
Het 75ste filmfestival van Berlijn: Berlinale met sneeuw, sterren en Noorse Dromen
De 75ste editie van het Filmfestival van Berlijn was er één met voldoende sterren, ontdekkingen en kwaliteitsfilms van een geslaagd jubileum te kunnen spreken, én met het Noorse Drommer als verrassende Gouden Beer.
Wie dacht dat het voor het filmfestival van Berlijn een jubileum in mineur zou worden gezien de subsidiekraan vorig jaar deels werd dichtgedraaid, kwam de voorbije twee weken bedrogen uit. En gelukkig maar. Niet dat de hoofdcompetitie zo wunderbar was, of er tijdloze meesterwerken à la 12 Angry Men, Wilde Aardbeien, Alphaville of Spirited Away te ontdekken vielen – films die in het glorieuze verleden van de Berlinale met de Gouden Beer werden bekroond. Maar van de dik 500 titels die er tijdens de 75ste editie in de elfendertig secties werden gescreend zaten er toch beslist enkele must-sees bij. Dat gold zowel voor wie zich het liefst wentelt in existentialistische zwart-witcinema waarin twee uur lang gezwegen wordt over de absurditeit van het bestaan, als voor wie gewoon goed verteld entertainment wil zonder migraine als bijwerking.
Met dank aan Amerikaanse melomaestro Todd Haynes en zijn collega juryleden werd de hoofdvogel – de Gouden Beer dus – deze keer afgeschoten door Drømmer (Dreams) van de Noorse regisseur Dag Johan Haugerud. De bekroning kwam als een verrassing aangezien de film deel uitmaakt van een trilogie, waarvan het eerste deel – Sex – vorig jaar nog geruisloos op de Berlinale passeerde in de nevensectie Panorama. Om het helemaal helder te maken: feitelijk is Dreams niet de derde, volledig op zichzelf staande film in Haugeruds trilogie, maar de tweede, aangezien deel drie Kjaerlighet (Love) afgelopen september al op het filmfestival van Venetië in première ging en ook daar buiten de prijzen viel.
Met Dreams levert Haugerud een speelse, spraakzame vertelling af, die een ongedwongen charme uitstraalt. Het verhaal draait om de 17-jarige Johanne die volop haar plek in de wereld zoekt, tot een nieuwe lerares haar hoofd op hol brengt en haar gevoelens in een obsessie doen omslaan. Wanneer Johanne uiteindelijk haar wanhoop niet langer kan onderdrukken en onaangekondigd bij de lerares aanbelt, wordt ze met een warme omhelzing ontvangen. Maar is dit oprechte empathie, of speelt er iets anders onder de oppervlakte? Wanneer je als Belgische filmliefhebber het antwoord kunt ontdekken, is voorlopig nog onduidelijk, al wordt het wellicht wachten tot het najaar.
De prijs voor de beste vertolking – behalve de toiletten is alles op de Berlinale genderneutraal – ging dit jaar naar de Australische actrice Rose Byrne die een moeder op en over de rand speelt in If I Had Legs I’d Kick You van Mary Bronstein. Het is een energieke mix van horror en drama – geproduceerd door de kwaliteitsfabriek van A24 en indiefilmer Josh Safdie – over een moeder met een ziek kind die op een verdoemde dag van de ene crisis in de andere sukkelt, en waarin de opgefokte Byrne zowat in elk, vanuit de losse pols geschoten shot is te zien. De Zilveren Beer voor beste scenario was voor voormalig winnaar Radu Jude, de Roemeen die met Kontinental ’25 nog maar eens een satirische blik werpt op Fort Europa en alle breuklijnen die daarin te detecteren vallen, terwijl de grote juryprijs werd uitgereikt aan de dystopische SF-film O último azul (The Blue Trail) van de Braziliaan Gabriel Mascaro.
De ere-Gouden Beer – de prijs voor een carrière – was dan weer weggelegd voor Tilda Swinton, die de award al kreeg op de openingsavond. De Schotse kameleon, even thuis in arthouse als in blockbusters, werkte samen met grootheden als Derek Jarman, Bong Joon-ho, Jim Jarmusch, Wes Anderson en recent nog Pedro Almodovar en speelde zowel engel als vampier, en alles daartussenin. Met haar androgyne looks en ijzige présence balanceert ze al bijna veertig jaar moeiteloos tussen etherisch en onwerelds, wat haar tot een van de meest fascinerende acteurs van haar generatie maakt.
In haar bedankingsspeech prees Swinton – 63 inmiddels – de Berlinale als een ‘grenzeloos rijk, zonder een beleid van uitsluiting, vervolging of deportatie. Waarop ze vervolgens de opkomst van ‘hebzuchtige regeringen’ hekelde, en ‘door staten gepleegde en internationaal gedoogde massamoorden’, weliswaar zonder specifieke landen of conflicten te benoemen. Daarmee kreeg de Berlinale al van bij de opening weer eens een politiek randje, al bleef het festival verder van grote controverse gespaard, wat redelijk opmerkelijk is voor een evenement dat de voorbije jaren vaak zo politiek correct was als een Disneyfilm na drie herschrijfrondes door het diversiteitscomité.
Waar winnaars zijn, zijn uiteraard ook verliezers, al dient gezegd dat de 75ste editie kwalitatief best meeviel, toch naar Berlijnse normen waar je wel eens het gevoel hebt dat de jury per abuis de verkeerde envelop heeft geopend na het zuipen van te veel glühwein. Ter hunner verdediging: ook dit jaar was het behoorlijk koud in Berlijn, dat tien dagen lang onder een deken van sneeuw en ijs lag. Zo moest – om in winterse sferen te blijven – het spookachtige La Tour de Glace van de Franse filmmaakster Lucile Hadžihalilović zich tevreden stellen met de ‘prijs voor uitzonderlijke artistieke verdienste’ wat dat ook moge inhouden. Daarin speelt Marion Cotillard een actrice die de ijskoningin incarneert in een nieuwe filmadaptatie van het bekende sprookje van Anderson, wat een sinistere, maar strak gestileerde vertelling over fantasie en faam oplevert die meer tegen de giallothrillers van Dario Argento aanschurkt dan tegen Disney’s Frozen, dat op hetzelfde sprookje is gebaseerd.
Ook Blue Moon van Richard Linklater – de Amerikaanse kameleon achter Boyhood, de Before-trilogie en recent nog Hit Man – moest het doen met een troostprijs, één voor beste bijrol met name. Die ging naar Andrew Scott die in deze jazzy, volledig dialooggedreven kamerkomedie de beroemde musicalcomponist Richard Rodgers vertolkt. Die schreef in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw tal van evergreens – denk aan My Funny Valentine, The Lady is A Tramp en Blue Moon – samen met tekstschrijver, alcoholicus en closet-homo Lorenz Hart, het eigenlijke hoofdpersonage van de film die met veel schwung en aangepaste comb over wordt aangevoerd door Linklater-habitué Ethan Hawke.
Eén en ander betekende dat Dreams van de Mexicaanse relneef Michel Franco verrassend met lege handen achter bleef, hoewel zijn film nochtans uitstekend werd onthaald en ook de licht ontvlambare tijdgeest mee had, met dank aan Trump en zijn immigratiepolitiek. Daarin speelt Jessica Chastain – die ook al meedeed in Franco’s vorige film Memory – een welgestelde, Califonische filantrope die zich over een jonge, Mexicaanse balletdanser zonder papieren ontfermt, ook tussen de lakens. Tot hun relatie meer een machtsspel dan liefde blijkt, en de verhoudingen kantelen zoals in een economische recessie, waar de zwakste ook altijd de hoogste prijs betaalt.
Ook de enige Belgische competitiefilm – Reflet dans un diamant mort van het regiekoppel Bruno Forzani en Hélène Cattet – viel buiten de prijzen, al was die dan weer veel te eigenzinnig en te genre-specifiek om überhaupt kans te maken. De beste manier om hun zwierig gemaakte, volledig op beeld en geluid drijvende Eurospy-spielerei te omschrijven is immers ‘James Bond on acid’, waarbij je je een kaleidoscoop aan scènes moet voorstellen die eruitzien alsof een dronken Q de gadgets ontwierp, M aan hallucinogenen zat en 007 zelf liever in spiegeldoolhoven verdwaalde dan zijn missie te volbrengen. En dat alles voor hooguit het cateringbudget van een echte Bond-film.
Voeg daar nog enkele andere interessante titels aan toe – Ira Sachs presenteerde er zijn prima praatfilm Peter Hujar’s Day en Koreaans goudhaantje Bong Joon-ho zijn langverwachte scifisatire Mickey 17, met Robert Pattinson én Robert Pattinson in de hoofdrollen – en het resultaat was hoe dan ook een cinefiel hartverwarmende editie, ondanks de vriestemperaturen. Op naar de volgende, waarin Timothée Chalamet – die zijn Bob Dylan-biopic A Complete Unknown kwam promoten – dan hopelijk iets meer draagt dan een roze marcelleke op de rode loper, waarin de openingsfilm beter is dan Tom Tykwers pompeuze midlifecrisis Das Licht, en de jury zich niet laat leiden door de vraag wie het meest ethische cv heeft. Misschien krijgen we dan opnieuw een Berlinale die niet voelt als een cursus zedenleer met ruim 500 films als lesmateriaal, maar als een echt, divers en geestverruimend filmfeest—glühwein inbegrepen. Zum Wohl!
Dave Mestdach
Palmares hoofdcompetitie
Gouden Beer: Drømmer (Dreams), Dag Johan Haugerud
Zilveren Beer, grote juryprijs: O último azul (The Blue Trail), Gabriel Mascaro
Zilveren Beer, juryprijs: El mensaje (The Message), Iván Fund
Zilveren Beer, beste regie: Huo Meng voor Sheng xi zhi di (Living the Land)
Zilveren Beer, beste hoofdrol: Rose Byrne in If I Had Legs I’d Kick You, Mary Bronstein
Zilveren Beer, beste bijrol: Andrew Scott in Blue Moon, Richard Linklater
Zilveren Beer, beste scenario: Radu Jude voor Kontinental ‘25
Zilveren Beer, uitzonderlijke artistieke bijdrage: La tour de glace, Lucile Hadžihalilović
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier