We lijken het feesten een beetje verleerd, maar daar hoopt Froukje verandering in te brengen
Froukje schreef de Nederlandstalige soundtrack van 2020 én die van 2021. Maar ze wacht nog steeds op haar eerste festivalzomer zonder beperkingen. Wij gingen ons samen met haar warmlopen in Gent.
‘Handen omhoog.
En naar beneden.
Schouders naar voren.
Met de ellebogen.
Met de heupen.
Succes!
Yes, yes, yes. God bless!’
Eind april 2022. Terwijl supportact Charlot zachtjesaan afrondt in de Balzaal van de Vooruit/Viernulvier, houden Froukje en haar band backstage gauw nog een ‘yoga-en-yellmomentje’. Hadden we een origineler strijdkreet verwacht van de vrouw die doorgaans schildert met fijne zinnetjes als ‘Ik zit in de meterkast, ik wou kijken of het past en het past’ en ‘ik dacht als ik je aanraak, kan ik je vast wel lijmen’? Misschien. Maar hij die niet jarenlang een korfbalplein op stoof na een bezopen haka à la ‘Let’s go, Geronimo’ werpe vooral de eerste steen.
De elektropopprinses jut haar goeddeels jong en vrouwelijk publiek meteen op met Groter dan ik, haar debuutsingle. Eind 2019 nog gewoon een eindejaarsopdracht voor de Rotterdamse hogeschool Codarts, geïnspireerd door de bosbranden in Australië, enkele maanden later plots de Nederlandstalige soundtrack van de pandemie. In 2021 deed ze hetzelfde met de escapistische knaldrangbanger Ik wil dansen, door VPRO’s 3voor12 niet onterecht uitgeroepen tot song van het jaar. Het maakte van haar de jongste laureate sinds Jacqueline Govaert en Krezip met I Would Stay in 2000. Eind maart van dit jaar is haar tweede ep Uitzinnig verschenen. Voorlopig leverde die nog geen anthem voor 2022 op, maar als de zomer wat wil meewerken, maakt de titeltrack – ‘Ik lig op het grind van iemands achtertuin, sinds een tijdje is de horizon schuin’ – een aardige kans.
***
Een uurtje voor de show. Froukje – voluit Froukje Veenstra – signeert backstage nog snel wat platen. Netjes in het hoekje. ‘Vroeger tekende ik wel eens een snor op mijn gezicht’, lacht ze. ‘Dat was even grappig, en daarna vooral sneu. Zonde van zo’n mooie plaat.’ De rest van haar band – allemaal medestudenten aan Codarts, net zoals haar voorprogramma – lummelt wat rond. ‘We spelen al min of meer samen sinds het eerste jaar, toen we willekeurig bijeen werden geplaatst om iets te maken. Het klikte meteen. En je wilt toch een team waarmee je op zo’n tour dag in dag uit samen kunt zitten. Ik heb er nog geen moment spijt van.’
Er weerklinkt muziek: ‘Boom boom bailando, dans met mij de tango! Boom boom bailando, dans met mij vannacht.’
‘Ook niet wanneer de drummer voor de derde keer hetzelfde nummer van Jan Smit door de boxen knalt, Froukje?’
‘Zelfs dan niet.’
De clubtour langs Het Depot, Viernulvier, Trix en een hoop Nederlandse zalen moet haar vooral wat extra kilometers opleveren, richting een drukke festivalzomer. Live-ervaring ook. Want de afgelopen twee jaar speelde ze meer gestreamde shows dan haar lief was. ‘Zonder publiek krijg je geen feedback. Je kunt niks uitwisselen. We zijn ondertussen wel goed op elkaar ingespeeld, maar ik had toch graag nog iets meer vlieguren gehad voor ik in tenten voor 8000 man kwam te staan.’
Tijdens het diner daarnet scrolde je door foto’s, op zoek naar eentje om bij de gouden plaat voor Uitzinnig te zetten. Iemand stelde een mooie uit 2020 voor, maar jij schudde druk van neen. Waarom?
Froukje: 2020 voelt zo veraf. Dat ben ik niet meer. En zo’n gouden plaat associeer ik dan liever met een wat volwassener versie van mezelf. Ik heb ook zo’n evolutie doorgemaakt in de afgelopen jaren. Begin 2020 ben ik op een trein gestapt die niet meer is gestopt, en als ik nu achterom kijk, dan zie ik daar een heel ander persoon staan. Ik ga met andere mensen om, ik woon ondertussen in Amsterdam, ik kijk anders naar mijn werk…
Er is inderdaad een breuklijn merkbaar tussen je eerste ep Licht en donker (2021) en je tweede, Uitzinnig. Het is allemaal minder letterlijk bijvoorbeeld.
Froukje:(knikt) Een song als Goud zou ik vandaag niet meer maken.
Goud is één lange sneer naar alles wat naar kapitalisme ruikt: ‘Ik heb gevoel voor de dingen die ik zing / Zij hebben goud / Zo heeft ieder z’n ding.’
Froukje: Ik was soms nogal fel, hè. (lacht) Ik was er ook oprecht van overtuigd dat ik statements móést maken met mijn muziek. Gelukkig ben ik daar ondertussen van verlost. Want meestal is het niet zo interessant om je eigen mening op die manier te presenteren.
Een man die nooit meer huilt, een van de nieuwe songs, schreef je vanuit het perspectief van een man die vrouwen aanvalt. ‘Ik ben leeg, ik ben op jacht / Ik was mijn handen in haar onschuld / Ik wil stampen op iets zacht.’ Ik overdrijf, maar twee jaar geleden had je daar waarschijnlijk ‘Stop nou eens met vrouwen molesteren, jongens!’ gezongen.
Froukje: Daar vang je het perfect. En ik ben blij met die ontwikkeling. Een man die nooit meer huilt doet je iets voelen, maar vermijdt de letterlijkheid. Wat je hopelijk net meer aan het denken kan zetten. De vraag ‘wat zegt het over mezelf dat ik sympathie voor die kerel voel?’ is ook veel interessanter dan gewoon ‘Stop daarmee!’ schreeuwen.
Met het ouder worden is het besef gekomen dat ik het ook allemaal niet zo goed weet. Ik verdiep me graag in bepaalde wereldproblemen, en ik heb nog steeds een mening over pakweg de klimaatcrisis, maar die hoeft niet per se een plek te krijgen in mijn werk. (denkt na) Ik haal echt geen voldoening uit dat vingerwijzen. Het mag allemaal wat persoonlijker, dichter bij mezelf en kleiner.
Genre: ‘Ik ben in een meterkast / ik wilde kijken of het past, / en het past’?
Froukje:(lacht) Ik ben nog nooit in de meterkast gekropen. Ik probeer daar vooral te vangen hoe stom, klein en onbenullig het leven wel kan zijn en hoe we allemaal onze dagen vullen met zeer gekke dingetjes. Dat beeld van iemand die zichzelf onttrekt aan een feestje en vanuit de meterkast hoort hoe alles doorgaat, blijft blijkbaar kleven, want het is de zin die mensen me het vaakst citeren. Omdat het net iets heel concreets is, denk ik.
Ik probeer de abstractie te vermijden. Zelfs al is het verleidelijk, omdat teksten in je moedertaal heel snel heel direct worden. Maar omschrijven wat een mens in al zijn eenvoud écht doet op een dag en daar de schoonheid in zoeken, is oprecht boeiend.
Het valt op dat journalisten jou heel vlot ‘de stem van een generatie’ noemen. Zelfs als dat zou kloppen, lijkt me dat een heel vervelende titel om mee te zeulen.
Froukje: Dat is een opgeblazen term, natuurlijk. Ik ben allesbehalve dé stem van mijn generatie, maar een stem wil ik best wel zijn. Zolang ik maar geen barricades moet bestormen. Dat kolkende en diep verontwaardigde – ‘Ík vind dat het anders moet’ – voel ik ook helemaal niet meer. Maar ik maak muziek voor mezelf, als een jonge vrouw uit generatie Z, en als dat me een stem maakt, is dat prima.
‘Mijn generatie is een beetje bitter’, bedacht je je in NRC. Op welke manier?
Froukje: We zijn zo’n beetje de pechgeneratie, toch? Een generatie die een belangrijk deel van haar jeugd in een pandemie heeft gesleten, die volwassen moet worden met de wetenschap dat zelf nog een huis bezitten knap lastig wordt, die de klimaatproblemen alleen maar erger ziet worden… Veel leeftijdgenoten zijn daarvan doordrongen, en gaan daarmee om met een combinatie van cynisme en een wrange vrolijkheid. ‘Het is rot, maar laat ons nou nog maar het leven even vieren. Zo goed en zo kwaad als dat nog kan.’
Twintigers zijn een paar belangrijke jaren ‘kwijtgeraakt’. Tegelijk merk je dat we collectief zeer makkelijk vergeten. Corona ligt alweer in de achteruitkijkspiegel. Merk je een blijvende invloed op je leeftijdgenoten?
Froukje: Zoiets laat uiteraard sporen na. Puur praktisch merk ik bijvoorbeeld dat mijn studerende leeftijdgenoten niet meer kunnen aarden in een rigide systeem van uurroosters en fysieke lessen. En dat is geen luiheid. We hebben de laatste twee jaar gewoon geleerd dat het vaak beter en fijner is om zelf onze dagen in te mogen delen.
En in het algemeen? We lopen een beetje achter, nee? Mijn carrière bracht me op zeer fijne plekken, maar zelfs ik heb het gevoel dat ik in de afgelopen jaren te weinig heb kunnen ontdekken en uitproberen. Ik hoop alleen dat we nu ook niet té hard gaan overcompenseren om die jaren in te halen.
Die beloofde roaring twenties blijken voorlopig een sof.
Froukje: Mja, dat valt een beetje tegen, hè. We lijken het feesten allemaal een beetje verleerd. Maar hopelijk komt daar in de festivalzomer weer verandering in.
***
Nadat we met z’n allen onderzocht hebben hoeveel keren Jan Smit effectief moordzuchtig maakt – viermaal Boom boom bailando blijkt een aardige vuistregel – zet iemand De diepte op van S10, op dat moment nog de Nederlandse hoop op Eurosonggoud, en een goede vriendin van Froukje. Met Zonder gezicht bevat Froukjes nieuwe ep ook een duet van de twee.
Naar verluidt vond S10 het wel knap lastig om binnen te breken bij jou. Ze heeft lang op de deur moeten bonzen.
Froukje: S10 is ondertussen wel binnen, hoor. (lacht) Maar ik snap het, ik merk al mijn hele leven dat anderen het moeilijk vinden om zich dicht bij mij te voelen. Ik ben allesbehalve een kluizenaar, en zelfs behoorlijk sociaal, maar ik hecht gewoon veel waarde aan mijn eigen ruimte. Sommige kaarten hou ik liefst dicht tegen de borst. Ik kan ze vreemd genoeg wel probleemloos in mijn songs stoppen. Want daar blijft het ook heilig en onaantastbaar. (denkt na) Ik zit veel en graag in mijn eigen hoofd, waardoor ik al eens voorbij durf te gaan aan wat een ander nodig heeft. Maar ik let erop. Zo zeg ik mijn team vaak genoeg hoeveel ze voor mij betekenen en hoe graag ik ze om me heen heb.
Heb je iets opgepikt van S10? Zij draait al net iets langer mee.
Froukje:(denkt na) S10 komt van een heel andere plek, en onze carrières zijn ook wel anders verlopen, maar ze heeft me altijd op het hart gedrukt om trouw te blijven aan mijn buikgevoel. ‘Zolang je het in het moment zelf maar voelt, komt alles wel goed.’
Ze heeft muziek maken lang als een soort boksmatch gezien. Een strijd. Jij ook?
Froukje: Nee. Muziek is zowat mijn beste vriend. Er is niks dat meer bij mij hoort. Wat de vaststelling dat ik al maanden amper tot schrijven kom alleen maar lastiger maakt. Ik schrijf al van kindsbeen af teksten, ter ontspanning en verwerking. In de luwe, lege dagen in volle pandemie schreef ik haast onafgebroken, maar sinds de clubtour en mijn verhuizing naar Amsterdam lukt het me even niet. (denkt na) Misschien is de prille bevlogenheid ook een beetje zoek? Omdat het ondertussen mijn job is geworden?
Je trok dit voorjaar in je eentje een paar weken naar Mexico. In een poging om die bevlogenheid terug te vinden?
Froukje: Ik wilde vooral nog eens voelen of ik ook zonder team kan functioneren. Dat ging prima, ik denk zelfs dat ik er dit najaar weer een paar weken alleen op uit trek. Mijn leven is doorgaans zeer goed geregeld door mijn manager – ik heb maar uit te voeren wat er die dag in de agenda staat – maar je verliest er wel een zekere zelfstandigheid door, merk ik.
Je nam één biografie mee.
Froukje: Ik ben heel even hard geobsedeerd geweest door Poetin. (lacht)
Iets geleerd uit die biografie?
Froukje: Niet zozeer uit het boek. Ik bedacht me wel dat het een beetje dubbel is om op een tequilaboot voor de Mexicaanse kust te dobberen terwijl er net een oorlog is uitgebroken. Je hebt als mens recht op wat je wilt en kunt betalen, maar ik vond het wel belangrijk om me tegelijkertijd ook te verdiepen in wat daar gaande was.
Iemand heeft ooit gezegd: ‘De wereld staat in de fik / En ik zou het willen blussen / Maar het vuur is groter dan ik.’ Je kunt daar ook rust in vinden.
Froukje:(knikt) Als je al het leed van de wereld per se op je schouders wilt dragen, ga je bovendien een kutleven tegemoet.
De Froukje van 2020 is echt verdwenen.
Froukje:(lacht) De Froukje van 2020 had zich onwijs boos gemaakt op de Froukje van 2022. Ik heb er gewoon ook de energie niet meer voor om telkens uiteen te zetten wat ik van elk wereldprobleem denk. Ik haal er geen lol meer uit.
***
‘We zijn weer redeemed’, zucht ze wanneer ze voor de tweede keer van het podium stapt. Ze heeft het publiek net nog op Niets tussen en Ik wil dansen getrakteerd, waarop dat behoorlijk uitzinnig besloot om de fundamenten van Viernulvier aan een stresstest te onderwerpen. De band grijpt ondertussen naar de Achel-trappisten in de ijskast. Froukje zelf houdt het bij water. Haar stem speelt haar wat parten. ‘Ik weet niet waaraan het ligt’, zegt ze hees. ‘Maar ik word dit jaar vrij vaak ziekjes. En dan slaat dat meteen op mijn stembanden. Gelukkig voel ik steeds beter aan wanneer ik meteen stemrust moet nemen.’
Of ze eigenlijk een plan B in gedachten had, mocht dit allemaal anders gelopen zijn, vraag ik nog, omdat ik blijkbaar zelfs geen hint kan herkennen als die me vol in het gezicht slaat.
‘Ik had waarschijnlijk wel een paar carrières kunnen najagen, maar dit voelde zeer logisch. Ik heb ook altijd vertrouwen gehad dat ik wel op mijn pootjes terecht zou komen. Dat ik altijd wel een plek voor mezelf zal kunnen creëren, al hoeft dat niet per se voor eeuwig in de popmuziek te zijn. Zo wil ik ook nog kinderliedjes schrijven. Eigen nummers in de theaters brengen. En verder hoef ik niet zoveel: een huis met een studio en een hond, veel meer heb ik niet nodig. Als ik maar kan schrijven.
– Pinkpop, vrijdag 17/6
– Zeverrock, vrijdag 5/8
– Lokerse Feesten, zaterdag 6/8
– Pukkelpop, donderdag 18/8
Froukje
Geboren als Froukje Veenstra in 2001 in het Nederlandse Nieuwkoop.
Studeert songwriting aan Codarts, het Rotterdamse conservatorium.
Schnabbelt lang met de coverbands Chick & Wings en Ginger Squad, samen met haar vader en zus.
Breekt begin 2020 door met het klimaatnummer Groter dan ik.
In 2021 verschijnt haar eerste ep Licht en donker, in 2022 volgt Uitzinnig.
Heeft in april een Edison (een Nederlandse MIA) gewonnen in de categorie alternative.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier