Met Nicolas Roeg belicht Film Fest Gent een van Engelands meest visionaire, virtuoze en verontrustende filmregisseurs. ‘Hij was zijn tijd vér vooruit.’
David Bowie noemde Nicolas Roeg een ‘an ancient warlock’, een oeroude tovenaar. Dat is nog een relatief rationele inschatting, weet iedereen die ooit inscheepte voor een van zijn psychedelische filmtrips. Bowie had de tovenarij natuurlijk van dichtbij meegemaakt. Roeg vroeg hem om het iconische buitenaardse wezen te spelen in de bevreemdende, metafysische sf-parel The Man Who Fell to Earth (1976).
Roeg (1928-2018) was geen grote publiekslieveling. Zijn artistieke ambities waren vele malen groter dan zijn behoefte aan commercieel succes. Maar zijn lef en zijn radicale, associatieve stijl hebben diepe sporen nagelaten bij grote regisseurs als Christopher Nolan, Paul Thomas Anderson of Steven Soderbergh. Ari Aster vond voor Hereditary inspiratie bij Don’t Look Now, Jonathan Glazer voor Under the Skin bij The Man Who Fell to Earth.
Ogen dicht
Roegs regiedebuut, nadat hij zich als cameraman had opgewerkt, is meteen een geval apart. In de psychedelische thriller Performance (1970) belandt een voortvluchtige, gewelddadige gangster in het huis van een excentrieke popster, knap vertolkt door Mick Jagger van The Rolling Stones. De uitbeelding van veelsoortige seks, lsd-trips, decadentie en duister geweld schoot bij velen in het verkeerde keelgat. Warner houdt de release twee jaar tegen. De pers lust het niet. Maar Performance verwerft mettertijd cultstatus en wordt vandaag tot de klassiekers gerekend.
Iets vergelijkbaar overkomt Don’t Look Now (1973), het verhaal van een koppel dat na de dood van hun dochter naar een bizar mistroostig Venetië vlucht. Nog voor de release is er al stevige controverse over de grauwe, grafische liefdesscène tussen Donald Sutherland en Julie Christie. Jarenlang gaat het gerucht dat ze echt seks hadden voor Roegs camera. In de Angelsaksische wereld valt de censor onder meer over de cunnilingus in die scène. De hetze overschaduwt aanvankelijk de grote kwaliteiten van de occulte, unheimliche huiverfilm.
‘Bad Timing werd door een verdeler ‘a sick film made by sick people for sick people’ genoemd – en niet als compliment.
Het is helaas een beetje een rode draad. Bad Timing (1980) is een razend inventieve dissectie van de destructieve passie tussen een psychoanalyticus (muzikant Art Garfunkel) en de onrustige Milena (Theresa Russell). Maar de verdeler heeft het over ‘a sick film made by sick people for sick people’ – en bedoelt het niet als een compliment. Opnieuw duurt het even voor de voorstanders van Roegs radicale cinema in de meerderheid zijn.
Lust en angst
‘In de exploratie van menselijke relaties en seksualiteit was hij zijn tijd vér vooruit’, zegt Theresa Russell, die met nog vaker met Roeg zou samenwerken. ‘Ook de manier waarop we de obsessie en seksualiteit blootlegden, de manier waarop het gefilmd en gemonteerd was, viel op. Het was nieuw, mensen waren geschokt. Tegelijk was het bijzonder intrigerend. Mensen herkenden vaak ook de duistere geheimen van een relatie of de eigen duistere verlangens. Bad Timing was een van de eerste films die daar oog voor had.’
Film Fest Gent eert Russell, die in de jaren tachtig en negentig wedijverde met de grootste Hollywoodactrices, met een Joseph Plateau Honorary Award én vroeg haar om dit jaar de Internationale Jury voor te zitten, die de Grand Prix voor Beste Film en de Georges Delerue Award voor Beste Soundtrack of Sounddesign uitreikt. ‘Ik kom uit San Fernando Valley, Hollywoods achtertuin. Ik moest als kind vaak op mijn kleine broer passen en raakte verslingerd aan oude films, vooral film noir. Veel kinderen doken in reclamespots op, gepusht door hun moeders. Ik vond hen creeps. Dat wilde ik niet doen. Maar ik voelde me wel geschikt om te acteren. Ik deed wat modellenwerk, kwam via de zoon van Kirk Douglas in contact met Sam Spiegel (de producent die Oscars won met On the Waterfront, The Bridge on the River Kwai en Lawrence of Arabia, nvdr). Hij hielp me aan een rol in The Last Tycoon van Elia Kazan. Rond die tijd begon ik ook aan een opleiding methodacting.’
Dat de rol in Bad Timing veel seks en psychologische kwelling inhield, schrok haar niet af. ‘De angst ervoor was een deel van de aantrekkingskracht. Na het zien van The Man Who Fell to Earth en Don’t Look Now wist ik dat het een ongelofelijke ervaring zou worden. Ik rook een kans om me helemaal uit te leven en mezelf te bewijzen dat ik het echt in me had. Ik kreeg de rol en de rest is geschiedenis.’
Liefde voor de kunst
Na de opnames trouwde Russell met Roeg. ‘Ik was nog jong. De tweede dag van de opnames viel samen met mijn 22e verjaardag. We kregen twee kinderen. Het zou eindigen in scheiding. Maar ik ben trots op wat we samen maakten.’ In totaal draaiden ze samen zes films.
In het labyrintische, aan Citizen Kane appellerende Eureka speelt ze de dochter van een machtige tycoon (Gene Hackman) die haar echtgenoot (Rutger Hauer) niet lust. In de rare psychothriller Track 29 is ze een seksueel gefrustreerde echtgenote die geobsedeerd raakt door de schofterige jongeman (Gary Oldman) die beweert haar zoon te zijn. Naar goede gewoonte blaast Roeg de grens tussen werkelijkheid en droom of nachtmerrie op.
‘Ik begreep zijn grootse visie op cinema en wilde hem alles geven. Bij hem voelde ik me veilig. Ik mocht vergezochte dingen doen, ik was in goede handen. Ik zou veel rijker zijn als ik voor Hollywood had gekozen. Maar dat ligt niet in mijn aard. Ik deed geen films voor het geld maar uit liefde voor de kunst.’
Zo dacht ook Roeg erover. Film Fest Gent vertoont de duistere maar o zo bezwerende filmtrips die het opleverde. Do look now.
Classics
Is een selectie op Film Fest Gent die dit jaar gewijd is aan Nicolas Roeg, info: filmfestival.be
Actor’s Talk
Theresa Russell gaat in gesprek met Patrick Duynslaegher op 17.10, na de vertoning van Bad Timing in Kinepolis.