maar gemaakt. Vintage American dream.’ Dhont lacht. Iets met het vel van de beer, maar in afwachting van een eventuele Oscarcampagne kan het nooit kwaad om al even de gepimpte perspitch te oefenen. ‘Alleen was mijn echte jeugd lang niet zo opzienbarend. Sterker nog, mijn ouders zijn zulke lieve, warmhartige mensen dat die waarschijnlijk zelfs in dat verhaal zouden meegaan, mocht dat mijn carrière vooruithelpen.’ (lacht)
Wat is het echte verhaal? Sinds wanneer ben je aan film verslingerd?
Dhont: Op mijn zesde maakte ik mijn eerste filmpjes. Het is te zeggen, ik liep met een camera door het huis en deed alsof ik filmde. Ik herinner me ook nog goed hoe mijn moeder datzelfde jaar Titanic in de bioscoop had gezien, en hoe die film haar echt geraakt had. Toen besefte ik dat cinema blijkbaar iets kon losweken. Dat wilde ik ook kunnen.
Op je zesde?
Dhont: Ja. Wat? Is dat vreemd? Ik had gewoon heel snel door wat ik later wilde doen, en heb alles op alles gezet om zover te komen.
Jouw broer Michiel studeerde vorig jaar ook af aan het KASK en kreeg een VAF Wildcard voor zijn afstudeerproject Poor Kids, over een schipperskind op internaat. Jij maakte in je laatste jaar de docu Huid van glas, over een schippersinternaat. Jullie ouders moeten wel op de lange vaart zitten?
Dhont: O nee. Mijn moeder geeft Mode aan Sint-Lukas, mijn vader runt een staalbedrijf. Met Huid van glas wilde ik kinderen documenteren in een omgeving weg van hun familie, en hoe ze die familiale band bij elkaar gaan zoeken. En ook Michiels film gaat voor mij niet over een schippersinternaat, maar over een zoektocht naar intimiteit, naar een thuis. En dát is wel een belangrijk thema voor ons allebei. Niet dat we geen thuis hadden, maar we delen bepaalde struggles. Wij hebben allebei het gevoel gehad dat we nergens écht thuishoorden. Ik prijs me heel gelukkig met mijn ouders, maar aangezien ik nooit echt eerlijk kon zijn over mijn geaardheid, is er destijds wel een soort afstand ontstaan.
Nagenoeg elke docu of kortfilm die je voor Girl afleverde, viel wel ergens in de prijzen. Ben jij door de opleiding gefietst?
Dhont: Sommige mensen zullen dat waarschijnlijk wel zeggen, ja.
Lukas Dhont
Naam: Lukas Dhont
Geboren in 1991 in Gent.
Doet zijn ding als regisseur en scenarist.
Bekend van: de kortfilms Corps perdu (2012), Huid van glas (2012), L’infini (2014, juryprijs beste Belgische kortfilm) en de langspeelfilm Girl (2018, Caméra d’Or, Queer Palm, Prix FIPRESCI).
Ben jij een van die mensen?
Dhont:(grinnikt) Misschien wel. Aan het KASK heb ik vooral mijn taal gevonden. Voor mijn achttiende keek ik uitsluitend naar Amerikaanse films, zij hebben me geleerd dat er daarbuiten ook nog iets bestond. Die clash was interessant. Ik ben opgegroeid met Hollywood maar volwassen geworden met Europese cinema, wat misschien wel verklaart waarom ik me vandaag ergens tussen arthouse en commercieel probeer te bewegen.
Wat voor filmpjes maakte je voor je aan het KASK ging studeren?
Dhont: Verschrikkelijke cheesy shit. Meisjes die in bossen voor hun leven moeten rennen, onheilspellende riedeltjes eroverheen, nepbloed… Ik was een slasherfreak. Die body horror zit nog steeds in mijn werk, zij het ondertussen op een veel poëtischer manier. Tot mijn achttiende was alles vooral zeer grotesk, puberaal en mateloos. Nul subtiliteit. Je jaagt hopeloos de impact na die een of andere film op jou heeft gehad, maar je hebt nog niet de kennis om dat op een complexe manier te doen. Een van die films heb ik uiteindelijk ook als toegangsproef voor het KASK gebruikt, en ik snap nog altijd niet waarom ze mij toch hebben toegelaten. Het moet mijn kinderlijke enthousiasme geweest zijn. (lacht)
Het kan ook jeugdige branie zijn. Op je eenentwintigste pitchte je het idee voor Girl al aan de uiteindelijke producent Dirk Impens.
Dhont: (lacht) Ik ben nogal zelfverzekerd, op professioneel vlak. Dat kan misschien zelfs verward worden met arrogantie. Anderzijds, je hebt een arrogant kantje nodig om een team te leiden en zaken te laten opschieten. Of om te zeggen dat deze film in de bioscoop móét komen, en niet op tv.
Hoe hard wringt het dan dat Noord- en Zuid-Amerikanen Girl door die Netflixdeal op een laptopscherm zullen bekijken?
Dhont: Ik wil volledige aandacht en volledige impact. Girl moet een sensorische ervaring zijn, en dat mis je als je de film op een laptop meepikt met een half oog op je smartphone. Anderzijds bereik ik op deze manier veel meer mensen, onder wie ook pakweg een transvrouw in een Peruviaans gehucht of een transman in Texas die misschien nooit de zaal zou durven binnen te stappen. Om maar te zeggen: ik lig er al bij al niet echt van wakker.
Dirk Impens produceerde alles van Felix Van Groeningen. Hij ziet gelijkenissen tussen jullie beiden, vooral qua koppigheid. Akkoord?
Dhont: Hij heeft gelijk, hoor. Al ben ik zo extreem koppig dat het vanuit mijn perspectief nog wel meevalt bij Felix. (lacht) Ik geloof enorm in de kracht van koppigheid. Je móét die eigenschap hebben, anders doe je toegevingen die je achteraf zullen doodongelukkig maken.
Ter illustratie: had Gilles Coulier het been niet stijf gehouden, en uiteindelijk geen eigen productiehuis opgericht, was Cargo geen film over drie vissersbroers geworden maar over drie truckers. Dat was althans het voorstel van Impens, die een lowbudgetfilm voor ogen had.
Dhont: En Gilles had gelijk om voet bij stuk te houden. Kijk, ik weet ondertussen dat er altijd te weinig geld is, maar Dirk heeft me op creatief vlak altijd mijn ding laten doen. Al weet ik niet of het voorstel om van Lara een petanquespeelster te maken om de productiekost wat te drukken heel goed was gevallen. (lacht)
Girl
Gaat op 9/10 in première op het Film Fest Gent en loopt vanaf 17/10 in de Belgische zalen .
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier