Benedict Cumberbatch sluipt het briljante brein van de homoseksuele codekraker Alan Turing binnen in de oerklassieke biopic The Imitation Game.
The Imitation Game
Morten Tyldum met Benedict Cumberbatch, Keira Knightley, Matthew Goode
‘And the Oscar goes to…’ Het zijn vijf vulgaire woorden waar producenten in Hollywood graag hun eigen moeder voor zouden verkopen. Maar in het geval van The Imitation Game – een van de grootste kanshebbers op het felbegeerde gouden postuurtje dit jaar – volstond het om met haast dogmatische precisie de succesformule van de prestige-biopic toe te passen.
Onderwerp van deze oerklassiek gesneden en op feiten gebaseerde (anti)heldenhommage is de Britse wiskundige en cryptoloog Alan Turing (1912-1954). Die hielp tijdens de Tweede Wereldoorlog mee de Enigma-code van de nazi’s te kraken en leverde daarmee een cruciale bijdrage aan de overwinning van de geallieerden.
Het was een intellectuele tour de force die Turing aanvankelijk de status van oorlogsheld opleverde, tot hij in 1952 werd veroordeeld wegens homoseksuele betrekkingen – die waren tot 1967 bij wet verboden in Groot-Brittannië. Uiteindelijk werd de geniale wiskundige zelfs verplicht zich chemisch te laten castreren, wat leidde tot zijn vermoedelijke zelfmoord in 1954, waarbij een dodelijke dosis cyanide in zijn lijf werd aangetroffen.
Laatstgenoemde feiten krijgt u in The Imitation Game evenwel slechts mee in de pancartes op het einde. In de film wordt vooral gefocust op Turings exploten tijdens de Tweede Wereldoorlog, en zie je hoe de wetenschapper, neergezet door Benedict Cumberbatch, samen met enkele collega-bollebozen een decodeermachine ineenknutselt en hoe hij zowel intern als extern de nodige tegenkanting krijgt omdat het toestel niet meteen resultaten oplevert. Ondertussen krijgt u ook te zien hoe hij langzaam valt voor de charmes van de enige vrouw binnen het team (Keira Knightley) en zich zelfs met haar verlooft, hoewel ze van diens seksuele geaardheid op de hoogte is.
Het resultaat is een secuur gepolijste hagiografie die als entertainende spionagethriller én als liefdesdrama wordt verpakt, kwestie van de wetenschappelijke achtergrond en de getroebleerde-gaythematiek er makkelijker bij het doelpubliek in te lepelen. Of af te zwakken en om te buigen, als je van kwade wil bent en de feiten checkt. Dat Turing wist wie de sovjetspion binnen zijn team was, zoals de film suggereert, blijkt namelijk volledig van de hollywoodiaanse pot gerukt, terwijl ook de detective die hem na de oorlog arresteert een volkomen fictief personage is.
Ondanks zijn keurige historische vernislaag kun je deze subgenregenoot van Oscarwinnaars als A Beautiful Mind (2001) en The King’s Speech (2010) niet waarheidsgetrouw noemen. Maar het is natuurlijk geen documentaire, laat staan het soort cinema dat het van originaliteit of innovatie moet hebben. In zijn eerste Engelstalige klus trekt regisseur Morten Tyldum, die in 2012 de Noorse kaskraker Headhunters afleverde, resoluut de kaart van het serieuzere entertainment. Dat doet hij weliswaar met het nodige oldschoolvakmanschap, inclusief fraaie plaatjes, en dito muziek van de alomtegenwoordige Alexandre Desplat, maar ook op zo’n zelfbewuste en Oscargeile manier dat je nooit echt de indruk hebt dat hij Turings chaotische innerlijke code volledig weet te kraken.
Eindbilan: degelijke en efficiënte maar conventionele stiff upper lip-cinema in een suspensejasje en met een goede Cumberbatch, die Turing neerzet als een koppige, wat asociale en autistische, maar goedhartige en moreel bewuste held tegen wil en dank, én tegen zichzelf. Bereid alvast maar je Oscarspeech voor, Benedict.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier